In september verscheen het boek ‘The Smell of Olhão’ (de geur van Olhão), geschreven door Arthur van Amerongen, de onvolprezen Nederlandstalige auteur die al ruim een decennium in Olhão (Algarve, Portugal) woont. Maar hij deed het niet alleen, het boek is gelardeerd met een grote hoeveelheid mooie en rake tekeningen van Edwin Hagendoorn, aangevuld met een dertigtal typische recepten van Nelli Konstantinova en een uitgebreide bijdrage van toergids/architect Will Kohlen. Zo onstond een heel ander boek dan je bij het horen van de naam Van Amerongen (Engels: Ven Emewrongen) verwacht.
The Smell of Olhão leest heerlijk weg, het Engels is van een hoog niveau maar prima leesbaar voor een Nederlander die er regelmatig mee in aanraking komt. Het is zeker geen pure Olhão-promotie, zoals we Arthur van Amerongen kennen zoekt hij de sneer graag op. Maar het is absoluut een mooie sfeertekening en misschien wel het beste souvenir voor de Olhãotoerist.

De teksten van Van Amerongen nemen nog net niet de helft van het boek in, reden om mijn mede-Algarviaan aan de tand te voelen:
Is dit nu een Van Amerongenboek met tekeningen en recepten, of is het daadwerkelijk een viermanschap van auteurs?
Arthur: “Ik zou het vooral een Edwin Hagendoorn-boek willen noemen. Door deze geweldige kunstenaar heb ik Olhão leren kennen, toen ik 13 jaar geleden van Zuid-Amerika naar Portugal migreerde. Verder is het boek “voor elck wat wils”: een aangename grabbelton. Noem het een hommage aan mijn stadsgenoot, die al bijna twintig jaar de stadstekenaar van Olhão is.”
Hoe schrijf je zo’n boek in de praktijk? In het Nederlands en daarna vertalen, of direct in het Engels en dan een Engelstalige tekstredacteur eroverheen?
Arthur: “Dat was nog een heel gedoe, Cees. Ik schrijf nogal Reviaans, met invloeden van de Statenvertaling van het Oude Testament en onder de Portugese invloed van mijn grote vriend José Rentes de Carvalho. Ik heb daarom sommige verhaaltjes direct in het Engels van de King James Version van Gods woord geschreven. En professor Arie Pos, die ook het voorwoord schreef, heeft mijn teksten opgepimpt.”

Snappen Engelsen jouw humor? En Amerikanen?
Arthur: “Ik denk dat Engelsen mijn humor beter kunnen waarderen dan Amerikanen, en met name mijn flauwe grapjes met een baard als ‘er loopt een blinde man over de vismarkt en zegt: goedemorgen, dames’. Amerikanen zijn net als Duitsers ernstig geconstipeerd, qua humor. Ik raad ze aan om net als ik elke dag een flinke eetlepel olijfolie van een goed merk te in nemen, op de nuchtere maag. Plus lijnzaadolie, voor ’the more acquired taste’.”
Je lijkt milder dan in je Nederlandstalige werk. Is dat de leeftijd of vroeg dit boek gewoon een andere toon?
Arthur: “Ik heb mij aangepast aan de keurige co-auteurs, en ik wil niet dat mijn sarcasme een bestseller in de weg staat.”

Komt er ooit een Nederlandse vertaling van dit boek? (‘De meur/geur van Olhão’?)
Arthur: “Als je Grok, ChatGPT of Calude vraagt om voorbeelden te geven van mijn onwelvoelige grapjes over de geur van Olhão, ben je wel even zoet met het antwoord van de ‘ghost in the machine’. Ik heb heel veel over mijn stadje geschreven in mijn 600 Volkskrant-columns, en ik kom vrijwel dagelijks dames tegen met kortpittige kapsels, in driekwartsbroeken en gifgroene Crocs, driftig op de calçadas tikkend met hun Nordic Walk-stokken, en die hebben dan altijd een van mijn vijf Portugese gidsen bij zich en die moet ik dan signeren. De rest van het verhaal zal ik je besparen want mijn kinderen lezen mee.”
Waar kan de bezoeker aan Olhão dit boek kopen?
Arthur: “Zondagmiddag 9 november vindt de feestelijke presentatie plaats in Cultureel Podium República 14 (Av. da República 14, Olhão), en worden de boeken gesigneerd door Nelli, Will, Arie, Edwin en mijn persoontje, omwille van een astronomische stijging van de antiquaire waarde. Tevens zullen Edwin en ik zaterdagmorgen 8 november op de markt aan de kade van Olhão signeren, en zondagmorgen 9 november op de vlooienmarkt van Fuseta. U kunt mij ook mailen voor een transactieafspraak met mij en Edwin in het stadje.”
Olhão wordt zelfs door Algarvianen gezien als een provinciedorpje onder de rook van het grote Faro. Maar Olhão is veel groter dan je denkt (ruim 40.000 inwoners) en heeft veel meer historie dan bijvoorbeeld Albufeira. De ooit zo belangrijke vis- en schelpdierenindustrie is gedecimeerd maar nog steeds is Olhão de plek voor vis en marisco en ieder jaar wordt het meerdaagse Festival do Marisco georganiseerd met diverse artiesten van nationale allure. Vele toeristen bezoeken Olhão jaarlijks, ook al vanwege de veerbootverbindingen met de eilanden voor de kust van de Algarve. Maar het zijn nog geen horden zoals in Albufeira of Vilamoura. Olhão is weliswaar geen geheim meer, maar is nog steeds een gewoon Portugees werkstadje dat vaak mooi is maar soms ook lelijk moet zijn.
Het boek is nu al verkrijgbaar bij bol.com. Wie het boek naar een Portugees adres wil laten opsturen kan rechtstreeks bij de uitgever terecht.
komt er ook een Portugese versie?