Ofschoon de uiterlijke tekenen ervan in de afgelopen decennia min of meer uit beeld zijn verdwenen, zijn animisme, polytheïsme en bijgeloof nog stevig geworteld in de Portugese samenleving. Bijzonder daarbij is dat in veel streken het verband tussen bijgelovige gebruiken en de oorspronkelijke achterliggende bedoeling nog niet is verdwenen uit het collectieve bewustzijn. Waardoor de aantrekkingskracht van bepaalde gebruiken groot is gebleven. Men voelt men zich sneller ‘geroepen’ gehoor te geven aan wat door geesten en natuurwezens wordt gewild.
Juist op die plaatsen waar heidense goden en natuurwezens werden vereerd, bouwden de katholieken kerken en kapellen, meestal gewijd aan de Maagd Maria. En zij maakten de bevolking wijs dat alle Moren mouras heidenen waren. Ondanks deze en andere pogingen van priesters en monniken om bijgeloof om te buigen in wat zijzelf als het enige ware geloof zien, blijven veel mensen in de overtuiging leven dat rotsen, bronnen en grotten de woonplaatsen zijn van geheimzinnige wezens in menselijke of onzichtbare vorm. Ze zijn bekend onder namen als nimfen, elfen en geesten. En daar komen de vele natuurgoden nog bij, die al sinds de oudheid bekendheid genieten, zoals onder andere de nereïden (watergeesten) en sylphiden (luchtgeesten). Vergeet daarbij niet de heksen bruxas en hun mannelijke pendanten zoals de tovenaars feiticeiros, de wonderdokters curandeiros, de genezers saudadors en de gebedsgenezers bentos. Zij allen kunnen hun gaven zowel ten goede als ten kwade gebruiken. Zo niet de weerwolven lobisomens, die kun je maar beter ontlopen.
Van moderner snit, althans in Portugal, zijn sjamanisme, new age en lichtwerk. Maar daarover gaat het hier niet; terug naar de mouras encantadas.
Betoverd en betoverend mooi
Aan veel van de vrouwelijke bovenaardse of onderaardse wezens wordt de naam mouras encantadas gegeven. Vrij vertaald: betoverde en betoverend mooie Moorse prinsessen. Zij worden niet alleen geassocieerd met natuurfenomenen, zoals dat al in primitieve godsdiensten gebeurde, maar ook met de materiële overblijfselen uit de tijd van verdwenen volkeren. Want zij waren rond in verlaten dorpen en kastelen en in uitgeputte mijngangen. Voor mensen op het platteland zijn daarbij alle archeologische overblijfselen coisas dos mouros. Dolmens, waarvan er prachtige exemplaren zijn te vinden in de omstreken van Guarda en Montemor-o-Novo zijn dus voor hen: pedras dos mouros. Wat ook aan de mouras encantadas wordt toegeschreven is de constructie van grote gebouwen in één nacht. Bijvoorbeeld de kathedraal van Viseu.
Sommige mouras encantadas hebben de staart van een slang in plaats van onderste ledematen. Anderen zijn een slang. Dat mouras in de vorm van een slang of met een slangenstaart worden verbeeld stemt overeen met wat in India en ook in het oude Griekenland wordt geloofd. Namelijk dat overleden zielen tevoorschijn kunnen komen in de vorm van een serpent. Daarbij zijn ze bijna altijd tevens bewakers van een schat die door de Moren is achtergelaten. Bijvoorbeeld een kistje met prachtige juwelen of goud dat ergens begraven ligt.
Voor sterfelijke wezens zijn ze alleen zichtbaar in de nacht van Sint-Jan. De meest magische nacht van het jaar. Ze kunnen dan bezig zijn hun haar te kammen met gouden kammen. Of wevend en spinnend met een gouden draad. Of vijgen in de dageraad in de dauw leggend. Een oude Moorse legende vertelt hoe op de dageraad van Sint-Jan mouras encantadas hun schatten uitspreidden op de bedauwde velden. Hun rijkdommen hadden de vorm van vijgen. Iemand die passeerde en de vijgen opraapte en ze niet opat, merkte thuis dat de vijgen in echte schatten veranderden. Maar iemand die de vijgen meteen wilde opeten hield tot zijn schrik opeens stukken houtskool in zijn hand.
Ze zijn in wezen niet kwaadaardig en hun contacten met menselijke wezens vallen zelden in het nadeel van laatstgenoemden uit. In veel legenden doen zij een beroep op menselijke hulp om aan hun betovering te ontkomen.
De betovering verbreken
In de Minho is de legende bekend van een serpent dat angst zaaide bij iedereen in de omgeving. Een jongeman die op weg ging om het monster te doden viel onderweg in slaap. Het serpent kuste hem terwijl hij sliep en veranderde in een beeldschoon meisje. Waarmee de jongeman zonder dralen trouwde.
Meer gebruikelijk is de versie waarbij de slang gekust moet worden door een sterveling, die daar echter op het laatste moment zo afkerig van is, dat de betovering niet verbroken wordt maar verdubbeld.
En als degene aan wie door de slang gevraagd wordt om te kiezen tussen haar ogen en haar schat, vervolgens voor de schat kiest, veroorzaakt hij of zij hetzelfde ongelukkige resultaat.
