Een aantal jaren geleden zijn Paula Mulder-Gonçalves, docent Portugees, en ik in de weer geweest met het verzamelen van Portugese spreekwoorden en idioom. Dit stuk verscheen voor het eerst in februari van dit jaar. Recentelijk ontvingen wij illustraties van de 15-jarige Henrique voor een vijftal spreekwoorden/gezegdes. Het zou leuk zijn als er nog meer inzendingen kwamen van tekeningen, foto’s of andere digitale ontwerpen.
Het resultaat is een fikse lijst waarvan ik geenszins wil beweren dat hij compleet is. Dus correcties en aanvullingen zijn van harte welkom. En illustraties, heel graag. Alvast bedankt.
Wat is idioom?
Elke taal bezit naast de woordenschat en de grammatica haar eigen idioom, dat deze specifieke taal haar eigenheid en speelsheid geeft.
Onder idioom, ook wel taaleigen genoemd, vallen:
- spreekwoorden
- gezegden
- zegswijzen
- uitdrukkingen
Ook vaste woordcombinaties of een voorkeur voor het gebruik van termen, werkwoorden, vervoegingen etc vallen onder het idioom van een taal.
Spreekwoord
Kenmerkend voor een spreekwoord is de onveranderlijkheid van de formulering en de woordkeus. Het is een uitspraak met een algemene levenswijsheid, een bevestiging van de orde der dingen: zo gaat het nu eenmaal in de wereld.
Voorbeelden van spreekwoorden zijn
- Na regen komt zonneschijn
- Boontje komt om zijn loontje
- Oost west, thuis best
Gezegde
Een gezegde is een vaste verbinding van woorden met een figuurlijke betekenis, die geen werkwoord bevat en dus op zichzelf nooit een zin vormt.
Bijvoorbeeld:
- Met hart en ziel
- Een open deur
- Een vrolijke Frans
Zegswijze
Een zegswijze kan wel een zin vormen (in tegenstelling tot een gezegde), en het onderwerp en de werkwoordstijd kunnen aangepast worden (dit in tegenstelling tot een spreekwoord).
Een zegswijze is bijvoorbeeld:
- Het loopt de spuigaten uit
- Het lawaai liep de spuigaten uit
Uitdrukking
Een uitdrukking is een vaste verbinding met een figuurlijke betekenis.
Bijvoorbeeld:
- Iemand van haver tot gort kennen
Woordcombinaties en voorkeuren
Onder deze categorie vallen zaken als de Portugees die zegt ‘aproveitar a boleia’ waar wij zeggen: ‘een lift krijgen’. En ‘não me digas’ en wij: ‘nee toch’.
Iedereen kent ‘não há problema’ voor ‘geeft niet’ of ‘geen probleem’.
Zo gauw het donker wordt verandert ‘boa tarde’ in boa noite en ‘welterusten’ is veelal ‘até amanhã’.
Dit soort dingen dus.
De lijst
We hebben gekozen voor een alfabetische opsomming van spreekwoorden, gezegden, zegswijzen en uitdrukkingen door elkaar heen. Een speciaal woord opzoeken, zowel een Portugees als een Nederlands woord dus, kun je op de computer met ctrl F (windows) of cmd F (apple).
A afeição cega a razão | Liefde is blind |
A água dá, a água leva | De zee geeft, de zee neemt |
A água é a melhor bebida | Er gaat niks boven een glaasje water |
A água silenciosa é a mais perigosa | Wie zwijgt heeft iets te verbergen |
A alegria atrai simpatia | Wie goed doet, goed ontmoet |
A amar e a rezar, ninguém pode obrigar | Tot bidden en liefhebben kun je niemand dwingen |
A apressada pergunta, vagarosa resposta | Hoe sneller de vraag, hoe langzamer het antwoord |
A aranha vive do que tece | Roeien met de riemen die men heeft |
A arvore conhece-se pelos frutos | Aan zijn vruchten kent men de boom |
À banda | Schots en scheef |
A bel-prazer | Naar zijn zin |
A bem | Goed bedoeld |
A bem dizer | Zogezegd |
À bica | Op de juiste plaats en tijd |
À bicha | In de rij staan voor iets (populair zijn) |
À boa fé | Te vertrouwen/ Te goeder trouw |
A boa vontade faz do longe perto | Met een beetje goede wil komt men een heel eind |
À boca cheia | Publiekelijk (rondbazuinen) |
À boca da noite | Bij het vallen van de nacht |
À boca fechada | Discreet/ In het geheim |
À boca pequena | Verlegen/ In het geheim |
A boda e batizado, não vás sem ser convidado | Naar bepaalde gelegenheden ga je niet onuitgenodigd |
À bofetada | Met klappen |
A bom entendedor meia palavra basta | De goede verstaander heeft maar een half woord nodig |
A bom rir | Gieren van het lachen |
À borla | Gratis |
A braços | Zwaar belast |
À brava | In overvloed |
A breve trecho | Binnenkort |
A brincadeira tem hora e lugar | Alles op zijn tijd |
À bruta | In overvloed |
À bulha | Op de vuist (gaan) |
A butes | Te voet/ Lopend |
A cabeça da lista | Lijstaanvoerder |
A cada passo | Elk ogenblik/ Frequent |
A cair da boca aos cães | Er slecht, onverzorgd uitzien |
A canalha | De kleintjes/ Het grut |
A capricho | Zorgvuldig/ Stipt |
A carapuça é para quem a enfia | Je wordt alleen bedonderd als je het zelf wil |
À cata | Op zoek |
A cavalo dado não se olha o dente | Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken |
A certa altura | Op een gegeven moment |
Ao cair do dia | Bij het vallen van de avond |
À chapada | Met klappen |
A chave do enigma | De sleutel tot… |
A chuchar no dedo | Op zijn neus kijken/ Niet voor elkaar krijgen/ Teleurgesteld zijn |
A chuva não quebra os ossos | Van een regenbuitje smelt je niet/ Je bent niet van suiker |
À coca | Op de uitkijk |
A coisa está a tornar-se feia | Het gaat bergaf/ Het ziet er niet goed uit |
A coisa vai | Het loopt |
A conta gotas | Druppelsgewijs/ Beetje bij beetje |
À conversa com | In gesprek met |
A conversa já chegou à cozinha | Waar bemoei je je mee/ Ik heb jou niks gevraagd |
A cor assenta-lhe bem | Die kleur staat u (hem/haar) goed |
A corda arrebenta do lado mais fraco | De ketting is zo sterk als de zwakste schakel |
À cunha | Stampvol |
À custa | Op kosten van |
A dar as últimas | Op sterven na dood |
A dar com um pau | In overvloed |
A dente queixal | Met lange tanden |
A descida | De helling af |
A dica | Tip / Nieuwtje |
A doença vem a cavalo e volta a pé | Ziekte komt te paard en gaat te voet |
A dois passos | Op een duimbreed / Vlakbij |
A eito | Buitensporig/ Onophoudelijk |
À escovinha | In een rattekop geknipt |
A esperança é sempre a última coisa que morre | Hoop doet leven |
A esperteza chegou aí e parou | Wat een sufferd! Verder dan hier gaat de slimheid niet (cynisch) |
A excepção confirma a regra | De uitzondering bevestigt de regel |
A experiência é a mãe da sabedoria | Ervaring is de moeder der wijsheid/De ondervinding is de beste leermeester |
À falsa fé | Te kwader trouw |
À fartazana | In overvloed |
À fé de quem sou | Op mijn erewoord |
A fé remove montanhas | Het geloof kan bergen verzetten |
A ferrar no sono | Diep in slaap zijn |
A ferro e fogo | Te vuur en te zwaard |
A ferrugem gasta o ferro | Roest vreet het ijzer op |
A fina flor | Het neusje van de zalf |
À fina força | Koste wat het kost |
A fio | Aan een stuk door |
À flor da água | Aan de oppervlakte |
À flor da pele | Op het topje van zijn zenuwen |
A (última) gota (de água) transborda o copo | De druppel die de emmer doet overlopen |
