In het boek Een fado voor mijn vader tekent journalist en vriend Frank van Herk het verleden van Lameirinhas op. Het boek heeft als ondertitel Van Portugese migrant tot wereldberoemd muzikant. Het beschrijft hoe Fernando (1944) als klein jongetje opgroeit in Vimioso, in Trás os Montes, het arme noorden van Portugal.
Ik hoorde voor het eerst van Fernando Lameirinhas tijdens diens tv optreden bij Podium Witteman op zondag 24 januari jl. Zijn levensverhaal trof me. De schets van het plattelandsleven doet bekend aan. Huizen met als enige verwarming een open vuur in de keuken, waardoor, als je je warmde, de voorkant geroosterd werd en je achterkant bevroor. De archaïsche middeleeuwse toestanden in het dorp. Alles ging met de hand. Het dorsen met de trilho, de dorsplank, duurde dagen, daarna moest worden gewacht op een winderige dag, waarop het koren in de lucht werd gegooid zodat het kaf kon wegwaaien.
Muziek
De eerste muziek doet zijn intrede in Fernando’s leven in de vorm van de ‘Despedidas’, de afscheidsliedjes die de mensen zongen wanneer familieleden met de bus vertrokken naar de grote stad, en vervolgens emigreerden naar Brazilië. Het geluid van een saxofoon kan Lameirinhas onmiddellijk terugvoeren naar zo’n avond: “Dat was voor mij fado”.
Zijn vader werkt als douanier in de haven. Hij heeft een groot hart. Soms gaat honderd kilo sardines de boeken in als tachtig, en mogen de gezinnen de rest houden. Maar hij wordt opgepakt en moet een paar maanden de cel in wegens subversief gedrag. Het boek beschrijft beeldend de periode van Salazars dictatuur, met aardige buurmannen die je op de markt groeten, maar later verklikker of beul blijken te zijn.
Fernando’s vader is na zijn vrijlating verbitterd en komt in conflict met de pastoor, waarna deze een hetze begint: “Hij komt zo weinig in de kerk, hij moet wel een communist zijn”. Zijn vader wordt ontslagen en ziet geen andere uitweg dan te vluchten. Via Spanje, niet ongevaarlijk in de tijd van Franco, Salazars beste vriend, komt hij in België terecht. Daar ontmoet hij een protestantse dominee die zich zijn lot aantrekt. Zijn gezin volgt hem later. Fernando werkt dan onder andere bij een marmerfabriek, voordat hij zich samen met zijn oudere broer op de muziek stort.
Amsterdam
Fernando en Toni spelen in verschillende bandjes en touren Europa rond, voordat ze de band Jess & James oprichten. Daarmee halen ze een hit ‘Move’. Maar het succes kent ook een keerzijde. Drank en drugs eisen hun tol, vooral van de bandleden waarmee Lameirinhas samenwerkt. Het boek gaat tot in detail in op de problemen die er met verschillende mensen ontstaan, en van wie ik nog nooit heb gehoord.
De wijdlopigheid wordt larmoyant in het hoofdstuk over Lameirinhas’ verblijf in Londen. Het zijn de jaren zeventig, Fernando verkeert in de kunstenaarsscene, cannabisgebruik is wijdverbreid maar de hoofdpersoon zelf blijft een verlegen jongeman, die niets met vrouwen weet te beginnen, terwijl er om hem heen heel wat afgevreeën wordt.
Wil ik dat allemaal wel weten?
Uiteindelijk komt hij in Amsterdam terecht, waar het leven hem begint toe te lachen, al moet hij eerst nog heel wat obstakels overwinnen zoals een mislukt huwelijk, een misgelopen hitnotering, wanbetaling door tourmanagers en ga zo maar door.
Pas vanaf 1992 besluit hij zich helemaal op Portugese liedjes te storten, ‘simpele een eerlijke liedjes’. Dat blijkt een gouden greep. Hij komt hij in contact met Leonie Jansen en speelt samen met de band Bløf, Raymond van het Groenewoud en Stef Bos.
Portugal
Lameirinhas keert na de revolutie een paar keer terug naar Portugal, maar hij kan er niet meer aarden. De conservatieve en provinciaalse trekken van veel inwoners stuiten hem tegen de borst. Het klassenverschil is erg groot, de armen worden dom gehouden en de kerk is nog altijd veel te machtig. ‘Dit alles leidt tot een kruiperigheid die me tegenstaat’.
Alles moet bij het oude blijven, en dat geldt ook voor de fado. Wie daarmee experimenteert, wordt genegeerd. ‘De traditionele fado is voor velen het hoogste goed waar niet aan gesleuteld mag worden’. Lameirinhas heeft er geen goed woord voor over.
Na het overlijden van zijn vader schrijft Fernando een fado voor hem. Met deze fado trad Lameirinhas op bij Paul Witteman. Het is vreemd dat de titel consequent verkeerd wordt gespeld, in plaats van Um fado ao meu pai, staat er ‘a meu pai’. Het lied staat, evenals een paar andere, erg mooie teksten vol saudade, afgedrukt in de bijlage ‘Een zelfportret in liedjes’.
Het is een eerlijk en (bij tijd en wijle té) openhartig boek van een bijzondere emigrant, maar ‘wereldberoemd’? Dat lijkt me zelfoverschatting, al denken de fans van dit, volgens het persbericht ‘icoon van de wereldmuziek’ daar waarschijnlijk anders over.
Boek
Fernando Lameirinhas
Een fado voor mijn vader. Van Portugese emigrant tot wereldberoemd muzikant
Opgetekend door Frank van Herk.
Uitgeverij Meulenhoff. ISBN 978 90 290 9085 8
Muziek
Alle muziek CD’s van Fernando Lameirinhas bij Bol.com
Jan Herps zegt
Een goede recensie, mede omdat deze niet uitloopt op een juichende ode en kritische kanttekeningen zet. En inderdaad: werelberoemd muzikant?