Toen ik een tijd terug nog eens in Brugge was, liep ik bij toeval langs de gevel van een godshuisje met deze mooie steen, die voorzien werd van fraai uitgekapte belettering. De tekst is een licht gewijzigde variant op een klassieke spreuk –Niets nieuws onder de zon– die op zich dan weer gebaseerd is op deze Bijbelse tekst (Prediker 1:9): ‘Tgene datter geweest is, ’t selve salder zijn: ende ’t gene datter gedaen is, ’t selve salder gedaen worden: so datter niet nieuws en is onder de Sonne’.

Enig opzoekwerk leerde me dat de tekst werd omgevormd door de Vlaamse dichter Herman de Coninck (1944, Mechelen – 1997, Lissabon), waarbij ‘onder’ dus ‘zonder’ werd. Een typische spielerei van de dichter, uit het gedicht Winter, dat deel uitmaakt van de bundel Zolang er sneeuw ligt (uitgeverij Orion-Brugge, 1975).
Internationaal gerespecteerd, ook in Portugal

Herman de Coninck was een bekende Vlaamse dichter, essayist en journalist, die tussen 1969 en 1997 een belangrijk oeuvre produceerde dat door zijn directe en toegankelijke vorm door een breed publiek in de Lage Landen wordt gesmaakt. Zijn debuut, De lenige liefde (1969) sloeg in Vlaanderen in als een bom en ging tien keer in herdruk. In Nederland werd zijn eerste bundel in 1975 uitgebracht, aanvankelijk met bescheiden succes. Daarover zei de auteur: “God leest mijn poëzie graag. Maar God is geen Hollander.” Na zijn huwelijk met de schrijfster Kristien Hemmerechts kwam daar verandering in. Zij zorgde voor de juiste contacten die hem ook in Nederland een behoorlijke exposure bezorgden.

Naar hem werd de Herman de Coninckprijs genoemd, oorspronkelijk alleen voor Vlaams werk, maar sinds 2017 ook toegankelijk voor Nederlandse dichters. Zijn bekendheid ging echter verder dan dat. Zijn werk werd in een dozijn talen uitgegeven, van Engels over Duits en Russisch, maar ook in het… Portugees.
De gerenommeerde Portugese blog Poesia & LDA stelt de Vlaamse poëet als volgt voor: “Een van de belangrijkste Vlaamse dichters van de naoorlogse periode. Hij was een van die Europese dichters die puristen zo verontrustten door hun opmerkelijk vermogen om uit een ogenschijnlijk steriel en banaal alledaags leven scherpzinnige, heldere momenten te halen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van een taal met een opmerkelijk discursief vermogen, waarbij humor niet de minste van de troeven is.”
Het Coletiva Mateus
Dit collectief van Portugese vertalers specialiseert zich in poëzie en is ook bekend van het Seminário de Tradução Coletiva de Poesia Viva (Seminarie voor Collectieve Vertaling van Levende Poëzie). In samenwerking met verschillende Europese centra wordt gewerkt aan de oprichting van een Europees netwerk van vertaalcentra voor levende poëzie. Het coletiva komt geregeld samen in het bekende Casa de Mateus in Vila Real.

Elk project wordt georganiseerd door een dichter die de uitgenodigde buitenlandse poëten selecteert en een team van geassocieerde schrijvers en vertalers om zich heen verzamelt. Tegelijkertijd treedt deze op als animator van het seminarie en houdt toezicht op de publicaties die er uit voortkomen. Tientallen dichters van over de hele wereld werden op die manier reeds naar het Portugees vertaald. En zo werd in 1994 werk van Herman de Coninck onder handen genomen, met een selectie van gedichten uit De hectaren van het geheugen (1985), een van zijn meer romantische bundels.

In oktober 1994 werd het resultaat van deze vertaling gepubliceerd in het tijdschrift Mateus. Twee jaar later werd het door dichter Nuno Júdice herzien en door Quetzal Editores uitgegeven onder de titel Os Hectares da Memória. Ook de Nederlandse schrijfster Eva Gerlach en de Franstalige Belg Jacques Izoard kwamen later aan de beurt bij het Coletiva Mateus. Hierbij als voorbeeld het gedicht Meisje, vertaald als Rapariga en voor mij persoonlijk een van de favoriete gedichten van De Coninck.

