Álvaro Joaquim de Melo Siza Vieira is een Portugese architect van openbare ruimten, sociale en particuliere huisvesting in binnen- en buitenland. Zijn gebouwen versmelten met de omgeving en lijken op planten en dieren.
Begin 1900 zorgt de bouwkunst voor een verbetering van de levensomstandigheden van minder bedeelden, nu zit ze in de tang van kortetermijngekte, efficiency en rendementdenken. Een architect heeft de taak om mensen te laten zien hoe prachtig mooi de wereld is, architectuur tilt de mens naar een hoger niveau, aldus de bouwmeester uit het Noorden.
Architectuur is dynamisch
Architectuur gaat over bouwen op een manier zodat de wisselwerking tussen mens en natuur intact blijft of opnieuw tot stand wordt gebracht. De moderne of organische architectuurstroming speelt in op nieuwe materialen en zoekt hervorming zonder terug te grijpen naar het verleden. Externe factoren, zoals zorg voor milieu en welzijn zorgen ook voor vernieuwing.
Volgens Vitruvius rust de architectuur op 3 basisprincipes: firmitas (stevigheid), utilitas (gebruiksvriendelijkheid) en venustas (schoonheid). Wel staat hij op flexibel gebruik van die regels. Vitruvius laat ons veel theoretische onderbouwingen, filosofische kanttekeningen en cultuurhistorische overwegingen na. Zie Klassieke vormen en maatverhoudingen in de architectuur.
Kunst is nuttig
Kunst en wetenschap zijn andere werelden, maar beide bedenken zaken die nog niet bestaan. De een omdat hij iets moois wil maken, de ander omdat hij de werkelijkheid wil ontleden.
Voor Siza is het absolute noodzaak om anderen te laten zien hoe betoverend mooi de wereld is. Hij kijkt. Bijna dwangmatig schetst hij wat zijn ogen registeren: straten, pleinen, tuinen, gezichten, pratende figuren. Hij tekent hoe hij de wereld ziet.
Bij een nieuwe opdracht begint Siza’s (kleine) team met foto’s te nemen van de omgeving en een maquette van de buurt te maken. Stafleden en sociaal werkers spreken met bewoners en mensen uit de omgeving om antwoord te krijgen op vragen als wat is jullie geschiedenis, wat betekent het gebied voor jullie, wat zijn (gemeenschappelijke) pijnpunten, zijn er zaken die het ontwerp- en/of bouwproces bemoeilijken? Alles wordt in kaart gebracht en dan wordt een eerste ontwerp gemaakt.
Pas dan komt Siza tevoorschijn. Hij bestudeert de bouwtekening, het beeldmateriaal, de mal, de uitgewerkte interviews. Hij gaat voor zijn schetsboek zitten en zijn hand tekent wat in hem opkomt. Veel schetsen gaan meteen de prullenbak in, maar deze “ideeënstroom” hoort bij het ontwerpproces. Het geeft duidelijk beeld van wat wel en niet werkt.
Film, schilder-, beeldhouwkunst, muziek, poëzie en architectuur maken deel uit van dezelfde kunstfamilie, zegt Siza. Architecten houden van dichters, omdat zij met de enige juiste woorden en ritme iets tot uitdrukking brengen, wat volmaakt is. In de bouwkunst bestaat ook die ene formule die het verschil maakt. Ook film is vergelijkbaar. Film krijgt betekenis op de montagetafel. Welke beelden elkaar opvolgen en op welke manier, bepaalt de sfeer. Architectuur is een “filmische” reis: de weg naar het gebouw. Geeft de hal iets weg van wat we verder gaan zien? , Hoe zijn de kamers met elkaar verbonden? Welke sfeer roept het licht op?
Organisch bouwen heeft niets te maken met het kopiëren van organische vormen uit de natuur, vormgeving wordt niet van buitenaf bepaald, maar ontstaat van binnenuit. Rechte hoeken van 90 graden werken “verkillend” op het gevoelsleven, vindt Siza. Kleuren en vormen bepalen stemming en maatschappelijk welzijn en vorm en materiaal mogen niet conflicteren met de (natuurlijke) omgeving.
Sociale huisvesting
Een tekort aan betaalbare woningen en wonen in fantasieloze eenheidsbouw in troosteloze buurten, is debet aan sociaal-maatschappelijke problemen.
