Ik schreef eerder in Portugal Portal over “Portugal, Eucalyptusland” en dat maakte een paar lezers wakker en mijzelf ook nog eens, zeker toen Winy Schalke met haar betoog kwam over de onduidelijkheden van de wettelijk voorgeschreven boomsnoeiingen rond bebouwing. Wat is er met dat al dat hout voor onze deur?
Niks mis mee, lijkt de Portugese hout- en papierindustrie te zeggen als je rondneust op hun websites. De public relationsmachine draait op volle toeren. “Wat nu weer,” wordt er geroepen. “Al die milieuactivisten bevechten ons omdat wij zo slecht zouden zijn, maar ze schrijven hun anti-kreten wel op papier dat wij produceren!”
Flauwekul
Tja. Het leven is nooit zwart-wit, wordt altijd in grijstonen getekend, maar een dergelijke puberachtige reactie doet mij vooral aan de uitbraaksels van Donald Trump denken. De PR-machine produceert zo veel opwekkende berichten dat ik vanzelf wantrouwig word: “The lady protests too much.” Enfin, ik zoek wat verder, ga links en rechts en vind best interessante gegevens over de hout- en papierindustrie, maar veel meer flauwekul – en dus heb ik het verder vooral over de PR van de papierindustrie.
Ikzelf ben er onderhand van overtuigd dat de eucalyptus “never nooit” thuishoort in grote aaneengesloten rijen met soortgenoten of andere bosbebouwing, laat staan in de buurt van bebouwde omgeving. Het is werkelijk vermakelijk om te zien dat de industrie dat, getuige de serieuze delen van haar documentatie, ook wel weet, maar het vooral vreselijk druk heeft met het verstrekken van “een andere kijk op de zaak”. De voorlichting is werkelijk indrukwekkend van omvang zowel op glanzend papier als op het internet (de tijdschriften, brochures en studies beslaan vele honderden zo niet duizenden pagina’s) en ik kan mij niet aan het gevoel onttrekken dat deze PR-inspanning minstens zoveel kosten met zich meebrengt als het geval zou zijn bij een weldoordacht en actief bos-saneringsmanagement dat het zonder smoezen kan doen.
Nu is het alsmaar roepen dat “firefighting” alle aandacht heeft temidden van prachtige foto’s van dramatisch rood aangelichte brandbestrijders. En maar citeren dat het nu eenmaal het ecosysteem is in “ons” mediterrane landschap, dat met z’n droge zomers immers altijd brandgevaar zal opleveren. Maar, heus, “we werken altijd aan verbetering” en dat alles bij de tonen van Marvin Gayes Ain’t no mountain high enough om hun eigen medewerkers te motiveren.
Wijzende vingertjes
Intussen rent de industrie alsmaar naar de rechtbank om te bewerkstelligen dat die milieubewuste tegenstanders hun onterechte protesten staken. “Wij hebben echt serieus respect voor de natuur en voor de ecosystemen,” en we zijn “leidinggevend in de wereld als het gaat om kwaliteit en zorg voor het milieu.” Er is respect voor de natuur, want “Environmental gain without pain is nature’s gain,” zegt een van de slogans. Inapa publiceert een PR-magazine dat deels werkelijk informatief is, anderdeels (zelfs waar dat niet nodig is) riekt naar mooipraterij. CELPA’s brancheleden AICEP, Altri (eigenaar van o.a. Caima in Constância), Kraft-Viana, Navigator, en Renova tezamen verwerken jaarlijks 8 miljoen m3 opbrengst van vooral eucalyptus en veel minder pijnbomen, managen 199.000 ha (wat een opvallend onafgerond getal…), en verlenen 90.000 mensen direct of indirect werkgelegenheid – het merendeel werkt indirect, want velen in de bosbouw zijn immers kleine landeigenaren, of zelfstandige transporteurs die enkel stammen aanleveren; de direct betrokkenen zijn slechts duizenden. “Zie je wel,” roept de industrie, opvallend goed in met het vingertje wijzen als het zo uitkomt, “dáárom kunnen wij bosbranden niet voorkomen. Het zijn de kleine landeigenaren die niet willen luisteren en telkens weer gevaarlijk planten.”
