Op een zekere dag in de herfst van 1955 hield een kleine vrachtwagen stil voor het leegstaande huis in onze straat. Er stapten mensen uit die er anders uitzagen dan wij. Niet anders gekleed, ja ook wel, maar meer anders getint.
Het was een gezin uit Indonesië, uit Nederlands-Indië, zoals we toen nog volhielden. Ze stonden wat verloren om zich heen te kijken en droegen tenslotte hun bezittingen het huis in. Mijn moeder zag het een tijdje aan en beende toen resoluut naar de nieuwe bewoners om kennis te maken en vroeg of zij hen kon helpen, of ze iets nodig hadden en of ze koffie wilden. Niet veel later zat het gezin bij ons aan de koffie en limonade en later aan de boerenkool. Ik kon zien dat ze het niet lekker vonden, maar ze zeiden beleefd dat het heerlijk was.
Als dank maakte de vrouw voor ons nasi kuning, gele rijst, waarvan zij beweerde dat het een lekker gerecht uit Indonesië was. Daar vonden wij eigenlijk niks aan. Pas nadat we elkaar beter leerden kennen en wij wat regelmatiger op Indisch eten werden vergast, begon ik het meer te waarderen en uiteindelijk vond ik het lekker. Of voor hen hetzelfde gold voor boerenkool weet ik niet, maar de erwtensoep die zij met sambal, licht pikant, bereidde was verrukkelijk en was zonder meer een brug naar de Nederlandse keuken te noemen.
Rooie kip
Als ik nu mijn gasten wil verrassen dan bereid ik voor hen een Indische maaltijd. Mijn rooie kip is intussen zo bekend, dat gasten al van te voren vragen of er kans is dat rooie kip erin zit. Misschien vragen ze het wel om mijn andere kooksels of baksels te ontlopen, zegt een vervelend stemmetje in mij. In Nederland zijn bijna overal exotische kruiden en specerijen te krijgen die nodig zijn voor Indische gerechten. Kant en klare boemboe’s zijn bij iedere supermarkt te koop, maar zelf maken is natuurlijk veel spannender. Sinds ik in Portugal woon heb ik met mijn Indische gerechten wat moeite. Voor veel gerechten gebruik ik serehwortel en dat kan ik in Portugal niet krijgen, dacht ik.
Mijn buurman op Armona is een echte tuinman. Manuel woont met zijn Rosaria in Évora en komt met een zekere regelmaat naar het eiland om zijn in de tussentijd overwoekerde tuin weer te fatsoeneren. Zijn irrigatiesysteem uit een eigen put zorgt ervoor dat de groei er flink in blijft zitten. Manuel verbouwt van alles. Van goudbes tot een vorm van spinazie en daartussen, de duvel en zijn ouwe moer. Je kan het niet bedenken of Manuel kweekt het.
Sereh, capim-limão of citroengras
Laatst bood hij mij een bundel sprieten aan, een soort lang gras. ‘Voor de thee’, zei hij. Het bleek echt thee met een frisse smaak en een licht zuurtje. Omdat wij de afspraak hebben dat wij alles uit elkaars tuin mogen gebruiken, vroeg ik hem waar hij het had staan. Hij toonde mij een uit de kluiten gewassen graspol en toen ik die pol wat nader bekeek, bleek dat tot mijn verrassing sereh te zijn. Citroengras is sereh, nooit geweten. Capim-limão op z’n Portugees.
Intussen heb ik mijn rooie kip wat aangepast, omdat toch niet alle wortels en kruiden die ik nodig heb in Portugal te krijgen zijn, maar het smaakt desondanks prima. Kennelijk kan het gerecht best zonder kemirinoten, djeruk purut, laoswortel en kunyit, maar het klinkt in het Maleis of Bahasa Indonesia zo lekker interessant.
