Door gastschrijver Charles Phaff
Iedereen die door de Algarve rijdt kent ze: Casas de Cantoneiros, kantonniershuizen of wegwerkershuizen. Gerestaureerde of vervallen huizen langs de weg die opvallen door hun uniforme bouw, gevel en decoratie. Meestal liggen ze langs de rurale wegen en hebben op voor- en beide zijgevels een typisch tegelplateau. In heel Portugal staan er honderden van dit soort huizen die allemaal verschillend zijn. In de Algarve en de Zuidwestelijke Alentejo staan vijftien van deze Casas de Cantoneiros, die bijzonder zijn vanwege hun uniforme bouw en gevel.

Wegenbouw
In de Algarve werden de eerste wegen in de Romeinse tijd gebouwd. In São Brás de Alportel zijn uit die tijd nog twee korte stukken weg intact aanwezig, de Calçadinhas. Tot eind van de 19e eeuw waren alle wegen in Portugal slecht omdat ze nauwelijks geplaveid waren. In een land waar meer dan vijftig procent van de landsgrens kust of rivier is, ging het meeste vervoer per boot. Ook tussen kustplaatsen die relatief dicht bij elkaar lagen was het vervoer over zee snel en veilig.
In Portugal was de Algarve van oudsher een geïsoleerde streek. Enerzijds door de Monchique bergen en de Serra de Calderão, die een natuurlijke barrière vormden en anderzijds door het ontbreken van goede wegen in de Alentejo. In de 19e eeuw bracht de Industriële Revolutie in heel Europa een ongekende technische en economische ontwikkeling op gang met een steeds grotere behoefte aan transport van mensen en goederen. Vervoer over water was ontoereikend en goede wegen werden onontbeerlijk.
De aanleg van het eerste wegennet begon aan het eind van de 18e eeuw en onderhoud was noodzakelijk om het in aanvaardbare conditie te houden. De Portugese staat begon daarom overheidsstructuren te creëren voor wegonderhoud en het systeem van cantoneiros (wegwerkers) werd geïntroduceerd. Het idee was dat wegwerkers in de afgelegen streken beter hun werk konden doen als ze permanent aanwezig waren bij de wegen die ze moesten onderhouden. Daarom besloot de staat gratis houten woonhuizen voor hen te bouwen omdat dat voor iedereen aantrekkelijk was: De cantoneiros woonden niet meer in een krot zoals gebruikelijk was op het platteland en de staat hoefde niet voor hun transport naar de werkplek te zorgen. Echter vanwege de politieke en sociale onrust was dit systeem moeilijk te handhaven. Het raakte in verval tot in de twintigste eeuw de Estado Novo van Salazar opkwam, een conservatieve, paternalistische en onderdrukkende dictatuur die echter wel politieke en sociale stabiliteit gaf. Daar bleek het systeem van de cantoneiros met hun Casas beter in te functioneren en werd in landelijke wetgeving vastgelegd. In 1927 werd de Junta Autónoma de Estradas (JAE) opgericht, het Autonome Wegen Agentschap, dat verantwoordelijk was voor alle wegenbouw en het onderhoud. Ditmaal werden stenen huizen van goede kwaliteit voor de Cantoneiros en hun gezin gebouwd. Dat zijn de Casas de Cantoneiros die nu nog overal langs de wegen staan.
Casas de Cantoneiros
