Portugal is een stuk kleiner dan Nederland, maar toch is het Portugees de negende taal van de wereld. Geen enkele statistiek laat echter de werkelijke waarde van het Portugees zien.
Want bij mijn recente bezoeken aan vijf landen in Latijns-Amerika bleek maar weer eens dat je daar met Portugees heel ver komt. Met iedere Spaanstalige kun je communiceren en daar zijn nauwelijks handen of voeten bij nodig.
De gemiddelde Spanjaard spreekt geen Portugees en begrijpt het slecht. Onze Iberische buur gaat er gemakshalve van uit dat een Portugees de Spaanse taal gewoon verstaat. Die spreekt op zijn beurt dan ‘Portunhol’, dat is een wat harder uitgesproken Portugees waarbij ook wat woorden worden ingewisseld om de dolende Spanjaard te helpen. In Portugal zijn we nu eenmaal erg vriendelijk, bovendien zijn zij groot en wij klein en willen we wel graag geld aan de buren verdienen. Dus dan doe je wat extra moeite. Maar is die Spaanse onbeholpenheid nu puur arrogantie? Nee, slechts een beetje. Spanjaarden snappen nu eenmaal weinig van vreemde talen, iedereen spreekt immers Spaans en alle films en series op tv worden nagesynchroniseerd.
Wie eenmaal een Latijnse taal spreekt, merkt dat deze talen behoorlijk homogeen zijn. De uitspraak mag dan nogal verschillen en zeker in hoog tempo lastig te volgen zijn, maar een handleiding in het Spaans kan ik met mijn Portugese taalkennis gemakkelijk begrijpen.
Latijns-Amerika is een veel voor de hand liggender concept dan Zuid-Amerika. Mexico heeft immers veel meer gemeen met Brazilië dan met Canada. Op basis van cultuur, taal, en historie worden eigenlijk alle landen ten zuiden van de V.S. tot Latijns Amerika gerekend, dus van Mexico in het noorden tot Argentinië en Chili in het zuiden. 95% heeft een Latijnse taal als moedertaal, 90% is katholiek en voetbal is de allesoverheersende sport.
In Europa wordt Spaans vier keer zoveel gesproken als Portugees. In Zuid-Amerika ligt dat nogal anders, daar is Portugees de belangrijkste taal. 215 miljoen Brazilianen spreken immers Portugees en Brazilië is niet alleen het grootste land van Latijns-Amerika maar ook de grootste en snelst groeiende economie. In Europa hebben bedrijven nog wel eens een ‘afdeling Iberia’ die op Spaans is gebaseerd en waar Portugees dan een beetje bijhangt. In Latijns-Amerika is dat volstrekt ondenkbaar. De Spaanssprekenden in Latijns-Amerika zijn dus gewend aan het voortdurend moeten schakelen naar Portugees, of ze nu als bedrijfsadviseur of in een restaurant werken. Zoals zo vaak in het leven is geld een doorslaggevende factor. Mijn Mexicaanse kennis kreeg haar cursus Portugees door haar werkgever betaald. In Latijns-Amerika bestaan Portugees en Spaans gebroederlijk naast elkaar, en doet de Spaanstalige net zoveel moeite de Portugeestalige te begrijpen als andersom.
Maar er is nog een reden voor het taalgemak in Latijns-Amerika, vertellen de met mij reizende Portugezen mij. Het Spaans buiten Spanje wordt veel opener uitgesproken, en is daardoor gemakkelijker te verstaan. Bovendien is er niet één soort Spaans, Argentijns verhoudt zich tot Mexicaans als Drents tot Vlaams. Men is dus gewend aan een andere tongval. Ik merk daarnaast natuurlijk dat ik wat langzamer en netter Portugees spreek tegen een Spaanstalige, en dat doet die Spaanstalige andersom ook. Zo komen we er samen prima uit.
De taal van Amerika. Een groot misverstand, ook onder Amerikanen, is dat Engels de officiële taal van de Verenigde Staten (V.S.) is. De V.S. heeft geen officiële taal, en hoewel Engels altijd dominant is geweest had de V.S. zelfs al een president die van huis uit geen Engels sprak. In Canada zijn Engels en Frans als officiële talen in de wet verankerd, in de V.S. (en ook in Mexico) geldt vrijheid blijheid. Ook hier zal de wet van het geld uiteindelijk bepalend zijn, natuurlijk maak je een menu in meerdere talen, als dat extra klandizie oplevert.
Meer lezen over taal op Portugal Portal? Klik hier.
Maja Kersten zegt
‘Portugal is een stuk kleiner dan Nederland…’ hemeltjelief, laat ik nou altijd gedacht hebben dat Nederland van die twee het kleinst is! Maar misschien bedoel je dat Portugal minder inwoners heeft dan Nederland?
Henk Eggens zegt
Portugal: Op een grondgebied van 92.212 km² – drie keer de oppervlakte van België en ruim twee keer de oppervlakte van Nederland – wonen 10,8 miljoen inwoners. Nederland heeft een inwonertal van 17.749.262 (27 oktober 2022). Bron: Wikipedia.
Cees Groenewegen zegt
Natuurlijk bedoel ik dat, het artikel gaat immers over taal en taal wordt gesproken door inwoners en niet door vierkante kilometers. Een goed verstaander heeft slechts een half woord nodig😉.
Peter T zegt
👍😂😂
Koos zegt
Interessant leuk verhaal waar een klein land groot in kan zijn. In het koloniale tijdperk was Nederland evenals Portugal een klein land. De Nederlandse taal is veel beperkter gebleven als het Portugees, mede door dit artikel is het besef duidelijk
JPJ Schildt zegt
Volgens mij is het hier genoemde Spaans eigenlijk van oorsprong Castiliaans. Wanneer mijn Galiciese schoondochter Galiciesch praat in Portugal heeft zij nagenoeg geen taalproblemen.
Mijn Braziliaanse, de andere, schoondochter ondervindt vaker lichte begripsverwarringen, vergelijkbaar met lopen in Nederlands en Vlaams.
Leni Vermeiren zegt
Mensen die al een cursus Spaans hebben gehad , hebben het makkelijker om Portugees te leren. Ik geef 14 jaar Portugese les en dat is mijn ervaring .Inderdaad is het grote struikelblok de uitspraak. In het Spaans zeg je gewoon wat je ziet staan. In het Portugees is dat niet zo simpel. De door het Arabisch beïnvloede klanken bvb. zijn niet eenvoudig om correct uit te spreken.