A fome é a melhor cozinheira | Honger maakt rauwe bonen zoet |
A fome é negra | Honger maakt rauwe bonen zoet |
A fome faz sair o lobo do cozinheiro | Als men honger heeft is men tot alles in staat |
A fome faz sair o lobo do mato | Als men honger heeft is men tot alles in staat |
A força da corrente está no elo mais fraco | De ketting is zo sterk als de zwakste schakel |
A força das circunstancias | Onder druk van de omstandigheden |
À fresca | Luchtig gekleed |
A fruta nunca cai longe do pé | De appel valt niet ver van de boom |
A fruta proibida é a mais apetecida | Verboden vruchten zijn het zoetst |
A fundo | Ten volle/ In de diepte |
A galinha da vizinha sempre é melhor do que a minha | Het gras van de buren is altijd groener |
A gente é que sabe onde o sapato aperta | We weten zelf het beste waar de schoen wringt |
A gente logo conversa | Daar hebben we het nog wel over |
A gente logo se vê | We zien elkaar nog wel |
À grande | Op grote voet |
À grande e à francesa | Als God in Frankrijk |
A granel | Onverpakt, op een grote hoop door elkaar |
A ignorância é má conselheira | Onwetendheid is een slechte raadgever |
A jeito | Binnen handbereik |
À justa | Op het nippertje |
À larga | Rijkelijk/ Kwistig/ Groots |
Sem recursos | Platzak |
A luz está acesa | Het licht is aan |
À má cara | Met geweld |
A má erva mata a boa | Het slechte is moeilijker te bestrijden dan het goede, het overheerst het goede |
A mais alta das torres começa no chão | Ook de hoogste toren begint op de grond |
A mais-valia | Toegevoegde waarde/ Meerwaarde |
À mão de semear | Op een steenworp afstand/ Voor het oprapen |
A meio caminho | Halverwege |
A melhor palavra é a que fica por dizer | Spreken is zilver en zwijgen is goud |
(um quilo) a menos | (Een kilo) minder |
A mentira tem pernas curtas | Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel |
A mesa do costume | Aan de gebruikelijke tafel |
A meter água | Zich vergalopperen |
A meu ver | Naar mijn bescheiden mening |
A minha Lúcia | Onze Lucia |
A minha santa | Mijn schoonmoeder |
A moeda tem duas faces | Twee zijden van de medaille/ Dat is de keerzijde van de medaille |
A morte não escolhe idades | De dood trekt zich niets aan van leeftijd/ Niemand ontsnapt aan magere Hein |
A morte não perdoa ninguém | De dood spaart niemand |
À mostra | In het openbaar/ Bloot |
A não ser | Behalve |
A não ser que | Als (er) niet |
A necessidade aguça o engenho | De noodzaak scherpt het verstand |
A necessidade é a mãe da invenção | De noodzaak is de moeder van de uitvinding |
Ao fundo | Achteraan/ Achterin |
A ocasião faz o ladrão | De gelegenheid maakt de dief |
A noite é boa conselheira | Er een nachtje over slapen |
À noite, todos os gatos são pardos | Bij avond zijn alle katjes grauw |
A ociosidade é a mãe de todos os vícios | Ledigheid is des duivels oorkussen |
A olho nu | Met het blote oog |
A olhos vistos | Zienderogen |
A ordem é rica e os fados são poucos | Hij smijt met geld |
A paciência tem limites | Geduld kent zijn grenzen |
A páginas tantas | Op een gegeven ogenblik |
A palavra é da prata e o silêncio é de ouro | Spreken is zilver en zwijgen is goud |
A palavras loucas orelhas moucas | Je moet niet alles geloven wat je hoort |
À parte | Afzonderlijk/ Apart |
A partir de | Vanaf |
A pás nas tantas | Op een gegeven moment |
A passo de tartaruga | Met een slakkengang/ Tergend langzaam |
A passos largos | Met rasse schreden |
A pé | Te voet |
A pé firme | Zonder een voetbreed te wijken/ Voet bij stuk |
A pedir chuva | Zegt men over iemand die pretendeert meer te zijn dan hij is |
A pensar morreu um burro | Je moet niet zo malen/ Je moet er niet te lang over nadenken |
A pensar na morte da bezerra | Met zijn gedachten elders zijn |
A pés juntos | Voet bij stuk |
A pessoa é grande quando respeita os pequenos | Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd |
A pisar ovos | Op eieren lopen |
A pobre não prometas e a rico não devas | Belofte maakt schuld |
A porta fechada | Achter gesloten deuren |
A prática leva a perfeição | Oefening baart kunst |
A preguiça é mãe de todos os vícios | Luiheid is de moeder van alle ondeugden/ Ledigheid is des duivels oorkussen |
À pressa | Inderhaast |
A pressa é a inimiga da perfeição | Haastige spoed is zelden goed |
À primeira | Meteen de eerste keer |
À primeira vista | Op het eerste gezicht |
À procura de serviço | Op zoek naar werk |
À queima roupa | Onverwacht/ Eensklaps |
A quem couber a carapuça, que a enfie | Wie de schoen past, trekke hem aan |
A quem tudo quer saber, nada se diz | Aan iemand die alles wil weten, vertelt men niets/ Een nieuwsgierig Aagje maakt men niet wijzer |
À rédea solta | Te vrij gelaten |
À rola | Zich laten meeslepen |
A roupa suja lava-se em casa | Men moet de vuile was niet buiten hangen |
A salvo | Buiten gevaar |
A sangue frio | Koelbloedig/ In koelen bloede |
A seco | Zonder eten/ Eten niet inbegrepen |
À séria | Serieus |
A sete pés | Uit alle macht/ Heel snel |
A seu tempo vêm as uvas e as maçãs maduras | Alles op zijn tijd |
A simpatia dá amigos, o interesse companheiros | Met vriendelijkheid maak je vrienden, met berekening maten |
À socapa | In het geheim/ Stiekem |
A sós | Onder vier ogen/ In zijn eentje |
À sua saúde | Proost/ Gezondheid |
A subida | De helling op |
À sucapa | Voorzichtig/ Stiekem/ Zonder dat iemand het ziet |
A tiracolo | Met een draagband, draagzak/ Schuin over je lichaam dragen |
À toa | Op goed geluk |
A toda a pressa | In allerijl |
A toda a prova | Volstrekt betrouwbaar |
A todo o comprimento | Over de gehele lengte |
A todo o custo | Koste wat kost/ Met alle geweld |
A toque de caixa | Met slaande trom |
A torto e a direito | In het wilde weg/ Lukraak |
A traços largos | Met grote passen |
A triste figura | Een modderfiguur |
A última gota transborda o copo | De druppel die de emmer doet overlopen |
A união faz a força | Eendracht maakt macht |
À aventura | Op goed geluk/ Op de bonnefooi |
A ver onder param as modas | (Wel) zien waar het schip strandt |
A verdade é como o azeite, mais cedo ou mais tarde vem à tona | De waarheid komt vroeg of laat aan het licht |
A verdade fala pela boca dos pequenos | Kinderen (en gekken) spreken de waarheid |
A viagem é mais rápida, quando se tem boa companhia | In goed gezelschap vliegt de tijd |
A vida é uma escola, enquanto vivemos aprendemos | Het leven is een leerschool |
A vida não é só flores | Het leven gaat niet alleen over rozen |
A vida quanto mais estica, mais curta fica | Hoe langer je leeft, hoe korter het leven |
A (Esta) vida são dois dedos | Daar is het leven te kort voor |
A virtude é uma joia que não tem preço | De deugd is een onbetaalbaar juweel |
À vista | Op het oog / Op zicht |
À viva força | Met alle geweld/ Koste wat het kost |
À vontade | Graag/ Ga je gang |
