Portugal was tot 1910 een koninkrijk. Koning Dom Emanuel II was twintig jaar toen hij met zijn gezin in Ericeira op een boot stapte en vluchtte voor de revolutie die tot de Portugese republiek zou leiden.
De jonge republiek Portugal was van 1914 tot 1916 angstvallig neutraal gebleven in de oplaaiende Eerste Wereldoorlog (WO1) in Europa. De linkse fractie in het Portugese parlement was voor aansluiting bij het Verenigd Koninkrijk (voluit heette de staat in die periode het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland) en Frankrijk. De rechtse partijen sympathiseerden met de regimes van de centrale mogendheden (Duitsland en Oostenrijk-Hongarije).
Portugal neemt deel aan WO1
Het begon heel lokaal, in Lissabon. In februari 1916 vroeg grote broer Verenigd Koninkrijk aan de Portugese staat beslag te leggen op alle Duitse en Oostenrijks-Hongaarse schepen die voor anker lagen in Lissabon. Portugal nam in totaal 72 Duitse schepen in beslag. Twee derde van de schepen werden afgestaan voor gebruik door het Verenigd Koninkrijk, terwijl de resterende 35% in dienst van de Portugese staat bleven. Het Duitse keizerrijk aarzelde niet lang en verklaarde op 9 maart 1916 de oorlog aan Portugal.
Begin 1917 werd het Corpo Expedicionário Português, een vijfenvijftigduizend man sterke Portugese infanterie-eenheid, naar Vlaanderen gestuurd. Daarmee nam Portugal effectief deel aan de Eerste Wereldoorlog in Europa. Over het wel en vooral het wee van deze Portugese legereenheid ga ik ooit een ander artikel schrijven.
Ook in Afrika begint de strijd
Vanaf 1914 hadden Portugese en Duitse legereenheden al af en toe militaire schermutselingen gehad in Angola en Mozambique. De Portugese kolonie Angola grensde in het zuiden aan Duits Zuidwest Afrika. Aan de oostkant van Zuidelijk Afrika lag het Portugese Mozambique ten zuiden van Tanganyika, in die tijd een Duitse kolonie, onderdeel van Duits-Oost-Afrika.
Na de oorlogsverklaringen van Duitsland en Portugal in 1916 begon WO1 ook in de Portugese koloniën werkelijkheid te worden. Portugese en Duitse troepen raakten slaags rond de grensrivier de Rovuma tussen Mozambique en Tanganyika, met wisselend succes.
Het strijdtoneel
De gevechten werden geleverd in het noorden van Mozambique. Dit deel was dan wel officieel een kolonie van Portugal, maar in de praktijk was het gebied een wingewest van de almachtige Niassacompagnie.
De Niassacompagnie (Portugees: Companhia do Niassa) was een Britse koninklijke compagnie, die tussen 1891 en 1929 de huidige provincies Cabo Delgado en Niassa beheerste.
Portugal had onvoldoende kapitaal tot zijn beschikking om Mozambique effectief te koloniseren, zodat Portugal het land en zijn bewoners aan particulieren verpachtte. In 1891 werd één derde van Mozambique in handen gegeven aan drie Britse bedrijven, de Mozambiquecompagnie, de Zambezicompagnie en de Niassacompagnie.
Het grondgebied dat toekwam aan de Niassacompagnie besloeg het noordelijke deel van Mozambique, ten noorden van de rivier de Lurio. De compagnie was er heer en meester. Het gaf zelfs postzegels uit als uiting van hun autonomie. De macht van de Niassacompagnie was gebaseerd op het chibalosysteem, een systeem van gedwongen arbeid, dat de Mozambikanen dwong om te werken op de plantages, de katoenvelden en aan openbare werken.
Het verloop van de strijd
Op 28 mei 1916 ging een grote Portugese expeditie naar de noordgrens van Mozambique. Voor een land in een ernstige economische crisis waren de inspanningen voor mobilisatie en organisatie opmerkelijk: 4642 mannen, waaronder 149 officieren, 1378 paarden, 159 voertuigen, waaronder 60 vrachtwagens. Maar na aankomst in Palma ging het mis; de legereenheid werd binnen een paar weken verslagen zonder een enkel schot af te vuren.
In september 1916 vielen de Portugezen het Duitse grondgebied binnen en veroverden ze het fort van Nevala. Bij een tegenaanval werden de Portugezen omsingeld in het fort en met veel moeite slaagden ongeveer duizend mannen erin om aan de Duitsers te ontsnappen.
De Kionga-driehoek
Beeld Göttinger Digitalisierungszentrum.
