Op de kleine, door rotsen omsloten stranden van Praia do Vau is het goed toeven. Je vindt er zowel zon als schaduw en half oktober kun je er nog lekker in zee zwemmen.
Na een paar dagen van dit zorgeloze leven begint het toch te schuren. Waar wonen de Portugezen die hier werken? Er zijn in de omgeving alleen hotels en appartementen voor toeristen. Op een morgen besluit ik te voet de weg te volgen, die haaks op de kust het binnenland invoert. Ergens moeten toch normale vormen van bestaan te vinden zijn.
Dat valt nog niet mee, de argeloosheid van de strandgenoegens maakt al gauw plaats voor pompeuze golfresorts. Alle aanplant is frisgroen, wat onnatuurlijk is voor de tijd van het jaar.
De vraag blijft waar de mensen wonen die dit in stand houden. Dan bereik ik een kleine nederzetting bij een rotonde, Quatro Estradas genaamd. Het bestaat voornamelijk uit nieuwbouwflats, de oudere woningen zijn ingestort of verlaten.
Uit de schaarse naambordjes blijkt dat hier Portugezen wonen. Veel flats staan echter leeg en de meeste zijn, zo te zien, nog niet bewoond geweest. Door dit troosteloze decor loop ik terug naar de rotonde.
Achter mij echoot plotseling het geklikklak van paardenhoeven. Ik draai me om, een geel geverfd karretje op grote, houten spaakwielen rijdt voorbij. Er zitten twee jonge Portugezen op, waarvan één het trekpaard ment terwijl de ander een tweede paardje, los aan de teugel, met zich meevoert.
Geef een reactie