Jaren geleden bezocht ik een tentoonstelling in het Amsterdams Historisch museum waarin geuren een rol speelden. Er hingen geurkastjes waar je je neus kon insteken en zo kon opsnuiven hoe oma’s tasje rook (naar pepermunt en eau de cologne). Wat het onderwerp van de tentoonstelling was en welke andere geuren er waren, herinner ik me niet meer. Het zal wel iets te maken hebben gehad met geuren van vroeger, want geuren zetten zich vast in je geheugen. En als je een geur die je kent opnieuw ruikt, kan de herinnering weer tot leven komen.
Geuren van vroeger
Ik herinner mij van mijn jeugd in Amsterdam de geur van de chocoladefabrieken aan de Sloterkade, Tjoklat en Nuts. Aan het eind van de zomer rook je de suikerbietencamagne, een weeïge lucht, die vanaf Halfweg over de stad trok.
Later werden de geuren minder, of moet ik zeggen, minder aantrekkelijk. Er kwam een rondweg om de stad die vooral naar uitlaatgassen rook en steeds meer vliegroutes van en naar Schiphol kriskras boven de stad verspreidden de lucht van kerosine. De chocoladefabrieken waren toen allang weg en de suikerbieten … ik rook ze niet meer. Gelukkig was er nog wel een straat met lindebomen, een feest voor je neus als die bloeien. Maar ja, dat duurt maar even.
De geur van Portugal
De zomervakanties in Portugal hadden hun eigen geur. Als ik aankwam op het vliegveld van Porto, rook ik meteen eucalyptus. In Faro was het meer de geur van ‘maquis’, de Franse naam voor een combinatie van mediterrane struiken. Je ruikt dan tijm, lavendel, rozemarijn en andere kruiden door elkaar.
Nu ik al een tijdje in de Algarve woon, leer ik de geuren door het jaar heen kennen. In januari is er de geur van amandelbloesem. Ik wist niet dat die zo heerlijk ruikt. Maar je moet wel dicht bij de boom staan, de geur draagt niet ver.
De geur van bloeiende sinaasappel- en citroenbomen is veel dwingender aanwezig en verspreidt zich over een groot gebied. In het voorjaar ruik ik ’s morgens vroeg op mijn balkon de geur van citrusbloemen. ’s Zomers ruik ik, afhankelijk van hoe de wind staat, de zee of de vegetatie uit de bergen: tijm en andere kruidige geuren.
Planten in geuren …
Maar er zijn meer planten met specifieke geuren. Ik rook een zware geur achter de muur van een boerenbedrijf. Ik herkende hem niet en ik had zelfs het vermoeden dat het misschien de geur van landbouwgif was.
Toen we dezelfde geur opnieuw tegenkwamen, onderweg op de fiets, ben ik afgestapt en heb net zo lang rondgesnuffeld tot ik de plant gevonden had die hem verspreidde. Een klimplant met hartvormige bladeren, minuscule bloemetjes en, au, venijnige doorns. Ik nam een takje mee om thuis te determineren en zette het in een borrelglaasje met water. Het duurde niet lang of de hele kamer vulde zich met het zware parfum van de struikwinde (Smilax aspera). In het Portugees heet de plant salsaparrilha-bastarda.
Kerrie is een mengsel van kruiden en specerijen (o.a. gember, kardemom, koriander, kruidnagel, kummel, karwij, kurkuma en zwarte peper). Hoe bijzonder is het dat een plant naar juist deze combinatie van kruiden en specerijen ruikt? De kerrieplant, Helichrysum italicum is een plant uit de asterfamilie met grijs-zilveren naaldvormige blaadjes en gele bloemen. De plant komt uit het Middellandse Zeegebied en groeit in zand of rotsachtige grond. In Tavira staat hij volop langs het duinpad naar het strand van Barril. Je krijgt er trek van als je erlangs loopt. De Portugese naam: erva-caril of caril-das-areias of erva-espanta-diabo.
En dan zijn er de nachtbloeiers. De ‘Dama-da-noite’ (Cestrum nocturnum) is een groenblijvende struik met kleine geelgroene bloemen. Hij lijkt het meest op een liguster. Niets bijzonders, zou je zeggen. Tot hij in de avond zijn bedwelmende geur loslaat. Opvallend genoeg, bijna altijd op dezelfde tijd. Om zich overdag weer te gedragen als een plant waar niets bijzonders aan is.