Het recept
Ingrediënten 1 kilo kip 3 grote uien 4 knoflooktenen 2 Spaanse pepers 1 duim gember 4 citroenblaadjes 2 wortels citroengras in stukken 2 eetlepels zoete rode paprikapoeder 2 kleine blikjes tomatenpuree 1 theelepel suiker (liefst bruin) 2 grote eetlepels pindakaas 1 blik kokosmelk (niet light) 2 groentebouillonblokken | |
Bereiding: snijd de kip in mooie stukken en bak ze licht aan in een koekenpan. Voeg geen zout of specerijen toe. Maak in de keukenmachine een boemboe van de uien, knoflook, pepers, gember, paprikapoeder, tomatenpuree, suiker en maggiblokken. Een flinke scheut zonnebloemolie in een grote braadpan verhitten; boemboe erin en blijven roeren zodat het niet aanbakt. Voeg de citroenblaadjes en de wortels van het citroengras toe en blijf roeren, kop water erbij, roeren dan nog zo’n 5 min laten sudderen. Dan kipdelen erbij en water toevoegen tot ze driekwart onderstaan. Goed roeren, laten koken en dan zeer zacht in anderhalf uur gaar laten worden. Af en toe roeren, zodat het niet aanbakt. Citroengraswortels en citroenblaadjes verwijderen. Daarna twee grote eetlepels pindakaas en het blikje kokosmelk erbij, roeren en dan vijf minuten sudderen en uit. De volgende dag warm je het – al roerend – op een laag vuur op. En voor de liefhebber zet je een flesje piripiri op tafel. Serveer het met een timbaal rijst en boontjes. Natuurlijk smaakt een Indische maaltijd het lekkerst met een pilsje, of een glas vinho verde, ijskoud. Eet smakelijk. |
Maja Kersten zegt
Beste Koert,
Wat leuk, een artikel over Indisch eten! Mijn moeder heeft vijf jaar in Indonesië gewoond en ik ben daar geboren. Wij spraken niet over Nederlands-Indië, die term kende mijn moeder niet. Ze hield van kroepoek en toen ze zich in Portugal vestigde, moest ik regelmatig droge plakken opsturen, ze bakte de kroepoek zelf. Gelukkig was er bij mij in de buurt een goede toko, dus ik stuurde kroepoek, kripik en ook boemboes. In Portugal kon je dat niet vinden.
Nu is dat anders. Ik koop kant-en-klare kroepoek (‘aperativo de camarão’) bij de Aldi. Ketjap en kokosmelk kun je daar ook vinden. Bovendien komen hier in Tavira steeds meer Aziatische supermarktjes. Ik ben het met je eens, de beste boemboes maak je zelf met verse kruiden. Sinds kort heb ik een ‘horta’. Nu ik de Portugese naam weet, zal ik achter ‘capim-limão’ aangaan om daarin te planten.
Met vriendelijke groeten, Maja
Koert Pasveer zegt
Dag Maja,
Ik realiseer me mijn leeftijd bij het lezen van jouw opmerking over Nederland-Indië. Het is uiteraard nu een geheel misplaatste aanduiding voor Indonesië. In de tijd dat onze Indonesische buren naar Nederland verhuisden was die term nog gangbaar, als saudade misschien. Ik wens je veel succes met het scoren van een pol capim limão (ook wel heilig gras – capim santo). Mocht het niet lukken, dan heb ik citroengras in overvloed en sta graag een pol af, voor het goede doel.
Hanneke Rijkelijkhuizen zegt
heel leuk artikel weer van jou. ik ga je kip maken!
Els zegt
Leuk artikel! Zo herkenbaar dat geworstel om de juiste Aziatische ingrediënten te vinden voor oa het Indonesisch eten. Aangezien wij eens per jaar naar Nederland gaan koop ik daar in een toko alles wat ik nodig heb. Maar ik heb intussen ook geleerd hier in Portugal alternatieven te vinden en gebruiken. Geen limoen? Onrijpe citroenschil en sap is bijna hetzelfde. Geen citroengras? Wat denk je van Lucia Lima (verveine)? Gaat ook prima! Al jaren staat er ook in mijn horta ook een grote bos citroengras, als klein polletje ooit gekregen van een vriendin! Boemboes zelf maken gaat idd ook best met vervangende, in Portugal verkrijgbare alternatieven….
Jouw rode kip ga ik zeker maken! Het recept staat goed beschreven, moet lukken! Lijjt me heerlijk! Dank je wel!
Arlette Graven zegt
Beste Koert.
Citroengras of sereh is hier ook bekend onder de naam herva- príncipe. Je kan de bladeren in gedroogde vorm als ( medicinale) thee kopen. Het zaad voor de plant kan je ook hier bestellen.
Een “spruitje” afscheuren van de plant van je buurman, dat in het water zetten , wachten tot er wortelvorming optreedt en dan planten kan ook.
Kunyit, kurkuma, geelwortel…kan je overal kopen als açafrão de India. Het is echter, net zoals gember en laos makkelijk zelf in potten te kweken. In NL kan je zaad voor curryleaves en djeruk purut planten bestellen. Uiteraard zijn deze planten niet vorstbestendig!
Met vriendelijke groeten, en dank voor het recept, Arlette Graven
Do van Leeuwen zegt
Beste Koert,
Ik ben een lezer van deze site omdat we ons aan het oriënteren zijn om ons in Portugal te vestigen.
Ook ik ben gek op Indisch eten maken en kweek zelf graag de planten hiervoor, zoals djeroek peroet.
Je kunt deze ( en nog veel meer) vinden op de website van Vreeken in Dordrecht.
Succes,
Do.