De samenwerking met het collectief was een belangrijk moment in de internationale erkenning van zijn werk en het toont zijn sterke band met de Portugese literaire wereld. Het is een tastbaar voorbeeld van de culturele brug die Herman sloeg tussen de Lage Landen en Portugal.
Drama in Lissabon
Helaas, nauwelijks een jaar later wordt aan dit verbindend werk op een tragische manier een einde gemaakt en dan nog uitgerekend in Portugal. Onder auspiciën van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds wordt in mei 1997 in Lissabon een vierdaags congres gehouden ter promotie van de hedendaagse literatuur uit Vlaanderen en Nederland. Ook uitgenodigd: Herman de Coninck die op 22 mei in de straten van Lissabon op weg is naar het gebeuren, samen met bevriende schrijvers als Hugo Claus en de Nederlandse Anna Enquist. Vlak bij het Gulbenkian museum zakt hij plots ineen, getroffen door een hartaanval, en sterft op straat in de armen van Anna Enquist.

Ter nagedachtenis aan Herman werd er op de plek van zijn overlijden, aan de Rua Marquês Sá da Bandeira nr 74, een gedenktegel in het trottoir ingewerkt, met daarop de Portugese vertaling van een van zijn gedichten, Sprookje, (uit de bundel De Lenige Liefde, 1969).
Herman de Coninck werd begraven op de begraafplaats Schoonselhof, het Antwerpse Père Lachaise. In 2015 liet zijn weduwe, Kristien Hemmerechts, de grafsteen vernieuwen met een kunstwerk van Gino Tondat. De Portugese connectie werd ook hier doorgetrokken met een toepasselijke mozaïek die verwijst naar de Portugese straatmozaïek en de vermelding van Lisboa als plaats van overlijden.

Cinco Estrelas * * * * * – Os Poetas, dichters op muziek
Dit aanbod van poëzie zorgde ervoor dat ik niet moest twijfelen over mijn traditionele muzikale uitsmijter. Het project Os Poetas zag het levenslicht in 1997 (toevallig het jaar van het drama in Lissabon…) en was een initiatief van de muzikanten Rodrigo Leão en Gabriel Gomes (beiden ex-Madredeus en Sétima Legião) en Hermínio Monteiro van uitgeverij Assírio & Alvim. Een vijftal dichters (Luiza Neto Jorge, Herberto Hélder, Mário Cesariny, Al Berto en António Franco Alexandre) werden uitgenodigd om met hun eigen stem de puurheid van hun poëzie met nieuw gecomponeerde muziek te combineren. Zoals Monteiro het samenvat: “Het project begint met het luisteren naar de gedichten (meer dan met het lezen ervan). De muziek, die eerst door de woorden navigeert, laat zich uiteindelijk door hen dragen totdat het een steun of vlot wordt.” Zo kwam hun eerste plaat tot stand, Entre Nós e as Palavras (Tussen ons en het woord). Het werd een instant succes, in zoverre dat het project ook in de Portugese theaterzalen terecht kwam. De massale respons was ook de reden waarom het tot 2012 duurde voor er een vervolg kwam met Autografia en nog eens elf jaar later O Homem em Eclipse. Op deze laatste twee platen werd het accent gelegd op werk van de ondertussen overleden Mário Cesariny en Al Berto.

Deze laatste brengt ons ook naar de Lage Landen. Geboren in Coimbra was hij afkomstig uit een adellijke familie met Engelse roots. Hij weigerde dienstplicht en vertrok in 1967 naar België. Daar studeerde Al Berto schilderkunst in Brussel, maar na zijn studies besloot hij om zich toe te leggen op literatuur, film en andere disciplines. Hij leefde er in een commune van artistieke hippies en naast zijn homoseksuele contacten verwekte hij er ook een kind bij een van de twee aanwezige vrouwen, vermoedelijk de eveneens aristocratische artieste Joelle de La Casinière (bron: petroglifotribal.blogspot). Van hem is het gedicht Há-de flutuar uma cidade no crepúsculo da vida dat op de plaat Entre nós e as palavras staat, op muziek van Rodrigo Leão. Een laatste detail: Al Berto overleed ook in 1997…

Geef een reactie