Hoewel er in heel Portugal verschillende typologieën te herkennen zijn werden ze volgens een standaardontwerp gebouwd en hun uiterlijk is over het algemeen homogeen. De huizen in de Algarve, met hun bijna absolute uniformiteit, zijn uniek. Deze twee aan elkaar gebouwde, gelijkvloerse, wit gepleisterde, symmetrische, vierkante woningen met elk vier kamers zijn destijds ontworpen door ingenieur Joaquim Barata Correia. Zij dienden niet alleen als woonhuis voor twee cantoneiros en hun gezinnen maar ook voor de opslag van materialen en gereedschap. De cantoneiros waren elk verantwoordelijk voor een ander deel van de weg (een cantão), die maximaal acht km lang kon zijn. Waar twee cantões bij elkaar kwamen werden de twee huizen gebouwd. De gevel is kenmerkend: twee deuren, twee ramen, een daklijst met ornamenten en een centraal verhoogd golvend gevelstuk (timpaan of fronton) voorzien van een uniform versierd tegelpaneel waarop “Casa de Cantoneiros”, “J.A.E.” en het bouwjaar staat. Aan de zijkanten bevond zich meestal nog een gelijksoortig tegelpaneel dat de afstand in kilometers tot de volgende steden en dorpen aangaf. De JAE bouwde rond WO II overal in Portugal Casas de Cantoneiros, soms met wegdecoraties zoals fonteinen en picknick plaatsen. In 1999 ging de JAE ten onder in een corruptieschandaal en werd opgeheven, ook omdat het Portugese wegennetwerk inmiddels te groot en complex was geworden. De JAE werd vervangen door maar liefst drie nieuwe instanties die na enkele organisatorische omzwervingen opgingen in de huidige Infrastructuras de Portugal (IP) verantwoordelijk voor alle mobiliteit over (spoor)wegen, bruggen en tunnels. De Casas de Cantoneiros zijn de laatste getuigen van een verdwenen tijdperk en inmiddels nationaal erfgoed geworden. Veel van hen waren onbewoond en stonden jaren leeg en een aantal van hen is in (ernstig) verval. Dankzij publiek en particulier initiatief zijn recent enkelen Casas gerestaureerd en hebben een nieuwe functie gekregen.
Cantoneiros
Een cantoneiro had veel taken: wegdek, muren en bruggen controleren en onderhouden, gaten vullen, afval verwijderen, verkeersborden repareren, markeringen aanbrengen, kilometerstenen rechtzetten, berm reinigen, bomen en struikgewas snoeien, veiligheid waarborgen en hulp bieden aan gestrande reizigers. De cantoneiros uit de 18e en 19e eeuw hadden echter een slechte reputatie. Ze zouden lui en vaak afwezig zijn want ze probeerden hun schamele loon aan te vullen door eigen producten te verkopen en bij particulieren te werken. Daardoor verwaarloosden ze het werk waarvoor ze door de staat waren gecontracteerd. “Het is moeilijker om een cantoneiro op de weg te vinden dan een witte merel in een moestuin” was de bloemrijke verzuchting van een parlementslid.
Tijdens de dictatuur van de Estado Novo verbeterde hun reputatie. Naast het werk, salaris en een veilig en comfortabel huis, dat zonder de overheid onbereikbaar was, werd een strenge, paternalistische discipline afgedwongen. Werkhouding, netheid van hun huizen, kapsel en uniform moesten onberispelijk zijn evenals hoffelijkheid tegenover publiek en superieuren. Ze konden premies, getuigschriften en onderscheidingen verdienen die ze weer verloren bij berispingen of straf. De dienstverlening en het wegennet verbeterde zo geleidelijk, ook omdat de leefomstandigheden van de cantoneiros beter werden. Hierdoor kwam er meer waardering uit de maatschappij, maar ze bleven een minderheidsstatus houden als kleine, slecht betaalde overheidsdienaren die zeven dagen per week inclusief feestdagen moesten werken en wiens wereld niet verder reikten dan hun cantão.
Huidige Casas de Cantoneiros