Abaixar a proa | Minder arrogant doen/ Inbinden |
Abaixar as orelhas | Zijn oren laten hangen |
Abaixo de cão | Een waardeloos vod |
Abanar a árvore das patacas | Aan de geldboom schudden/ Geld los te zien krijgen/ Gemakkelijk aan geld kunnen komen |
Abanar as orelhas | Niet akkoord gaan |
Abanar moscas | Vliegen zitten vangen/ Luieren |
Abandalhar-se | Zijn waardigheid verliezen/ Zichzelf verwaarlozen/ Verslonzen |
Abandonar o barco | Het zinkend schip verlaten |
Abarcar o mundo com ambas as mãos | Zich alles toe-eigenen/ Alles alleen doen |
Abarcar o mundo com ambas as pernas | Zich alles toe-eigenen/ Alles alleen doen |
Abelha mestra | Intrigante/ Sluw mens |
Abençoada mãe que tal filho pariu | Dat heeft hij niet van vreemden |
Aberto de par em par | Wagenwijd open |
Abraçar o céu com ambas as mãos | Alles voor zichzelf willen |
Abrandar a cólera | Afkoelen |
Abrir(-se) com | Zijn hart uitstorten bij |
Abrir a boca | Zijn mond opendoen |
Abrir a farpela | Vluchten |
Abrir a porta | De eerste stap doen/ De deur openzetten |
Abrir a torneira | Een spraakwaterval zijn |
Abrir as ideias | Uit de doeken doen/ Uitleggen |
Abrir (o) bico | Zijn mond opendoen/ Een misdaad bekennen |
Abrir brecha | Een bres slaan |
Abrir caminho | Het initiatief nemen/ Aan de slag gaan |
Abrir o apetite | De eetlust opwekken/ Zin in eten krijgen |
Abrir o compasso | Sneller gaan lopen |
Abrir o coração/a alma | Zijn hart luchten |
Abrir o jogo | Opening van zaken geven |
Abrir o livro | Een boekje opendoen |
Abrir o peito | Zijn hart luchten |
Abrir os cordões à bolsa | Alles afrekenen |
Abrir os olhos | Zijn ogen de kost geven |
Abrir os olhos à alguém | Iemand de ogen openen |
Abrir os pés | De benen nemen |
Abrir-se (todo) | Openheid geven/ Alles vertellen |
Acabar com alguém | Iemand de genadeslag toedienen/ De relatie verbreken |
Acabar de | Zojuist hebben…(gedaan) |
Acabar em bem | Gunstig aflopen |
Acabar por | Zover gekomen dat../ Tenslotte.. |
Acabou-se a papa | Het is uit met de pret |
Acertar agulhas | Iets afspreken |
Acertar contas | Een schuld aflossen |
Acertar em cheio | In de roos schieten/ De spijker op zijn kop slaan |
Acertar no alvo | Meteen raden |
Acertar o passo | In de pas lopen |
Achar o fio à meada | De rode draad vinden |
Achar por bem | Correct, adequaat vinden |
Achar-se (estar) nas suas quintas | Zich op zijn gemak voelen/ Het naar zijn zin hebben |
Aclarar a voz | Zijn keel schrapen |
Acolher-se às abas de alguém | Zich onder iemands hoede stellen |
Acometer alguém com injúrias | Iemand uitschelden |
Acompanhar a moda | De mode volgen |
Aconteça o que acontecer | Wat er ook gebeurt |
Acordar com os pés de fora | Met het verkeerde been uit bed stappen |
Acresce que | Daar komt bij dat |
Adoçar a boca a alguém | Iemand stroop om de mond smeren |
Advogado do diabo | Advocaat van de duivel |
Afiar a língua | Een scherpe tong hebben |
Afiar o dente | Klaar zijn om te eten |
Afinal de contas | Per slot van rekening |
Afogar(-se) em pouca água | Van een mug een olifant maken |
Afogar as mágoas | Zijn verdriet verdrinken |
Afrouxar o passo | Zijn pas inhouden |
Agarrado às saias (da mãe) | Aan moeders rok hangen |
Agarrar em si | Zichzelf bij elkaar rapen |
Agarrar no sono | In slaap vallen |
Agarrar o touro pelos cornos | De koe bij de horens vatten |
Agarrar pelos cabelos | Niet laten schieten/ Vasthouden |
Agarrar-se com unhas e dentes | Zich ergens in vastbijten |
Agarrar uma, a oportunidade | Zijn kans grijpen |
Agitar as águas | De gemoederen in beweging brengen/ Onrust veroorzaken |
Agora é que são elas! | Daar zul je het hebben! |
Agradar a gregos e troianos | Het iedereen naar de zin maken |
Água e conselho só se dão a quem pede | Men moet niet ongevraagd raad geven |
Água mole em pedra dura tanto bate até que fura | Gestadig druppelen holt de steen (uit) |
Água na boca | Watertanden |
Água pela barba | Het water staat tot aan de lippen |
Água preta não dá peixe | In troebel water is het slecht vissen |
Água suja | Slappe koffie |
Águas passadas não movem moinhos | Je moet geen oude koeien uit de sloot halen |
Águas quietas são profundas | Stille waters hebben diepe gronden |
Aguenta que é serviço | Horen, zien en zwijgen |
Aguentar e cara alegre | De moed erin houden |
Agulha em palheiro | Een naald in een hooiberg |
Ah pés para que vos quero! | Wegwezen! |
Ah, é? | Is dat zo? |
Aí às seis horas | Om een uur of zes |
Aí é que bate o ponto | Hier gaat het om |
Aí é que o gato vai às filhoses | Daar zit de fout |
Ainda bem | Gelukkig maar |
Ainda bem que não | Gelukkig niet |
Ainda bem que sim | Gelukkig wel |
Ainda hoje | Tot op de dag van vandaag |
Ainda por cima | Bovendien |
Ainda que seja velho, não despreze bom conselho | Men is nooit te oud om te leren |
Ajustar as contas | De rekening vereffenen |
Alargar os cordões à bolsa | Moeten betalen |
Albarda-se o burro à vontade do dono | Instructies exact uitvoeren |
Alcança, quem não se cansa | Als je iets niet opgeeft, bereik je je doel |
Alçar os braços ao céu | De handen ten hemel heffen |
Além do mais | Bovendien |
Alfacinha | Iemand uit Lissabon |
Alta noite | Het holst van de nacht |
Alta roda | High society |
Alto e bom som | Luid en duidelijk |
Altos e baixos | Ups en downs |
Amanhã é outro dia | Morgen is er weer een dag |
Amanhã tambem é dia | Morgen is er weer een dag |
Amargar como a breca | Bitter als gal |
Amargo como o rabo do gato | Bitter smaken |
Amaricado | Man met vrouwelijke trekjes/ Geen echte man |
Ama-seca | Kindermeid |
Ameaçar ruína | Op invallen staan |
Amigo da onça | Vriend uit berekening |
Amigo de Peniche | Gefingeerde vriend |
Amigo de se encostar | Van iemand misbruik maken/ Iemand alles laten betalen |
Amigo do peito | Een ware vriend/ Jeugdvriend/ Hartsvriend |
Amigo, não empata amigo | Vrienden laten elkaar vrij |
Amigos, amigos, negócios à parte | Met je vrienden moet je geen zaken doen |
Amor à primeira vista | Liefde op het eerste gezicht |
Amor com amor se paga | Met gelijke munt betalen |
Âncora de salvação | Laatste redmiddel |
Anda com os bons e serás um deles | Wie met pek omgaat wordt ermee besmet |
Andar a | Op zoek zijn naar |
Andar à boa vida | Het ervan nemen/ Een luizenleventje hebben |
Andar na boa vida | Het ervan nemen/ Een luizenleventje hebben |
Andar às turvas | Kibbelen |
Andar a braços com | Slaags raken met |
Andar à deriva | De weg kwijt zijn |
Andar a dormir em pé | Zitten slapen (figuurlijk) |
Andar a monte | Op de vlucht zijn (voor de politie) |
Andar à onça | Op zwart zaad zitten |
Andar à pai adão | In adamskostuum rondlopen |
Andar à toa | Zonder doel |
Andar a toque de caixa | Snel moeten zijn |
Andar a vadiar | Lanterfanten/ Zijn tijd verbeuzelen |
Andar à vela | (Half)bloot erbij lopen |
Andar ao colo | Op schoot |