De Kionga-driehoek is een minuscuul stukje land aan de zuidkant van de monding van de Ruvuma rivier. Het gebied was in 1894 door de Duitsers ingenomen, nadat zij met de Britten in 1890 het Helgoland-Zanzibarakkoord hadden gesloten. Tijdens WO1 werd het zuidoostelijkste stukje Duits-Oost-Afrika veroverd door de Portugezen, die de driehoek al geclaimd hadden sinds de Koloniale Conferentie van Berlijn (1895). Op 10 april 1916 namen zij Kionga in, dat destijds circa 4.000 inwoners telde.
Een Leeuw van Afrika betreedt het strijdtoneel
In november 1917 komt een belangrijke Duitse legerleider in actie. Generaal von Lettow-Vorbeck was al een legende voordat hij de Portugezen in Mozambique aanviel.
Foto Bain News Service.
Bij het uitbreken van WO1 in augustus 1914 was Von Lettow-Vorbeck commandant van een troepenmacht van honderden Duitse officieren en manschappen en enkele duizenden lokale troepen, aangeduid als Askaris (Kiswahili voor soldaat). Het Verenigd Koninkrijk nam in december 1914 het initiatief tot vijandelijkheden tegen Duitsland door de landing van Britse troepen bij Tanga (Tanganyika). Deze landing was een fiasco; de aanvallers moesten zich terugtrekken en de Duitse troepen kregen de beschikking over een grote hoeveelheid militair materiaal en materieel.
Von Lettow-Vorbeck besloot een guerrillaoorlog te voeren teneinde zo veel mogelijk Britse troepen in Afrika vast te pinnen. Voor zijn uitrusting en munitie bleef hij grotendeels afhankelijk van hetgeen hij op de vijand kon buitmaken. In de loop van de Eerste Wereldoorlog voerde Von Lettow-Vorbeck een zeer mobiele veldtocht, waarmee hij een groot aantal Britse en Zuid-Afrikaanse troepen (onder bevel van Jan Smuts) van de Europese slagvelden wist af te houden. De veldtochten van Von Lettow-Vorbeck leidden tot hongersnood in de gebieden waar hij doorheen trok, daar hij de voedselvoorraden voor zijn troepen (en hun dragers) gewoonweg bij elkaar roofde. Duizenden Afrikanen vonden de dood door het optreden van het Duitse leger, dat in de loop van de oorlog vele kilometers aflegde. Von Lettow-Vorbeck en zijn mannen opereerden vanaf het noorden van Duits-Oost-Afrika tot diep in Portugees-Oost-Afrika in het zuiden.
In november 1917 werden de Portugese troepen in Negomano door de Duitse troepen verrast en ontstond er een bloedbad. Na de belegering duurde het slechts één dag voordat de Portugezen bezweken. De Duitsers vulden hun voorraden wapens en medicijnen aan die ze op het Portugese leger veroverd hadden. Vijf officieren en veertien Europese soldaten stierven, evenals 208 Afrikaanse soldaten. Vervolgens trok het Duitse leger naar het zuiden op een ‘grote safari’ die bijna een jaar zou duren. De Portugezen moesten de hulp van het Britse leger inroepen.
Foto Rama.
Ook in het jaar daarop leden de Portugezen grote verliezen tegen de Duitse legermacht onder leiding van de Leeuw van Afrika. In juli 1918 veroverden Duitse troepen de stad Namacurra in (500 km in Mozambicaans gebied) en namen belangrijke wapens en voorraden in beslag. Later dat jaar verlieten ze Portugees gebied om in Noord-Rhodesië tegen de Britten te gaan strijden.
De oorlog is voorbij
Op 11 november 1918 eindigde WO1 en capituleerde Duisland. De wapenstilstand werd in Frankrijk getekend in een rijtuig van een trein in het Bos van Compiègne. Het definitieve vredesverdrag werd ondertekend in Versailles op 28 juni 1919.
In een voetnoot van WO1 werden in Zuidelijk Afrika landen en regio’s verdeeld onder de overwinnaars. Duitsland verloor zijn koloniën. In Afrika was dat: Duits-Oost-Afrika (Tanganyika, Ruanda-Urundi) aan het Verenigd Koninkrijk en België; Togoland (Brits-Togoland, Frans-Togoland) en Duits-Kameroen (Brits-Kameroen, Frans-Kameroen) aan het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk en Duits-Zuidwest-Afrika (Zuidwest-Afrika) aan Zuid-Afrika.
Ook Portugal kreeg een stukje terug: de driehoek van Kionga, een gebiedje waarover in het verleden zoveel gesteggeld was, werd bij wijze van compensatie van de geleden oorlogsschade definitief aan Portugal toebedeeld.