Als de moura encantada in menselijke vorm verschijnt, is het makkelijker om de betovering op te heffen. Echter; als er daarbij een enkel, zelfs triviaal, detail over het hoofd wordt gezien, gaat het ook weer mis. In Turquel vroeg een moura encantada aan een herdersmeisje om voor haar een koek te bakken, zonder zout, in een nieuwe oven en gekneed in een nieuwe mengkom met gebruik van vers bronwater. De koek die het meisje haar bracht voldeed echter aan geen van de gestelde voorwaarden. Toen de moura hem at kwam er een bedroefde blik in haar ogen en ze verdween uit zicht met de traditionele uitroep: Ai, que me dobraste o meu encanto helaas je hebt mijn betovering verdubbeld.
Een andere moura gaf drie kleine broodjes aan een man met het verzoek ze op een bepaalde rots te leggen en er dan driemaal omheen te lopen. De broodjes zouden dan veranderen in drie paarden; een voor de man, een voor de moura en een om haar schat te dragen. Maar wat gebeurt: de vrouw van de man vindt de broodjes in zijn zadeltas en eet ze op.
Ook zonder succes was de actie van een meisje dat op verzoek van een moura een koek in een fontein gooide, echter een paar minuten na de afgesproken tijd te middernacht.
De verhalen over de mouras encantadas kun je dus vergelijken met die over de nereïden en sylphiden uit de oudheid. Plus die over Keltische feeën. Net als bij de Keltische feeën komen legenden met een vroedvrouw in de hoofdrol voor. Een vroedvrouw uit Alcobaça werd eens ontboden op het platteland en daar door een smalle spelonk geleid. In eerste instantie weigerde ze, maar later gaf ze toe. En deed haar werk. Als dank voor haar hulp ontving zij een klein stukje van een tegel. Een tijdje later liet een passerende bedelaar haar zien dat de tegel van goud was geworden.
Een ketting van brokken houtskool, die aan een klein meisje was gegeven, veranderde in een ketting met edelstenen. Maar…net zo vaak gebeurt het omgekeerde en verandert goud in zwarte kool!
Waarom komt dit alles nog steeds voor?
Zoals ik hierboven schreef; de aantrekkingskracht van bepaalde gebruiken is groot gebleven, omdat de oorspronkelijke achterliggende bedoeling voortleeft. Plus dat de impuls waar je aan gewend bent een van de sterkste drijfveren blijft van menselijk gedrag. Ook van belang is dat bijgeloof nu eenmaal niet met een scherpe grens is af te bakenen van ‘gewoon’ geloof. Het is ook niet omdat je er persé in gelooft dat je je doel ermee bereikt of dat je er een gevaar mee afwendt. Maar het is gewoon goed om te doen! É bom!
Dus het is gewoon goed om aan de Nieuwe Maan geld te vragen, twee duimen voor je mond te houden als je geeuwt, geld mee te geven in iemands doodkist en rijst te strooien over een pasgetrouwd stel. Om een meiboom op te tuigen en ieder jaar je tractor te laten zegenen door de pastoor. Om de deurposten en raamlijsten blauw te verven om zo de duivel buiten de deur te houden. En nog duizend andere waarschijnlijk relevante dingen te doen. Het aantal tovermiddelen en bezweringsrituelen is nu eenmaal onuitputtelijk.
Het artikel over José Agualusa dat eerder In Portugal Portal verscheen beëindigde ik met een video waarin Ana Moura het lied Moura Encantada zingt.
Hier sluit ik weer af met een (andere) video van haar met hetzelfde lied en nu zet ik er de tekst en mijn vertaling onder.
Que grande riqueza havia
Por uma moura guardada
Um dia alguém perguntou-me
Se a moura que há no meu nome
É essa moura encantada
Não sei, só sei que me dou
E me esqueço de quem sou
Como num sono profundo
E nos sonhos que vou tendo
Eu adivinho e desvendo
Todos os sonhos do mundo
A minha voz, de repente
É a voz de toda a gente
De tudo o que a vida tem
Quando a noite chega ao fim
Vou à procura de mim
E não encontro ninguém
Não sei se é lenda ou se não
Se é encanto ou maldição
Que às vezes me pesa tanto
Sei que livre ou condenada
E sem pensar em mais nada
Eu fecho os olhos e canto
Serei talvez encantada
E sendo assim tudo e nada
Eu fecho os olhos e canto
Er liggen grote schatten
Die bewaakt werden door een moorse
Iemand vroeg me op een dag
Of die moorse, wiens naam ik draag,
Die betoverde moorse is
Ik weet het niet, alles wat ik weet is dat ik alles opoffer
Al vergetend wie ik ben
In een diepe slaap verzonken
Waarin onze dromen steeds terugkomen
Ik voorzie en ontdek
Alle dromen van de wereld
Mijn stem is steeds weer
De stem van iedereen
Van alles wat het leven biedt
Als de nacht tot een einde komt
Ga ik op zoek naar mijzelf
En dan is er niemand die ik vind
Ik weet niet of het een mythe is of niet
Of het betovering is of noodlot
Dat drukt soms wel zwaar op mij
Ik weet dat je vrij of beperkt kan zijn
Zonder veel erover na te denken
Sluit ik mijn ogen en zing
Misschien ben ik betoverd
En voel zo alles en niets
Ik sluit mijn ogen en zing
Geef een reactie