Waarom verspreiden planten geuren? Om insecten aan te trekken die zorgen voor de bestuiving en dus voor zaadvorming waardoor de plant zich kan vermenigvuldigen. De planten die overdag geuren, mikken op bijen, hommels en vlinders. De nachtgeurders lokken nachtvlinders of vleermuizen aan. Er zijn ook planten die stinken, bijvoorbeeld naar poep. Voor wie doen ze dat? Voor de strontvliegen natuurlijk.
… en kleuren
En de geurloze planten, hoe trekken zij hun bestuivers aan? Wel, ze tooien zich met fraaie kleuren. Het geel van de mimosa, het rood van de papavers, de verschillende kleuren van de bougainville en de oleander. Maar de mooiste bloemkleur in de Algarve vind ik die van de jacarandabomen die in mei bloeien. Het is een paarsblauwe kleur die vooral prachtig uitkomt tegen een witgeschilderde muur.
Lotte Akkerman zegt
Overheerlijk dit verhaal over geuren die herinneringen oproepen, Maja. Dank je.
Bij jouw woord Tjoklat zie ik de goudkleurige doos met in sierlijke reliëf letters Tjoklat erop. Als deze doos vol knopen bij ons, vroeger, op tafel stond dan rook het naar naaimachine…. En de geuren van Portugal. Iedereen ruikt iets anders afhankelijk van situatie en stemming. Verrukkelijk.
Maja Kersten zegt
Dank voor je reactie, Lotte.
Willy zegt
Balkondeur open, het is warm in Amsterdam, hier geurt mijn jasmijn.
Maar jouw verhaal brengt mij naar Portugal, mijmerend terug in de tijd.
De geuren doen mij de tijd herbeleven, dank voor je prachtige verhaal.
Maja Kersten zegt
Graag gedaan, Willy, dank voor je reactie.
Olga zegt
Weer prachtig verhaal Maja. Zat de Tjoklatfabriek naast ons, op de Sloterkade, waar later de lampenfabriek Indoor is gekomen?
Groeten Olga
Maja Kersten zegt
Dank voor je reactie Olga. De Tjoklat zat op de Schinkelkade, hoek Vaartsstraat. Later is op die plek een bejaardenhuis gebouwd, dat nu weer afgebroken is. Groetjes, Maja
Kees van der Klauw zegt
Prachtig verhaal en heel herkenbaar, ik kan me nog goed de geuren van de koffiebranderij herinneren waar ik op weg naar school langs fietste. Dat was trouwens niet in Amsterdam maar die was daar neem ik aan ook gevestigd.
Groeten Kees
Maja Kersten zegt
Wat schrijven over geur al niet losmaakt, dank voor je reactie Kees.
Isabelle Desmet zegt
Mooi verhaal, inderdaad geuren roepen zoveel op.
Het snoeien van liguster en het bloeien (een weeë geur) brengen me terug naar mijn kinderjaren, bij mijn grootmoeder.
Het mouten van het graan dat periodiek gebeurt in de bierbrouwerij achter mijn ouderlijke thuis, heel doordringend maar voor mij is het iets als thuiskomen. Het branden van koffie in Kortrijk, door de plaatselijke koffieproducent,op weg naar school.
En dan, het reizen naar Zuid-Frankrijk, warme zandgrond en lavendel.
De reeks is eindeloos.
Maja Kersten zegt
Heerlijk toch, dat soort ‘geurherinneringen’, dank voor je reactie Isabelle.
Adri Donker zegt
Beste Maja,
Allereerst mijn complimenten voor het logo dat je/U voor je/uw zelf ontwierp. Meer Portugees kan wellicht niet. Prachtig.
Mooi hoor! Ik kocht in 1974 van een Portugese boer een dubbel ossenjuk. Van kurk eik. Was Portugees beschilderd: dus veel blauw en met een christelijk kruis. Ik was zo dom om dat – in de mode van die tijd in Nederland – over te schilderen met allerlei kleuren bruin. Dom, dommer kan niet! Wil het nu terug schilderen in Portugese kleuren, maar die kan ik – voor een ossenjuk – op het internet niet vinden. Kunt U mij wellicht helpen? Dank voor reactie.
Maja Kersten zegt
Beste Adri,
Bedankt voor je reactie en compliment. Met het logo bedoel je, denk ik, de kleurige tegeltjes? Zij zijn ontworpen door Winy Schalke, de initiatiefneemster van Portugal Portal.
Dan je vraag over het ossenjuk, je ziet ze niet veel meer. Ik denk dat je je het best wendt tot het museum van volkskunst: Museu Nacional de Etnologia in Lissabon (www.mnetnologia.wordpress.com). Veel succes!