In Nederland ontstaat begin 20e eeuw de Amsterdamse School, een bouw-stroming van baksteen met organische vormgeving: fraai metselwerk, gestileerde bas-reliëfs en ornamenten. De gewone man mag ook wonen in een “paleis”. Door hoge balkons kunnen buren elkaar niet goed zien en blijft ordinair elkaar voor rotte vis uitmaken uit, bouwkunst krijgt ook een opvoedende rol, de gewone man moet “verheven” worden.
Nederland en Duitsland
De Gemeente Den Haag vraagt Siza om nieuwe (sociale) woningen te bouwen in de vervallen en slecht bekend staande Schilderswijk. Hij en een team van sociaal werkers gaan het gesprek aan met de bewoners (50% autochtonen en 50% allochtone gezinnen uit Turkije, Marokko, Kaapverdië en Suriname) en ontwerpen daarna twee bouwprojecten: de Punt Komma (1986–1989) en het Jacob Catsstraatgebied (1989–1993). De ontwerpen zetten de Nederlandse woningbouwtraditie voort met gevels van baksteen, gesloten bouwblokken en hier en daar materiaal- en kleuraccenten. De Haagse portiek wordt gehandhaafd. Vanaf de straat kom je in een toegangsruimte en via een brede buitentrap krijg je toegang naar de gemeenschappelijke overloop en de appartementen. Er zijn diverse woningtypen, afhankelijk van de grootte van het gezin en ongeacht de culturele of religieuze afkomst van hun inwoners. In samenspraak met bewoners worden er 200 woningen gesloopt om plaats te maken voor een ondergrondse parkeergarage en een park. Bij het wooncomplex hoort een winkel.
Bonjour Tristesse, Schlesische Strasse, Kreuzberg, Berlijn, is een sociaal woonproject voor voornamelijk Turkse immigranten. Voordat Siza begint aan het ontwerpproces wordt de bewoners naar hun specifieke culturele behoeften gevraagd. De woningen moeten ook voldoen aan eventuele benodigdheden van andere gemeenschappen.
De naam Bonjour Tristesse wordt op de gevel van het gebouw geschreven door extremisten & neonazi’s, die zich verzetten tegen immigranten in de buurt.
Igreja de Marco de Canaveses
Dit minimalistische gebouw met witte buitenmuren zonder kruis of andere religieuze elementen maakt nieuwsgierig. Wat is hier? De 10 meter hoge hoofdingang versterkt de nietigheid van de “bezoeker”. Als je deze indrukwekkende deur doorgaat, kom je in het mysterieuze Goddelijke domein. Bij het ontwerp draait alles om licht, eenvoud en puurheid. Natuurlijk licht komt naar binnen via drie grote ramen. In de muur rechts van het schip zit een lang, laag raam waardoor de hal in licht baadt. De nauwe kloof in de muur visualiseert dat de kerk openstaat voor de buitenwereld. Vanuit de kerk kijk je – door de lage horizontale opening langs de zuidoostelijke muur – naar een wild en bergachtig landschap.
Twee grote schachten naast het altaar laten licht toe in het onderliggende mortuarium. Het licht in deze kapel is ook te zien door het raam in de toren. Twee glazen panelen in de andere toren symboliseren de ’transparantie’ van de kerk en fungeren tevens als extra toegangsweg.
Piscina das Marés
Eind 1950 ontwerpt Siza een zwembadcomplex in zijn eigen stad Matosinhos. Het complex – bestaand uit kleedkamers, café, kinderbad en zwembaden – is verzonken en ligt verscholen tussen de oceaan en de snelweg. Het complex bestaat uit 5 gedeelten: de weg ernaartoe; de kleedkamers; een serie platforms; het ronde kinderbad en het rechte zwembad; en de zee die komt en gaat, al eeuwenlang. Velen zeggen dat dit zijn meest karakteristieke werk is.
Je komt via een betonnen aflopende weg binnen in een hal, die eindigt in kleedkamers en douches. De ruw betonnen muren, waar de afdrukken van de bekisting nog zichtbaar is, leiden je ruimtes binnen, waar je de zee kunt horen, maar niet kan zien. De kleur van het beton steekt af tegen de rotsformaties. Man made versus natuur. Als je de kleedkamers verlaat, kom je uit op plateaus vanwaar je een overweldigend uitzicht hebt op de oceaan en de “in de rotspartijen uitgehakte” zwembaden, het lijkt net alsof ze in zee liggen.
Álvaro Siza heeft een dochter en een zoon, Álvaro Leite Siza, ook architect. Hij ontwierp een huis in Vila Real op een lang en smal sterk hellend stuk terrein. Casa Tolo. Discutabel én spectaculair!