Andar, estar ao corrente | Op de hoogte zijn |
Andar ao Deus dará | Op goed geluk |
Andar aos caídos | In erbarmelijke financiële omstandigheden verkeren |
Andar aos pontapés | Slecht behandeld worden |
Andar às apalpadelas | In het duister tasten |
Andar às gatas | Achter de vrouwen aanzitten |
Andar Ceca e Meca | Stad en land afzoeken |
Andar com a cabeça à roda | Zijn hoofd er niet bij hebben/ Zijn hoofd verliezen |
Andar com a cabeça na lua | Er met zijn hoofd niet bij zijn |
Andar com a casa às costas | Een zwervend bestaan leiden/ Met de caravan op stap |
Andar com a língua de fora | Uitgeput zijn |
Andar com o coração nas mãos | Onrustig, zenuwachtig zijn |
Andar com o credo na boca | Bang zijn gevaar te lopen |
Andar de cu tremido | Zich verplaatsen in een of ander voertuig |
Andar de mal a pior | Van kwaad tot erger |
Andar de mão em mão | Van hand tot hand gaan/ Van de een naar de ander gaan |
Andar de nariz torcido | Geen zin hebben om iets te doen |
Andar de rastos | Kruipen/ Zich voortslepen |
Andar em dia | Op orde zijn (administratie) |
Andar feito barata tonta | Verstrooid zijn |
Andar liso | Blut zijn |
Andar moiro na costa | Zegt men als er nieuws, nieuwe liefde in de lucht hangt |
Andar na boca do mundo | Over de tong gaan/ Iedereen praat over je/ Je bent het gesprek van de dag |
Andar na corda bamba | Geen doel hebben |
Andar na escola | Op school zitten |
Andar na farra | Zich vermaken/ Feest vieren |
Andar na lua | Verstrooid zijn |
Andar na má vida | Op het verkeerde pad zijn |
Andar no ar | Verstrooid zijn |
Andar no comboio dos torresmos | Langzaam vooruit gaan/ Langzaam lopen |
Andar no pagode | Aan het fuiven zijn |
Andar no peditório | (Lopen te) bedelen |
Andar num rodopio | Het druk hebben |
Andar para trás | Achteruit gaan |
Andar para trás como o caranguejo | Achteruit gaan |
Andar pé ante pé | Komen aansluipen/ Geruisloos lopen |
Andar pouco católico | Niet erg gezond zijn |
Andar (estar) em baixo | Het gaat slecht (met iemand) |
Andar (ficar, estar) à nora | Zich geen raad weten/ Niet lukken |
Andar (ficar) às aranhas | In het duister tasten/ Gedesoriënteerd zijn |
Andar (ir) na borga | Zich vermaken/ Feest vieren |
Andar(ser) com o cão e o gato | Als kat en hond |
Andar-modelo | Modelwoning |
Ando doente | Ik ben de laatste tijd ziek |
Anoitecer | Donker worden/ Avond worden |
Antes a morte que tal sorte | Liever dood |
Antes de mais nada | Allereerst/ Ten eerste |
Antes do termo de qualquer negócio | Voordat je zaken afsluit |
Antes filho de pobre que escravo do rico | Beter het kind van een slaaf dan de slaaf van een rijkaard |
Antes pouco do que nada | Beter dan iets |
Antes que conheças não louves nem ofendas | Oordeel niet alvorens je iemand kent |
Antes que fales vê o que dizes | Denk na voor je iets zegt |
Antes que o mal cresça, corte-se lhe a cabeça | Het kwaad in de kiem smoren |
Antes quebrar que torcer | Niet opgeven/ Doorzetten!/ De aanhouder wint |
Antes só do que mal acompanhado | Beter alleen dan in slecht gezelschap |
Antes tarde do que nunca | Beter laat dan nooit |
Antes um pássaro na mão que dois a voar | Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht |
Anzol sem isca o peixe não belisca | Zonder aas geen vis |
Ao abandono | Aan zijn lot overlaten |
Ão ão | Woef woef |
Ao ar livre | In de buitenlucht |
Ao bom darás e do mau te afastarás | Geef aan de goede en hou je verre van de kwade |
Ao contrário | Andersom |
Ao deus-dará | Verlaten (zijn)/ Op goed geluk/ In het wilde weg |
Ao diabo e à mulher nunca falta que fazer | Vrouwen zijn altijd bezig |
Ao fundo | Achteraan/ Achterin |
Ao largo | In de verte |
Ao mar largo | In volle zee |
Ao menino e ao borracha, põe-lhes Deus a mão por baixo | God beschermt kinderen en dronkenlappen, ze weten niet wat ze doen |
Ao passo que | Naarmate |
Ao pé da letra | Letterlijk |
Ao preço da uva mijona | Spotgoedkoop |
Ao rés da parede | Plat tegen de muur |
Ao rico não faltes, ao pobre não prometas | Belofte maakt schuld |
Ao romper da aurora | Bij het krieken van de dag |
Ao saber das ondas e ventos | Stuurloos/ Op drift |
Ao saber da maré | Zoals de wind waait/ Naar het uitkomt |
Ao seu dispor | Tot uw beschikking |
Aonde vai o ferro, vai a ferrugem | Waar rook is, is vuur |
Aos bochechos | Beetje bij beetje |
Aos bordos | Waggelend |
Aos pontapés | In grote hoeveelheden |
Aos poucos | Langzamerhand/ Beetje bij beetje |
Aos quatro ventos | Uit alle windrichtingen |
Aos rins segue-se o coração | Van het een komt het ander |
Aos SS | Slingerend/ Dronken |
Apanhar a jeito | Bereid vinden |
Apanhar com a boca na botija | Op heterdaad betrappen |
Apanhar em flagrante | Op heterdaad betrappen |
Apanhar (-lhe)o jeito | De kunst te pakken krijgen |
Apanhar numa armadilha | Strikken |
Apanhar-se mais depressa um mentiroso que um coxo | Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt ‘m wel |
Apanhar uma bebedeira | Zich zwaar bedrinken |
Apanhar uma borracheira | Een stuk in zijn kraag drinken |
Apanhar uma carga de pau | Stokslagen krijgen |
Apanhar uma multa | Een bekeuring krijgen/ Op de bon geslingerd worden |
Apanhar uma piela | Zich zwaar bedrinken |
Apanhar uma raposa | Zakken (voor een examen) |
Apanhar uma seca | Zich rot vervelen |
Apanhar um chá | Berispt worden |
Apanhar um chimbalau | Schade oplopen |
Apanhar um chumbo | Zakken voor een examen |
Apaparicar | Vertroetelen |
Aparecer do nada | Uit het niets opduiken |
Apartar os olhos de | De ogen afwenden van |
Apertar as mãos | Handen schudden |
Apertar com alguém | Iemand onder druk zetten |
Apertar o bacalhau | Een handdruk geven/ De hand schudden |
Apertar o cinto | De broekriem aanhalen |
Aperto no coração | Benauwd |
Aprende e saberás | Leert en ge zult weten |
Aprende, pratica e serás mestre | Oefening baart kunst |
Aprender até morrer | Men is nooit te oud om te leren |
Aproveitar a boleia | Een lift krijgen |
Aqui é que a porca toce o rabo | Daar heb je de poppen aan het dansen/ De bom is gebarsten |
Aqui há coisa | Hier ligt een probleem, een fout |
Aqui há gato | Hier ligt een probleem, een fout |
Aqui para nós | Tussen ons gezegd en gezwegen |
Aqui se faz, aqui se paga | Boontje komt om zijn loontje |
Aqui-del-rei! | Help! |
Ar de família | Een familietrekje |
Arder em furor | In woede uitbarsten |
Arder pela vítoria | Naar de zege snakken |
Armar(-se) aos cágados | Zich slimmer voordoen dan men is |
Armar(-se) aos cucos | Zich slimmer voordoen dan men is |
Armar(-se) em carapau de corrida | Zich slimmer voordoen dan men is |
Armar ao pingarelho | Overdrijven/ Je anders voordoen dan je bent |
Armar (dar) uma barraca | Herrie schoppen/ Een vervelende situatie veroorzaken/ Problemen maken |
Armar em parvo | Doen of je gek bent/ Doen of je neus bloedt |
Armar (arranjar) pé de vento | Herrie schoppen |