Lobby
“Management door de overheid is wat we nodig hebben,” roept dan Henrique Vieira van de overkoepelende CELPA als dat weer eens toevallig beter in de kraam past. “Het is geen bosbouwprobleem, het is een sociaal probleem. Als er management kon zijn, kwam alles goed. Maar ja, met al die eigenwijze kleine jongens [mijn vertaling]… wat kunnen wíj eraan doen?” Opnieuw dat vingertje. Een meer kritisch persoon schreef vorig jaar: “Het is net alsof ik de gun lobby van de VS hoor: ‘Het zijn niet de bomen die gevaarlijk zijn, het zijn de mensen.’ De papierindustrie zou het bewaken van geordende bosbouw evenwel niet aan de overheid en zeker niet aan Jan en alleman moeten overlaten, maar zelf het management in strikte handen nemen.” Anderen reageren eveneens door de schuld af te wijzen van de eucalyptus (“die boom die nooit in Portugal groeide, die uit Australië kwam, en die niet in Portugal thuishoort”) en door te roepen om management en om het geleidelijk aan vervangen van de eucalyptus door de medronheiro.
Vorig jaar was er een “road of death” in Centraal-Portugal, de N236-1. Er was meer bosbrandellende, veel meer. Alle waarschuwingen over brandgevaarlijk Portugal waren jaren achtereen in de wind geslagen. Door de landeigenaren, klein of groot, door de papierfabrikanten, door de nationale en regionale overheden, door het Portugese volk in zijn algemeenheid. Tezamen negeren ze ook nog eens dat de eucalyptus schaars grondwater massaal opzuigt, landeigen aanplant wegpest en de habitat van allerlei fauna verwoest.
De papierlobby in Portugal is inderdaad vergelijkbaar met de wapenlobby in Amerika. “Beperkingen brengen de handelsbalans in gevaar.” “Duizenden banen zouden verdwijnen, vooral in de regio’s die het toch al zwaar hebben.” “Zoveel bezwaren tegen de eucalyptus zijn op niets anders dan mythe gebaseerd.” “Minder aanplant zal juist het gevaar van branden vergroten, want zie, in de afgelopen jaren was het juist nietgecultiveerd land dat verbrandde.” Een kostbare “Better Eucalyptus” reclamecampagne werd gevoerd om de kritiek tegen te gaan.
Nullen
Zou de hele papiersector, zou de werkgelegenheid, zou de Portugese economie nu echt in gevaar komen als er, waar nodig, aanplant werd uitgedund en verspreid? Onzin, dat begrijpt iedere een beetje nadenkende Portugese middelbare scholier nog wel. Zou goed management hogere kosten met zich meebrengen dan wat nu de consequenties van bosbranden zijn? Tel eens op: de brandbestrijdingsindustrie, de inzet van de politie, het leger, de vliegtuigen; de doden, de verwoeste gezinnen, de gewonden; alle materiële verwoestingen plus de verstoringen van de economie zoals door branden veroorzaakt; de miljoenen verslindende PR-campagnes van de papierindustrie, de gelden die onder de tafel passeren ten behoeve van de status quo (?); en ook nog eens de oogst aan bomen die jaarlijks door brand verloren gaat; en… er is vast meer. Tel uit je winst. Het is in Portugal inderdaad eenzelfde blindheid voor de realiteit die Amerika beheerst als het gaat om de vrije beschikbaarheid van wapentuig (met honderden miljarden kostende gevolgen) of om de “war on drugs” (met meer dan een half triljoen kostende nadelige gevolgen) of om het van de grond tillen van een nationale gezondheidszorg en nog zo wat (met opnieuw rijen nullen achter de cijfers).
De Portugezen waren ooit zo verstandig gebruikers van verdovende middelen uit de criminaliteit te halen en in de gezondheidszorg onder te brengen. Het wordt tijd dat ze bewijzen ook op ander vlak een verstandig volk te zijn. Nu zijn er eindelijk wettelijke beperkingen gesteld; helaas, die raken vooral de kleine landeigenaar en de bewoner van een boerderij of landhuis en de kleinste der bosgrondbezitters. Het lijkt alsof de politiek, zonder de juiste rekensommen te (willen) maken, heeft beslist dat er in landelijk Portugal geen huis meer in de schaduw van een boom mag staan, enkel en alleen om te bewijzen dat ze heus flinke jongens (en meisjes) van de daad zijn.