Curriculum vitae
Álvaro Siza doceerde aan de ESBAP en aan de faculteit Architectuur. Hij was Visiting Professor aan de Polytechnic School of Lausanne, aan de University of Pennsylvania, aan de Los Andes School in Bogotá en aan de Graduate School of Design of Harvard University. Hij is lid van het American Institute of Arts and Science en een ‘Honorary Fellow’ van het Royal Institute of British Architects. Hij ontving eredoctoraten van de Polytechnic University of Valencia, Federal Polytechnic School of Lausanne, University of Palermo, University Menendez Pelayo, National University of Engineering in Lima, University Coimbra en de University Lusíada.
Hij heeft vele onderscheidingen ontvangen, zoals de Alvar Aalto Foundation Gold Medal; de Harvard University Prince of Wales Award; de European Architecture Award of the CEE/Mies Rohe Foundation; de Pritzker Prize of the Chicago Hyatt Foundation; de Praemium Imperiale of the Japan Art Association; de Wolf Foundation (Israël), een Italiaanse Gouden Leeuw en de Vitruvio Award (Buenos Aires).
Jan Waijer zegt
Leuk, je artikelen. Ik had nog nooit van Siza Vieira gehoord, maar na eenmaal googelen is duidelijk dat dit toch vooral aan mij ligt. Hele interessante architect. Al blijf ik wat nieuwsgierig naar hoe dat nu zit met hem en sociale woningbouw. Kwam het toevallig op zijn pad, of was het echt zo,n volkshuisvester?
Ik Google nog een tijdje door.
Lotte Akkerman zegt
Dank je, Jan, volgens mij kan ik 100% bevestigen dat Siza Vieira zich voortdurend heeft ingezet en zich nog steeds als werkende 80-er inzet voor sociale woningbouw. Hij heeft vaak gezegd dat er in Portugal meer voor de mensen met een kleine beurs gebouwd moet worden. Het is niet voor niets dat hij in Duitsland en Nederland is gevraagd voor woningbouwprojecten.
Zeker een interessante man en architect in diverse opzichten.
Jan Waijer zegt
Leuk zo’n snel antwoord. Dan durf ik nog wel een paar vragen op te schrijven die tijdens het lezen van je artikel bij me opkwamen. Zijn werkzame leven was natuurlijk voor een groot deel ten tijde van de dictatuur. Was er toen ook veel sociale woningbouw in Portugal? Ik begrijp dat huurprijzen in Portugal pas sinds enkele jaren zijn geliberaliseerd. Was dat ook nog een oud overblijfsel?
groet, Jan
Lotte Akkerman zegt
Ik denk zeker dat Ton Haak, onze ‘historiograaf’, hier gedetailleerd over kan vertellen.
Mijn Portugese buurvrouw praat altijd met nostalgie over “die goede oude Salazartijd”. “De dictator had zijn tekortkomingen,” zegt ze, “maar hij was geen man van dure huizen, vrouwen, vakanties en auto’s zoals die lui van nu.”
Dit is wat ik weet. Tussen 1870 en 1930 ondergingen de belangrijkste Portugese steden een belangrijk transformatieproces als gevolg van industrialisatie en binnenlandse migratie. In Porto leidt deze transformatie tot een crisis met name in de huisvesting en de daarmee gepaard gaande verspreiding van ziekten in onhygiënische sloppenwijken. Hoewel de kwestie een belangrijke plaats inneemt in het publieke debat, worden concrete maatregelen pas genomen in 1933 wanneer Salazar zijn autoritaire regime “legaliseert” en een aantal decreten uitvaardigt, waaronder het ambitieuze huizenbouwprogramma voor de “kleine man”. Dit programma is een van de belangrijkste praktische en ideologische pijlers van het dictatoriale regime. Zoals bij veel van dit soort regimes is het huizenbouwplan geïnspireerd door de rurale ideologie, te weten de economische waardering van het land en de bevordering van traditionele morele waarden. Het programma economische huizen bevordert de toegang tot het eigen woningbezit. In Porto worden 12 middelgrote wijken gebouwd, bestaande uit zelfstandige individuele woningen met tuin en moestuin, gelegen in perifere en nog niet verstedelijkte stadsdelen voor het Portugese “volk” en bedoeld voor gezinnen die met woningtekorten kampen. Het programma is overigens niet toereikend om de huisvestingsproblemen van arme arbeidersgezinnen op te lossen.
Alvaro Siza Vieira begint pas goed op dreef te komen en nationale en internationale bekendheid te krijgen in de 70’er jaren, dus feitelijk na de dictatuur.