Armar-se até aos dentes | Zich tot de tanden wapenen |
Armar-se de paciência | Geduld oefenen |
Arrancar cabelos | Zich de haren uit het hoofd trekken |
Arrotar a postas de pescada | Opscheppen/ Zichzelf op de borst kloppen |
Arquear as sobrancelhas | Zijn wenkbrauwen optrekken |
Arrancar a saca-rolhas | Eruit trekken (de waarheid bijvoorbeeld) |
Arranha-céus | Wolkenkrabber |
Arranjar um bico de obra | Zich in de nesten werken |
Arranjinho | Afspraakje/ Verhouding |
Arrastar as asas | Down zijn |
Arredar pé | Afstand houden |
Arregaçar as mangas | De mouwen opstropen |
Arreganhar os dentes | Zijn tanden laten zien |
Arrepiar (cortar) caminho | Een stuk afsnijden |
Arrumar (pendurar) as botas | Zijn lier aan de wilgen hangen |
Árvore velha não é fácil de arrancar | Oude bomen zijn moeilijk te verplaatsen |
Árvore velha nunca se muda, transplanta | Oude bomen moet je niet verplanten, verplaatsen |
Às abadas | In grote hoeveelheden |
Às apalpadelas | Op de tast/ In den blinde |
As aparências iludem | Schijn bedriegt |
As benções chegam uma de cada vez, a desgraça vêm em grupo | Een ongeluk komt nooit alleen |
As boas contas são como as cerejas, vêm umas atrás das outras | Van het een komt het ander |
As conversas são como as cervejas, vêm umas atrás das outras | Het ene woord lokt het andere uit |
As costas voltadas (viradas) | Met de rug ernaar toe |
Às duas por três | In een onbewaakt ogenblik |
As excepções são a regra | De uitzondering bevestigt de regel |
As frases estão certas ou erradas? | Zijn de zinnen goed of fout? |
Às furtadelas | Stiekem |
As más notícias chegam depressa | Slecht nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje |
As melhoras | Beterschap |
As melhoras essências estão nos frascos mais pequenos | Klein maar fijn |
Às mil maravilhas | Uitstekend/ Opperbest |
As moscas apanham-se com mel | Vliegen vangt men met honing |
Às nove em ponto | Om klokslag 9 uur |
As palavras cortam mais do que as espadas | Met woorden kun je diepere wonden slaan dan met het zwaard |
As palavras voam, a escrita fica | Je kunt beter alles op papier zetten |
As paredes têm ouvidos | De muren hebben oren |
As rosas caem, os espinhos ficam | Geen roos zonder doornen |
Às tantas | Op een gegeven ogenblik |
Às três pancadas | Slordig |
As vezes não dá | Soms komt het niet goed uit |
Assa-se o pão enquanto o forno está quente | Men moet het ijzer smeden als het heet is |
Assentar como uma luva | Het zit als gegoten |
Assim como assim | In dat geval |
Assim como quem não quer a coisa | Doen alsof het niks met hem, haar te maken heeft |
Assim não te governas | Zo kom je er niet (figuurlijk) |
Assinar o ponto | De presentielijst tekenen |
Assistir um concerto, um filme etc | Bijwonen van een concert, film etcetera |
Assoa-te lá a esse guardanapo | Daar heb je niet van terug |
Até a formiga quer companhia | Niemand wil alleen zijn |
Até ao lavar dos cestos é vindima | Niet opgeven/ Doorgaan tot het werk af is |
Até ao último arranco | Tot de laatste snik |
Até lá | Tot die tijd |
Até mais não poder | Tot de laatste snik |
Até mim | Naar me toe |
Até para ser cão é preciso ter sorte | Bij alles heb je een dosis geluk nodig |
Até porque | Aangezien |
Até que enfim | Eindelijk! |
Atirar com as culpas a | De schuld schuiven op |
Atirar para o torto | Foute boel |
Atirar para trás das costas | Achter zich laten (en doorgaan) |
Atirar poeira para os olhos | Zand in de ogen strooien/ Een rad voor ogen draaien |
Atirar-se de cabeça | Niet bang zijn voor moeilijkheden/ Ergens voor gaan |
Atou-se-lhe a voz na garganta | Zijn stem bleef in zijn keel steken |
Atrás de tempo, tempo vem | We hebben tijd genoeg |
Atrás de uma bola vem sempre uma criança | Pas op! Achter een bal komt altijd een kind |
Atrás de uma montanha está outra montanha | Een ongeluk komt nooit alleen |
Atraso da vida | Iemand die niet vooruit gaat/ Een dom iemand |
Azar no jogo, sorte no amor | Ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde |
Azedo como o rabo de gato | Heel zuur |
Azul desmaiado | Bleekblauw |
Bacalhau com todos | Gerecht: gekookte stokvis, aardappelen, groenten en soms een gekookt ei |
Badalar ao badalo | Zijn mond voorbij praten |
Baixar a bola | Kalmeren/ Zich beheersen |
Baixar a voz | Zachtjes gaan praten |
Baixar os braços | De pijp aan Maarten geven/ De handdoek in de ring gooien/ Door de knieën gaan/ Opgeven |
Baldar-se | Passen |
Balde de água fria | Een koude douche |
Baleia | Dikke schommel (vrouw) (lett: walvis) |
Balela | Uit zijn nek kletsen/ Leugen |
Banda de malfeitores | Een boevenbende |
Bandeira a meia haste | De vlag half stok |
Banha de cobra | Mooie praatjes/ Stroop om de mond |
Barato sai caro | Goedkoop is duurkoop |
Barata tonta | De kluts kwijt/ In de war |
Barriga à boca | Hoogzwanger |
Barriga a dar horas | Honger hebben |
Barriga cheia, companhia desfeita | Zodra je je doel bereikt hebt, weg zijn/ Handelen uit eigenbelang |
Barriga da perna | Scheenbeen |
Barriga de freira | Soort pudding |
Barriga para o ar | Op de rug |
Barriga vazia não tem alegria | Met een lege maag is het slecht lachen |
Barrigada | Volle buik |
Barrigada de riso | Buikschuddend lachen |
Barrigudo | Dikbuikig |
Barriguismo | Eigenbelang (in de politiek) |
Barril | Dikzak/ Tolrond iemand |
Bate e volta | Even wegwippen |
Bate-latas | Oude auto/ Rammelkast |
Bater (um) papo | Met elkaar kletsen |
Bate-papo | Gesprekje |
Bater a asa | De benen nemen |
Bater a bota | De pijp uitgaan |
Bater a outra porta | Ergens anders aankloppen |
Bater a todas as portas | Overal aankloppen voor hulp |
Bater as botas | Sterven |
Bater castanholas | Klappertanden |
Bater certo | Kloppen (fig) |
Bater com a cara na porta | Voor een gesloten deur staan |
Bater com a língua nos dentes | Zijn mond voorbij praten |
Bater com o nariz na porta | Aan een gesloten deur komen/ Zijn neus stoten |
Bater com os calcanhares no cu | Hard rennen/ Vluchten |
Bater forte e feio | Hard slaan |
Bater no ceguinho | Zout in de wonde (blijven) strooien |
Bater no fundo | Een dieptepunt bereiken |
Bater no peito | Zich (deemoedig) op de borst kloppen |
Bater o dente | Het koud hebben/ Klappertanden |
Bater o pé | Protesteren |
Bater os dentes | Klappertanden |
Bater o queixo | Klappertanden |
Bater, tocar na mesma tecla | Blijven hameren op/ Doordrammen |
Batota | Vals spel |
Beata | Een fanatieke kerkganger |
Beber as palavras | Aan zijn lippen hangen |
Beber pouco chá | Geen manieren hebben, onbeleefd zijn |
Beber pouco chá (em pequeno/em criança) ) | Geen manieren hebben meegekregen, onopgevoed zijn |
Beber como uma esponja | Veel drinken |
Beber do fino | Een dure smaak hebben |
Beber pelo mesmo copo | Intiem zijn/ Vertrouwelijk zijn |
Beco sem saída | Geen uitweg (doodlopende straat) |
(A) beija-flor | De kolibri |
