Luís Perdigão uit Maladão is onze aannemer. Hij heeft veel voor ons verbouwd. Perdigão betekent grote patrijs. Het is niet zijn echte achternaam. Dat is Correia. Maar omdat er zoveel Luís-en en zoveel Correias zijn in ons dorp heeft hij, net als veel anderen, een bijnaam. Luís de grote patrijs dus.
Zijn vrouw heet Olinda. Heette, want ze is al jaren dood. Vroeger kwam ze vaak bij ons met haar schapen. Dan praatte ze veel. En vertelde altijd waar je het beste water kon halen: in Salgueiro.
Het water dat hier uit de kraan komt smaakt naar chloor. En soms is het bruin. Het is nu al maanden bruin, omdat het veel geregend heeft. Het water in de rivier de Alva stijgt en het loopt zó de reservoirs van de drinkwatervoorziening in, zonder eerst langs het filter te gaan. Heb ik horen zeggen.
Het water dat hier uit de kraan komt is ook duur. Vinden veel mensen. Daarom halen we dus water bij de bron. Zuiver bronwater. En gratis.
Bronnen is dus een onderwerp waar men veel over praat. Welke bron de beste is. Dat jouw bron beter is dan de mijne. Wat je verder haalt is beter. En Olinda ging dus naar Salgueiro.
Wij gingen altijd naar Enxudro. Dat ligt hoog in de bergen en hoe hoger, hoe schoner het bronwater is. We hebben daar een vakantiehuisje. Daar moeten we toch zo nu en dan zijn, dus dan nemen we meteen bronwater mee.
Enxudro is wel drie kwartier rijden. Een mooie tocht, dat wel. Maar als je er niet voor iets anders moet zijn, ga je daar toch niet zo snel naar toe, alleen om even bronwater te halen. Drie kwartier betekent hier niet dat het ook veel kilometers zijn. Het betekent drie kwartier rustig kronkelen over smalle bergweggetjes.
Ons bronwater was op én we hadden zin in een tochtje. Dus laten we nu eindelijk die fantastische bron in Salgueiro eens gaan proberen. Die bron waar Olinda haar water altijd haalde. Of was het Salgueiral? We twijfelen. Olinda is dood dus die kunnen we het niet meer vragen.
Weet je wat, we maken een tochtje langs Salgueiro en Salgueiral. Een mooi zondags tochtje. Door de bergen. Over prachtige stille weggetjes. Met adembenemende uitzichten. Wat wonen we hier toch mooi, zeggen we genietend tegen elkaar.
Na 22 kilometer komen we bij Salgueiro. Het dorpje ligt heel afgelegen in een diep dal met daarboven niets dan bergen. Daar moet dus wel goed bronwater zijn.
Inderdaad. Bij de bron, midden in het dorpje, zijn al twee mensen water aan het tappen. Hee, dat zijn de vrouw van Chico (Francisco) en haar zoon, uit ons dorpje, Maladão. Komen jullie hier ook helemaal je water halen? Ja, ze zeggen dat het goed water is, dus dan zal het wel zo zijn. We moeten wachten tot zij een stuk of 50 vijfliterflessen hebben gevuld. Dan mogen wij.
We maken het tochtje nog af langs Salgueiral. Dat dorpje ligt minder afgelegen en niet zo hoog in de bergen. Het bronwater is hier vast minder zuiver.
Hebben we nu geld bespaard? Nee, als je de benzinekosten uitrekent gedeeld door het aantal flessen kom je zo ongeveer op de prijs uit die je bij Lidl betaalt. Maar dan heb je niet zo’n leuke middag. En het smaakt tóch anders, zelf getapt in een bergdorpje.
Geef een reactie