Schuldig
Ik wil ook wel eens met het vingertje wijzen. De Portugese volksvertegenwoordigers en regeerders zijn, als het om de bosbouw gaat, kampioenen in het om de feiten heenlopen. Ze lijken van het soort dat, dik tweehonderd jaar geleden, zou wachten tot de Franse cavalerie-eskaders al door de poort zijn en hun paarden in de fonteinen van Lissabon te drinken geven alvorens een tegenmaatregel te overwegen, niet eens in de gaten hebbend dat intussen ook hun vergaderzalen door de vijand zijn overgenomen. Tot ze tot zinvolle en effectieve besluiten komen is “Lissabon” schuldig aan alles wat er elk jaar misgaat, het verlies van mensenlevens incluis, want ze hebben daar de absolute macht om betreurenswaardige gebeurtenissen te voorkomen. De industrie? Zo lang de politiek het laat afweten, kakelt die voort. Terwijl juist die, en niet de kleine man, straf verdient: voor tekortschietende langetermijnvisie, algemeen belang beschadigend management en veel te veel aandacht voor public relations.
Portugal moet heus uitkijken. Anders kan het straks door die verdoemde bomen het zo mooie bos niet meer zien. Want dat is dan verbrand.
Gerrit Klaassen zegt
Economische (slechte of onzekere) omstandigheden zijn altijd een reden om goede maatregelen uit te stellen of om te zetten in daadwerkelijke wetten en regels. Europese subsidies dragen niet bij tot een oplossing, sterker nog, ze vertragen de route naar toekomstbestendige bosbouw. Bosbouw die in een land als Portugal wel degelijk een vorm van economische bedrijvigheid zou kunnen zijn. Er liggen mooie kansen, maar die leveren slechts op een lange termijn profitable winsten op. De “kleine” grondbezitters zijn slechts gebaat bij financiële oplossingen die ook op de korte termijn de zo broodnodige inkomsten opleveren. Het valt dan ook niet mee om mensen op individueel niveau te overtuigen dat met een betere aanplant (en selectieve oogst), de toekomstige opbrengsten een veelvoud kunnen zijn van de nu zo haastig (met verkeerde soorten) uitgevoerde “bosbouw”.
Sinds een jaar is er heel veel veranderd in de “houtindustrie” met de nieuwe wetten en regels die zijn vastgelegd in de CITES* overeenkomsten. (*Convention on International Trade in Endangered Species of wild Flora and Fauna) Het is door deze nieuwe regelingen bijzonder moeilijk (en duur) om honderden soorten (tropisch) hout te importeren / exporteren. De administratieve kosten om de benodigde formulieren te verkrijgen, maken dat vele gebruikers naarstig op zoek zijn naar alternatieven (meubelmakers, gitaarbouwers enz.) Er zijn dan ook reeds onderzoeken in de desbetreffende gebruikersgroepen gestart om locale (Europese) alternatieven testen. Olijvenhout, eik, noten, beuken, enz. worden gezien als goede alternatieven en de prijs stijgt dan ook. Zelfs eucalyptus staat op de lijst van alternatieven, maar dan als fineer, waarbij die natuurljk wel volgroeid moet zijn om te kunnen gebruiken. Op een “gemengd” bosbouwperceel moet dat tot de mogelijkheden behoren.
Een van de meest gebruikte houtsoorten in de wereld “toonhout” is cypres. Een boom die in Portugal goed te “verbouwen” moet zijn.
Als voorbeeld: Cupressus sempervirens (Mediterranean) kost in de “handel” €72.00 voor slechts 1 plankje van 550x200x4mm en strookjes van 800x110x3mm. Natuurlijk vergt het een investering voor de lange termijn, zo’n boom groeit niet even tot de gewenste dikte in een paar jaar (net zo min als alle andere soorten), maar de prijs is stijgende.