Bem considerado | Op de keper beschouwd |
Bem disposto | Goede zin hebben |
Bem dito bem feito | Zo gezegd, zo gedaan |
Bem entendido | Wel te verstaan/ Natuurlijk |
Bem feito | Net goed/ Eigen schuld, dikke bult |
Bem haja | God zij dank |
Bem mandado | Gehoorzaam |
Bem posto | Keurig gekleed |
Bem-criado | Welopgevoed |
Bem-parado | Goed terecht gekomen |
Bem-posta | Smaakvol/ Met smaak (gekleed of ingericht) |
Benfica | Menstruatie |
Bera como a ferrugem | Door en door slecht |
Bicho de consciência | Wroeging |
Bicho-do-mato | Een huismus/ Weinig sociaal |
Bicho de sete cabeças | Onbegonnen werk |
Bico calado | Mondje dicht |
Bico de papagaio | Een haakneus |
Bico-de-obra | Een moeilijk iets |
Bife a cavalo | Gerecht dat bestaat uit een biefstuk met gebakken ei en patat |
Birra | Gril/ Opstandigheid/ Koppigheid/ Krijsen om iets gedaan te krijgen |
Birrento | Vervelend |
Boa árvore, bons frutos | Aan de vruchten ken je de boom |
Boa bisca | Onguur type/ Iemand met een slecht karakter |
Boa brasa, boa casa | Eigen haard is goud waard |
Boa encomenda | Iemand die niet deugt (ironisch bedoeld) |
Boa pinta | Ziet er veelbelovend uit (ironisch) |
Boa praça | Iemand waar je van op aan kunt |
Boas contas fazem os bons amigos | Je moet geen schulden maken bij je vrienden |
Boca a saber a papel de música | Een kater hebben |
Boca aberta | Open mond (van verbazing) |
Boca do inferno | Voor de poorten van de hel/ Een plek waar je niet moet zijn |
Boca que fala, não mastiga | Je moet aan tafel je mond houden |
Bocas | Praatjes |
Bocas do mundo | Publieke opinie |
Bocejo longo, ou é fome ou é sono | Gapen betekent honger of slaap hebben |
Bode expiatório | Iemand die altijd de schuld krijgt/ De kop van Jut |
Bodega | Slecht werk |
Bolso cheio, coração alegre | Een volle portemonnee maakt blij |
Bom como o milho | Uitstekend |
Bom copo | Een goede drinker |
Bom de bico | Makkelijk met eten/ Lust alles |
Bom exemplo, meio sermão | Je moet het goede voorbeeld geven/ Goed voorbeeld doet goed volgen? |
Bom garfo | Een grote eter/ Bourgondiër |
Bom pagador paga logo | Een goede betaler geeft ‘boter bij de vis’ |
Bom partido | Goede partij |
Bom pedaço | Een stuk (mooie man/vrouw) |
Bom ponto | Komisch iemand |
Bom proveito | Eet smakelijk |
Bomgarfo | Goede eter |
Bom talher | Goede eter |
Boneco | Verwaande vent/ Een man die altijd met uiterlijk en kleding bezig is |
Borra-botas | Een onbeduidend iemand |
Borrar a pintura | Op het laatste ogenblik verpesten |
Botou as tripas | Loopt leeg |
Braços no ar | Hands up! |
Branco como a cal | Zo wit als een doek |
Bravo como um touro | Een dappere vechtersbaas |
Branco e preto | Zwart-wit |
Brazucas | Brazilianen (scheldwoord) |
Brilhar pela ausência | Schitteren door afwezigheid |
Brincar ao gato e ao rato | Kat en muis spelen |
Bruto como uma porta | Vreselijk stom/ Dom/ Een lummel/ Een bruut |
Estúpido como uma porta | Zo gek als een deur |
Bruto como as casas | Bruut x |
Bucha e Estica | De dikke en de dunne |
Bugalho de olho | Oogappel |
Burra de saias | Willekeurig welke vrouw |
Burro calado torna-se sábio | Wijselijk zijn mond houden |
Burro de carga | Iemand die zowel zijn eigen werk als dat van anderen doet |
Burro de trabalho | Werkpaard/ Werkezel |
Burro velho não aprende línguas | Het is moeilijk op oudere leeftijd iets te leren of van opvattingen te veranderen |
Cá se fazem, cá se pagam | Boontje komt om zijn loontje |
Cabeça chocha | Een geheugen als een zeef |
Cabeça de alho chocho | Een geheugen als een zeef |
Cabeça de avelã | Dwaas/ Domkop |
Cabeça de nabo | Dwaas/ Domkop |
Cabeça fria | Het hoofd koel (houden) |
Cabeça leve | Losbol |
Cabeça nas nuvens | Met het hoofd in de wolken |
Cabeça-dura | Een domkop |
Caber na cova dum dente | In een holle kies passen |
Caça às bruxas | Heksenjacht |
Cada cabeça uma sentença | Zoveel hoofden, zoveel zinnen |
Cada coisa a seu tempo | Alles op zijn tijd |
Cada coisa no seu lugar | Alles heeft zijn eigen plaats |
Cada maluco com a sua mania | Iedere gek heeft zijn gebrek |
Cada panela tem a sua tampa | Op elk potje past een dekseltje |
Cada porco em seu chiqueiro, cada pinto em seu poleiro | Ieder op zijn plek/ Ieder heeft zijn eigen plek |
Cada povo com seu uso, cada roca com seu fuso | Ieder volk is gehecht aan zijn eigen gewoontes |
Cada qual com a sua cruz | Elk huisje heeft zijn kruisje |
Cada qual é para o que nasce | Ieder moet zijn talenten ontwikkelen |
Cada terra tem seu uso, cada roca tem seu fuso | Elke streek heeft zijn eigen gewoontes |
Cada um a seu modo | Ieder doet het op zijn eigen manier |
Cada um chega a brasa à sua sardinha | Iedereen wil gelijk hebben |
Cada um puxa a brasa à sua sardinha | Iedereen probeert gelijk te krijgen |
Cada um colhe o que semeou | Ge zult oogsten wat ge zaait |
Cada um come do que gosta | Ieder zijn smaak |
Cada um que se governe | Ieder voor zich |
Cada um sabe de si, e Deus de todos | Ieder voor zich en God voor ons allen |
Cada um sabe onde o sapato lhe aperta | Ieder weet waar de schoen wringt |
Cada um tem a sua cruz Cada vez melhor | Elk huisje heeft zijn kruisje Steeds beter |
Caicai | Jurk of hemd zonder bandjes/ Strapless |
Cair na boca do lobo | In het hol van de leeuw terecht komen |
Cair a alma aos pés | De moed zakt hem in de schoenen |
Cair à cama | Ziek worden |
Cair a pique | Loodrecht neervallen |
Cair algum santo do altar | Als een donderslag bij heldere hemel/ Er gebeurt iets onverwachts |
Cair bem | Goed (be)vallen |
Cair mal | Slecht (be)vallen |
Cair bem com | Goed te combineren met |
Cair como um patinho | Ergens intrappen (fig) |
Cair das nuvens | Terug op aarde vallen |
Cair de chapa | Voorover vallen |
Cair de cu | Op je billen terecht komen |
Cair de patana | Heel hard vallen |
Cair de podre | Uit elkaar vallen (van ouderdom) |
Cair do pedestral | Van zijn voetstuk vallen |
Cair em | Vervallen in |
Cair em desgraça | In ongenade vallen |
Cair em si | Tot inkeer komen |
Cair mal com | Slecht te combineren met |
Cair na razão | De zaak (zaken) nuchter bekijken |
Cair na rede | Ergens intrappen |
Cair nas garras de alguém | In iemands klauwen vallen |
Cair nas unhas de alguém | In iemands klauwen vallen |
Cair no lasso | In de val lopen |
Cair numa armadilha | In een valstrik lopen |
Cair o coração aos pés | De moed zakt iemand in de schoenen |
Cair os parentes na lama | De (familie) naam door het slijk halen |
Cair que nem um anjinho | Ergens met open ogen intrappen |
Caixa das ideias | Het hoofd/ De hersenen |
Caixa de ar | De borstkas |
Caixa de fósforos | Kleine afgesloten ruimte |
Caixa de óculos | Brillenjood |
Caixinha de surpresas | Een vat vol verrassingen/ De doos van Pandora |
Calado que nem um rato | Zo stil als een muis |
Calar a boca a alguém | Iemand de mond snoeien |