De oudste Casa staat in Falacho en is bewoond. Het heeft een grote welverzorgde tuin rondom het hele huis. Het is zo groot is dat de tegelplateaus met de afstand aanduiding op de voorgevel en niet op de zijgevel staan. Niet lang geleden is het fraai gerestaureerd met waarschijnlijk privaat geld.
Het huis in Moinho da Légua is wat lastig te vinden want het ligt aan een inmiddels verdwenen, bochtig stuk van de EN120, die daar omgelegd moest worden voor de afslag van de EN268. Dit huis is ook fraai gerestaureerd, heeft drie slaapkamers en is als Alojamento Local te huur voor toeristen. Het is van alle gemakken voorzien en heeft zelfs een tonvormige mini-sauna in de tuin.
De Casa in Santo Isidro, Barranco do Velho, is tot kantoor verbouwd en huisvest de Associação de Produtores Florestais da Serra do Caldeirão.

bij São Brás de Alportel

bij Barranco do Velho

ten N. van Barranco do Velho
Langs de EN2 liggen drie Casas (Bicas de Serra, Vale Maria Dias en Cavalos). De gemeente São Brás de Alportel heeft recent aangekondigd dat ze het Casas de Cantoneiras van Bicas da Serra, dat er het slechtst aan toe is, gaat opknappen. Het zal een toeristische bestemming krijgen met de nadruk op verkoop van lokale producten.

ten Z. van Aljezur


bij Monchique
Het huis in Espinhaço de Cão staat in de steigers en wordt grondig opgeknapt door de overheid of een private eigenaar. Ook rond het huis in Meio Légua, vlak langs de drukke EN125, zag ik bouwmateriaal liggen en op het dak een bouwvakker aan het werk.
De Casa in Cachopo, de enige die midden in het dorp staat, is onderdeel geworden van de Núcleo Museológico de Chachopo maar staat er wat vervallen bij.
Casa Tanque de Serra is er het slechtst aan toe en verkeert in erbarmelijke staat met boompjes die in de dakgoot groeien.

Ook in de Zuidwest-Alentejo staan drie Casas de Cantoneiros: Odeceixe, São Teotónio en Sabóia. Ze zijn alle drie bewoond en bevinden zich in een prima staat. Toen ze werden gebouwd vielen ze administratief onder verantwoordelijk van Faro en zijn daardoor identiek aan de Casas in de Algarve.
Naast de Casas de Cantoneiros zijn er ook twee huizen door de JAE gebouwd en bewaard gebleven die door de provinciale opzichters en ook voor de opslag van materiaal en gereedschap werden gebruikt: De Secção de Conservação. Een daarvan staat in Barranco do Velho, is recentelijk opgeknapt en wordt bewoond. Het tweede staat in São Brás de Alportel en is een museum geworden: Casa Memória da EN2.

Casa Memória da EN2
In São Brás de Alportel staat sinds 2020 het enige museum dat informatie geeft over de bouw van de EN2. Het gerestaureerde gebouw was vroeger het kantoor van de voorman die de wegenbouw in de provincie Faro coördineerde en leiding gaf aan de Cantoneiros. Op de begane grond, de voormalige opslagplaats van gereedschap en machines, is informatie over de geschiedenis van wegenbouw in Portugal geïllustreerd met oude werktuigen, stenen, gebruikt gereedschap en historische foto’s. Op de eerste verdieping was het kantoor van de voorman waar alle kantoorartikelen en apparaten uit een vervlogen tijd nog aanwezig zijn.
Casa Memória da EN2: Adres: Rua Evaristo Sousa Gago, 3, São Brás de Alportel.
Geopend van 10-18 uur. Zaterdag van 15-18 uur. Maandag gesloten.
Als je het museum verlaat bots je bijna op een ander kenmerkend gebouw uit de tijd van de Estado Novo: een pittoreske, op een kiosk lijkende Posto Polícia de Viação e Transito, die hier op het kruispunt van de EN2 en de EN270 staat. Deze politieposten stonden op strategische plaatsen in Portugal om toezicht te houden op het verkeer. Er zijn er nog enkelen van over en staan leeg of worden voor andere doeleinden gebruikt, zoals in São Brás de Alportel de pizzeria Pizzarella.

Tot slot
Maria Isabel S. Carneira schreef in 2011 haar masterscriptie over de Casa de Cantoneiros in de Algarve, waar ik dankbaar gebruik van maakte voor dit artikel. In dat jaar woonde de laatste nog levende cantoneiro in zijn Casa in Corte Garcia. Dat is inmiddels niet meer het geval en Maria Carneira maakte zich zorgen over het verdwijnen van de Casas de Cantoneiros in de Algarve en pleitte voor maatregelen om dat te voorkomen.
Er is ruim tien jaar daarna gelukkig veel ten goede veranderd, mogelijk dankzij haar inspanningen. Een aantal Casas zijn gerestaureerd en bewoond, anderen verkeren weer in redelijke staat en kregen een nieuwe (woon)bestemming. Drie Casas worden nu of op korte termijn opgeknapt. Slechts één Casa is in deplorabele staat (Tanque de Serra) en een andere is verwaarloosd (Besteiros).
Hopelijk is het tij gekeerd en blijven ook deze Casas de Cantoneiros, getuigen van een voorbije tijd, behouden voor het nageslacht.




Geef een reactie