De oplossing zit in het overtuigen van “grondbezitters” om meer “exclusieve” bomen te planten. Een oplossing zou zijn om de “geschatte” opbrengstprijs, (over 30 jaar bijvoorbeeld), uit te betalen per jaar. Een soort van “leasecontructie” voor de grond waarin de boom wordt geplant, het onderhoud enz. Er zullen maar weinig bedrijven zijn die zo ver in de toekomst willen kijken, (alhoewel het in Skandinavische landen en Canada een bewezen concept is) maar via coöperaties of stichtingen zouden zulke financiële constructies op z’n minst onderzocht kunnen worden. Het geeft de individuele “bosbouwer” een financiële zekerheid, meer aandacht voor het onderhoud en bescherming (bij een brand is er tenslotte geen opbrengst) en het dicht een groeiend “gat in de markt”.
De oplossing ligt niet in het alleen maar uitroeien van eucalyptus, want zonder alternatief zullen individuele “bosbezitters” steeds weer kiezen voor het geld van de “papierindustrie”.
Ik persoonlijk zie veel “duur” hout in de kachel verdwijnen en moet soms met lede ogen aanzien hoe gerooide olijfbomen bij de “lenha-handelaar” in brandhout wordt gezaagd, terwijl de markt (en ja, die ligt buiten Portugal) schreeuwt om alternatieven voor de tropische soorten die door de nieuwe regelgeving niet meer beschikbaar zijn.
Rita zegt
De paulowniaboom, groeit snel, na 8 jaar te oogsten, hergroeit, enz.
Voor surfborden, muziekinstrumenten, meubels, bouw, enz.
Brandt moeilijk, is soepel hout, het hout zuigt geen water.
Arlette zegt
Die boom wordt meer gepromoot. Er zijn echter 2 soorten, 1 voor de houtproductie, genetisch zo gemanipuleerd dat er geen bloemen = zaad komt, en de tuinvariant die zich, net zo als de mimosa als een tevreden invasorische soort kan gaan gedragen.
Laten we wel wezen GEEN EEN monocultuur is onschadelijk en elk snelgroeiende boom onttrekt veel voedingsstoffen aan de bodem, waardoor je na de zoveelste oogst een net zo arme en verschraalde bodem overhoudt als met de eucalyptus
Jacomina (Co) Roeleveld zegt
Tjah….
Een oplossing is deze aanplant die Portugal rijk kan maken en de wereld veranderen:
Hemp
jan Bijpost zegt
Een mooi stukje en dank dat je enige verdieping geeft in dit probleem, en dat duidelijk met een prettige hand van een schrijver.
Karin zegt
Na de branden lijkt het wel of de eucalyptus keihard terugvecht, die boom is niet meer uit te roeien…ook al wordt-ie omgezaagd, zolang de wortels er nog zijn loopt-ie weer uit.
Esther zegt
Ik lees graag de verhalen over Portugal, maar dit journalistiek verslag ging me toch even net iets te ver, omdat ik voorafgaande aan het artikel, ik noem het een ‘krantenartikel’, geen achtergrond informatie aantrof. Dit uitgebreide verslag zou in feite in een Portugese krant geplaatst moeten worden is mijn persoonlijke mening, want alleen insiders weten waar het over gaat of je moet al heel lang in Portugal wonen en het nieuws op de voet volgen, wil je iets van het verhaal snappen. Ik ben maar een simpele immigrant …
Wat ik alleen weet, is dat ze vanwege de veiligheid van bewoners zoveel mogelijk bomen wegsnoeien die te dicht bij de huizen staan en dan elke boom, niet alleen de Eucalyptus. En dat er te veel van dezelfde soort zijn aangeplant, dat zorgt voor de felle bosbranden die bijna elk jaar woeden. Dat milieuactivisten pleiten voor meer diversiteit. Tot hier heb ik het nieuws kunnen volgen. Mijn vraag is eigenlijk, waar draait het nu precies om? Verbod op houtkap, te weinig diversiteit, veiligheid, risicovermindering ten aanzien van de bosbranden? Kan iemand mij dat uitleggen?
Winy Schalke zegt
Ik verwijs je graag naar het artikel “Hoe voorkom je een bosbrand“. Daarin probeer ik de regels te duiden. Lees ook de reacties onder het artikel. Daarin wordt nog meer verduidelijkt.
Arl zegt
Het nieuws gezien/gehoord/gelezen op 15 april?
Het afbranden van het Pinhal de Leiria was een vooropgezet plan om de houtprijs te manipuleren……..