Calar o bico | Zijn mond houden |
Calças a um lado, saias a outra | Mannen en vrouwen gescheiden |
Caldo entornado | Een tegenvaller/ Een probleem |
Calhar que nem ginjas | Goed uitkomen |
Cama, mesa e roupa lavada | Een gespreid bedje |
Caminho de cabras | Een geitenpad |
Camisa de vénus | Een condoom |
Cana sem isca, peixe não belisca | Zonder aas geen vis |
Canja de galinha não faz mal a ninguém | Kippensoep doet een elk goed |
Cansar-se de | Genoeg krijgen van |
Cantar a mesma cantiga | Steeds hetzelfde liedje (zingen) |
Cantar de galo | Hoog van de toren blazen |
Cantar vitória antes do tempo | Te vroeg juichen |
Canto de sereia | Vleiende taal/ Lokroep |
Cão que ladra não morde | Blaffende honden bijten niet |
Cara a cara | Tegenover elkaar/ In eigen persoon |
Cara abolachada | Een dik rond gezicht |
Cara de bolacha | Een dik rond gezicht |
Cara de caso | Bezorgd kijken |
Cara de enterro | Begrafenisgezicht |
Cara de fome | Hongerige blik/ Vermagerd gezicht |
Cara de pau | Een uitgestreken gezicht |
Cara de poucos amigos | Een gezicht als een oorwurm |
Cara ou coroa | Kop(kruis) of munt |
Cara-metade | Wederhelft |
Carga de água | Stortregen |
Carga de ossos | Vel over been |
Carne de canhão | Kanonnenvlees |
Carne viva | Een open wond |
Caro como fogo | Peperduur |
Carradas de razão | Alle gelijk van de wereld |
Carregar a sua cruz | Zijn kruis dragen |
Carregar o autoclismo | Doortrekken (toilet) |
Carregar pela boca | Een makkie |
Carroça do lixo | Iets wat flink vertraagt/ Een traag iemand |
Carta aberta | Een open brief |
Casa com gato não sai rato Casa da malta | … De zoete inval |
Casa de pai, escola de filho | Zo vader, zo zoon/ De appel valt niet ver van de boom |
Casa de prego | Pandjeshuis |
Casa mal-assombrada | Spookhuis |
Casa onde entra o sol, não entra o médico | Een zonnig huis is een gezond huis |
Casa onde não há pão, todos ralham e ninguém tem razão | Waar armoede is, heerst geen goede sfeer |
Casa roubada, trancas à porta | Als het kalf verdronken is, dempt men de put |
Casamento atrás da porta (da igreja) | Samenwonen/ Hokken |
Casca de noz | Een notendop |
Casca de rolhas | Heel ver weg |
Casca-grossa | Een bruut |
Caso bicudo | Een moeilijk geval |
Caso de consciência | Een gewetenskwestie |
Caso de força maior | Een geval van overmacht |
Castanhas boas e vinho novo fazem as delícias do São Martinho | Sint Maarten is de tijd van kastanjes en nieuwe wijn |
Castelo de cartas | Een luchtkasteel/ Een illusie |
Castelos no ar | Luchtkastelen |
Causar muito ruído | Veel opzien baren |
Cautela nunca é demais | Je kunt nooit voorzichtig genoeg zijn |
Cavalarias altas | Te hoog gegrepen/ Te grote ambities |
Cavar batatas | Iemand buiten zetten/ Iemand wegsturen |
Cedo deitar e cedo erguer, dá saúde e faz crescer | Met de kippen op stok gaan |
Cego como um morcego | Zo blind als een mol |
Cem cães a um osso | Iedereen wil hetzelfde |
Centro de acolhimento | Een opvangcentrum |
Cesteiro que faz um cesto faz um cento | Als er een schaap over de dam is, volgen er meer |
Chá de parreira | Wijn |
Chamar a atenção | De aandacht trekken |
Chão que deu uvas | Dat is voorgoed voorbij/ Dat kan tegenwoordig niet meer |
Chato como um prato | Een zanikerd |
Chega de falar nisso | Genoeg gepraat (daarover) |
Chega-lá aqui | Kom eens hier |
Chegar a horas | Zijn tijd is gekomen/ Hij gaat sterven |
Chegar à meta | Het eind is in zicht |
Chegar a mostarda ao nariz | Het zit me tot hier |
Chegar a roupa ao pêlo | Slaan (iemand) |
Chegar aos ouvidos | Tot je doordringen wat je hoort |
Chegar lá para as quinhentas | Heel laat komen |
Chegar para as encomendas | Voldoende zijn/ Kunnen rondkomen |
Chegar-se às boas | Zich onderwerpen/ Ermee eens zijn |
Chegar sem novidade | Zonder ongelukken aankomen |
Chegar às mãos | Naar je toe komen/ In handen krijgen |
Chega-te aos bons e serás um deles | Ga met goede mensen om en je zult een goed persoon worden/ Kies je vrienden met zorg |
Chegou ali e parou | Geen toekomst hebben |
Cheio até às orelhas | Vol/ Verzadigd |
Cheio até aos olhos | Niet meer kunnen (eten)/ Vol zitten |
Cheirar a chamusco | Er zit een luchtje aan/ Het is geen zuivere koffie |
Cheira a esturro | Er zit een luchtje aan/ Het is geen zuivere koffie |
Cheirar a saias | Er zijn hier vrouwen |
Chi (Xi) ou chi (xi)-coração | Een omhelzing |
Chichi | Plasje (urine) |
Chorar a rir | Huilen van het lachen |
Chorar baba e ranho | Gierend huilen |
Chorar como uma Madalena | Erg huilen |
Chorar como uma perdida | Erg huilen |
Chorar de riso | Zich een kriek lachen |
Chorar lágrimas de crocodilo | Krokodillentranen huilen |
Chorar sobre o leite derramado | Gedane zaken nemen geen keer |
Chover a potes | Stortregenen |
Chover a cântaros | Pijpenstelen regenen |
Chupar o (no) dedo/ chuchar | Op een houtje bijten |
Chuva não quebra ossos | Je smelt niet van een beetje regen/ Je bent niet van suiker |
Cinco horas e tal | Over vijven |
Cinco réis de gente | Een onderdeurtje |
Claro como a água | Zo klaar als een klontje/ Glashelder |
Claro como o dia | Zo klaar als een klontje/ Glashelder |
Claro como o sol | Zo klaar als een klontje/ Glashelder |
Claro como um provérbio de lama, de barro | Zo helder als koffiedik |
Claro que sim | Natuurlijk wel |
Cobrir o lanço | De lat te hoog leggen |
Cócó, ranheta e facada (os três da vida airada) | De drie musketiers |
Có-có-ró-ró | Kukeleku |
Coisa bem começada é meio acabada | Een goed begin is het halve werk |
Coisa esmerada | Piekfijn in orde |
Coisas de breca | Duivelse zaken |
Coisas e loisas | Ditjes en datjes |
Coisinha fofa | Snoesje/ Schatje |
Coisíssima nenhuma | Absoluut niets |
Coitadinho | Stakkerd/ Och arme |
Coitado do homem! | Arme man/ Stakkerd |
Colocar o carro adiante dos bois | Het paard achter de wagen spannen |
Colocar-se em evidência | De aandacht trekken |
Com a barba crescida | Met een lange baard |
Com a barriga à mostra | Met blote buik |
Com a breca | Verduiveld |
Com a cabeça no ar | Onbezonnen/ Verstrooid/ Lichtzinnig |
Com a corda no pescoço | Met de strop om de nek |
Com a corda na garganta | Met de strop om de nek |
Com a escola toda | Uitgekiend/ Gehaaid |
Com a faca e o queijo na mão | De sleutel in handen hebben |
Com a verdade me enganas | Ik kan je niet geloven/ Je boezemt me wantrouwen in |
Com ambas as mãos | Met beide handen (aangrijpen) |
Com armas e bagagens | Gepakt en gezakt |
Com as mãos a abanar | Met lege handen |
Com as mãos atadas | Met de handen gebonden/ Onmachtig |
Com as tripas do avesso | Buiten zichzelf |
Com bom dente | Met goede eetlust |
Com certeza | Vast en zeker |
Com coisas sérias não se brinca | Met serieuze zaken moet je niet de draak steken |
Com conta, peso e medida | Met overleg te werk gaan/ Rechtvaardig |
Com costela | Als voorgeslacht hebben/ Verwant zijn met/ Voorouders hebben in |