De Afrikaanse militaire interventie geëvalueerd
De resultaten ban de militaire interventie van het Portugese leger in de hele oorlogsperiode in Mozambique worden als dramatisch slecht beschreven. Nuno Lemos Pires verklaart in een artikel de redenen voor de nederlagen van Portugal in deze strijd:
1. De Portugese republiek gaf geen prioriteit aan de strijd in de kolonie. De bestaande strijdkrachten waren bedoeld en voorbereid op het handhaven van de openbare orde en veiligheid, niet op het voeren van oorlog. Ook was een slechte logistieke voorbereiding het gevolg van het gebrek aan prioriteit.
2. De oorlog in Afrika was compleet anders dan in Europa: de infrastructuur was slechter, tropische ziekten eisten hun tol. Een saillant detail van het verschil: gevaarlijke wilde dieren bedreigden het leger. Giraffen vernietigden telegraaflijnen, nijlpaarden vielen mensen aan de waterkant en schepen op de rivier aan. ’s Nachts vraten leeuwen militairen op.
3. Een andere factor die tot het militaire drama leidde was dat de lokale bevolking geen enkel belang had bij de oorlog; zij leden het meest. Er waren honderdduizenden burgerslachtoffers. De bevolking zag de Duitsers als bevrijders, omdat ze meer dan genoeg hadden van de dwangarbeid die de Companhia de Niassa hen had opgelegd.
Af en toe werd ook in het Portugese parlement kritiek geleverd op hoe Portugal de oorlog in Mozambique voerde. Manuel Brito Camacho (politicus en schrijver) was het meest uitgesproken.
“Het is geen geheim dat troepen naar Afrika gestuurd worden zoals vee naar het slachthuis”. Manuel Brito Camacho
In de totale periode van WO1, tussen 1914 en 1918, stuurde Portugal negenendertig duizend soldaten naar Afrika. Ondanks deze enorme inspanning van de jonge republiek in crisis, was het trieste resultaat van de Afrikaanse een reeks van nederlagen en mislukkingen tegen de Duitsers. Volgens officiële cijfers verloren ongeveer tweeduizend Europeanen het leven, maar onder Afrikanen was het aantal doden vele malen groter.
Foto Henk Eggens.
Het optreden van het Portugese leger in Mozambique werd in Portugal ervaren als een nationale schande. Gedurende de Estado Novo, de dictatuur onder leiding van Salazar, werd dit deel van de Portugese geschiedenis angstvallig genegeerd.
Trivia
In 2020 opende het Rotterdams filmfestival met Mosquito, de tweede speelfilm van de Portugese regisseur João Nuno Pinto. De film vertelt het verhaal van de jonge Portugese soldaat Zacarias, die tijdens de Eerste Wereldoorlog vrijwillig naar Mozambique afreist om de Portugese kolonie te verdedigen tegen de Duitse troepen. Het verhaal is gebaseerd op de ervaringen van de grootvader van de regisseur. De film was op het filmfestival in 2020 een groot succes. Ik weet niet of de film nog te zien is. Te koop is hij wél, bij Leopardo filmes.
Tina zegt
dank! interessant artikel, weer flink veel bijgeleerd.
alberto jorge paulino valentim zegt
Mooi Artikel.
Zelf ben ik pas in het enige Portugese Militaire begraafplaats uit de eerste wereldoorlog geweest in Richebourg Noord Frankrijk.
Dit stukje geschiedenis was tot voor kort voor mij nog onbekend. Totdat mijn schoonvader (91 Jr) vertelde over de verhalen van een inwoner uit zijn dorp, die toen hij nog klein was (die de oorlog in Frankrijk zelf had meegemaakt). over de verschrikkingen aldaar, (ratten, overal ratten. ).
Dus ik ben erg nieuwsgierig wat u kunt meedelen over de Portugezen in de eerste wereldoorlog.
M.v.g. A. Valentim.
Jan van Trigt zegt
Nooit geweten van dit deel van de geschiedenis. Prachtig artikek
Henk Eggens zegt
Beste Alberto, dank voor je reactie.
De verhalen over de verschrikkingen die ook het Portugese leger meegemaakt hebben in Noord-Frankrijk zijn afschuwelijk. Ik zal er een artikel aan wijden. Maakte je een foto van de begraafplaats in Richebourg die ik ter zijner tijd kan plaatsen?
josephine lucassen zegt
Ja Henk
Dank voor je interessante artikel. Ik wist van de slag van la Lys, de loopgraven ratten etc maar weinig van de oorlog in Afrika. Wat is er veel geleden. Dank je wel nogmaals