Com duas pedras na mão | Vijandig |
Com escasso pessoal | Onderbemand |
Com exatidão | Accuraat |
Com forte sotaque | Met een zwaar accent |
Com grande custo | Met veel moeite |
Com licença | Sta me toe/ Met permissie |
Com mais forte razão | Reden temeer |
Com muita fome não há mau pão | Honger maakt rauwe bonen zoet |
Com o braço ao peito | Met gebroken arm |
Com o cu na mão | Bang zijn |
Com o fogo não se brinca | Je kunt beter niet met vuur spelen |
Com (o) fogo no rabo | Met de duvel op zijn hielen |
Com o gás todo | Plankgas |
Com o rabo entre as pernas | Met de staart tussen de benen (afdruipen) |
Com os pés para a cova | Met één been in het graf |
Com palha e milho, se leva o burro ao trilho | Met de juiste aanwijzingen kom je er wel |
Com pés e cabeça | Met begin en einde (van een verhaal) |
Com pézinhos de lã | Voorzichtig/ Geniepig/ Zachtjes |
Com pilhas de graça | Erg grappig |
Com quase toda a certeza | Zo goed als zeker |
Com tempo tudo se cura | De tijd heelt alle wonden |
Com todas as letras | Voluit |
Com todos os conformes | Volgens de voorschriften |
Com todos os FF e RR | Tot in de puntjes verzorgd/ Af |
Com um grão na asa | Met een stuk in zijn kraag |
Com uma grande pena minha | Met veel moeite van mijn kant/ Jammer genoeg |
Com uma mão por baixo e outra por cima | Uiterst voorzichtig |
Com uma perna às costas | Geen enkel probleem/ Een fluitje van een cent/ Met twee vingers in de neus |
Com unhas e dentes | Uit alle macht |
Com as tripas do avesso | Buiten zichzelf van woede |
Comboio de torresmos | Langzaam vehikel/ Sloom persoon |
Come para viver, não vivas para comer | Eet om te leven, leef niet om te eten |
Come menino e criar-te-ás; come velho e viverás | Eet kind en ge zult groot worden, eet oude en je zult leven |
Começar a apertar | De tijd begint te dringen/ Het is bijna zover |
Começar a levar caminho | Op de goede weg zijn |
Começar a mandar vir | Ruzie maken/ Ruzie zoeken |
Começar com o pé direito | Goed beginnen |
Comer a dente queixal | Met lange tanden eten |
Comer com os dentes da frente | Met lange tanden eten |
Comer com os olhos | Met de ogen verslinden |
Comer como um abade | Eten als een wolf/ Eten als een paard |
Comer como um bruto | Onbeschoft eten |
Comer como um passarinho | Heel weinig eten |
Comer como uma freira | Eten als een spaaier, bootwerker, paard |
Comer e calar | Alles slikken, incasseren zonder een kik te geven |
Comer e chorar por mais | Er geen genoeg van kunnen krijgen |
Comer e coçar está no começar | Als je eenmaal begint kun je niet meer stoppen |
Comer muito queijo | Vergeetachtig zijn |
Comer uma bucha | Een stukje brood, boterham, broodje eten |
Comes e bebes | Hapjes en drankjes |
Comeretes e beberetes | Hapjes en drankjes |
Comezana ou comezaina | Overvloed aan eten |
Comigo não faz farinha | Met mij valt niet te spotten |
Comilona | Een veelvraat van een vrouw/ Een vrouw die van veel eten houdt |
Como adiante veremos | Zoals we verderop zullen zien |
Como assim? | Hoezo? |
Como não? | Hoezo niet? |
Como cerejas | In overvloed/ Bij de vleet |
Como dois dedos da mesma mão | Lijkt sprekend/ Als twee druppels water |
Como é que eu faço chegar a…? | Wat moet ik doen om in … te komen? |
Como formigas | Een mierennest |
Como gente grande | Als volwassenen |
Como lhe corre a vida? | Hoe staan de zaken? |
Como manda a lei | Zoals het hoort |
Como manda o figurino | Volgens de mode |
Como o tempo passa depressa | Wat vliegt de tijd |
Como peixe na água | Als een vis in het water |
Como quem não quer a coisa | Onverschilligheid fingeren |
Como semeares assim colherás | Gelijk men zaait zal men oogsten |
Como tem passado? | Hoe gaat het met u? |
Como um cão | Honds |
Como um foguete | Als een speer |
Como um pinto | Kletsnat/ Als een verzopen kat |
Comprar gato por lebre | Knollen voor citroenen kopen |
Comer gato por lebre | Knollen voor citroenen eten |
Comprar cebolas por alhos | Een kat in de zak kopen |
Concordo | Ik ben het ermee eens |
Conforme ao nosso ajuste | Volgens onze overeenkomst |
Conforme é o passarinho, assim é o ninho | Zoals het huis eruit ziet, zo zijn de bewoners |
Conforme se toca assim se dança | Uit het een komt het andere voort |
Confusão de narizes | Grote verwarring (grappig bedoeld) |
Conhecer à légua | Heel goed kennen/ Door en door kennen |
Conhecer como as próprias mãos | Kennen als zijn eigen broekzak |
Conhecer como as próprios dedos | Kennen als zijn eigen broekzak |
Conhecer de ginjeira | Grondig kennen/ Al heel lang kennen |
Conhecer por dentro e por fora | Door en door kennen |
Conhece-se o marinheiro no meio da tempestade | Bij noodweer leer je de schipper kennen |
Conseguir uma coisa | Iets voor elkaar krijgen |
Conserva de atum | Een blikje tonijn |
Considero-o meu amigo | Ik beschouw hem als een vriend |
Conta redonda | Een afgerond bedrag |
Contar com | Rekenen op (iemands aanwezigheid) |
Contar em | Rekenen op (iets te krijgen) |
Contar os passos | Langzaam lopen |
Contente que nem um rato | Meer dan tevreden |
Contos da carochinha | Fabeltjes/ Sprookjes |
Contra a minha vontade | Tegen mijn zin |
Contra factos não há argumentos | Tegen feiten valt niet te argumenteren |
Contra ventos e marés | Tegen alle tegenslagen in/ Tegen de klippen op |
Contratempo | Tegenvaller |
Conversa de chacha | Prietpraat |
Conversa fiada | Onzin uitkramen |
Cor de burro quando foge | Ondefinieerbare kleur |
Coração ao pé da boca | Het hart op de tong |
Coração de bronze | Een hart van steen |
Coração de mármore | Een hart van steen |
Coração de pedra | Een hart van steen |
Corar de pudor | Blozen van schaamte |
Corpo a corpo | Man tegen man |
Corpo moído | Gesloopt/ Een moe, pijnlijk lijf van het werken |
Corra o ano como for, haja em agosto e setembro calor | Het maakt niet uit wat voor weer het is geweest het hele jaar, als het in augustus en september maar mooi weer is. |
Correr Ceca e Meca | Stad en land afzoeken |
Correr a sete pés | Vluchten/ Er vandoor gaan |
Correr a toque de caixa | Snel lopen |
Correr alguém | Iemand verdrijven/ Iemand wegjagen |
Correr às mil maravilhas | Lopen als een trein/ Gesmeerd lopen |
Correr como uma lebre | Lopen als een haas |
Correr de boca em boca | Zich als een lopend vuurtje verspreiden/ Van mond tot mond gaan |
Correr monte e vales | Stad en land aflopen |
Correr mundo | Veel reizen |
Correr riscos | Risico(‘s) lopen |
Cortar a palavra a alguém | Iemand in de rede vallen |
Cortar as asas | Zijn vrijheid ontnemen |
Cortar as voltas | Om de zaak heen draaien |
Cortar caminho | Een snellere manier vinden |
Cortar com | Minderen (roken bijv) |
Cortar em | Minderen (roken bijv) |
Cortar na casaca | Praten achter iemands rug |
Cortar na pele de | Allerlei kwaads vertellen van |
Cortar o fio | De draad kwijtraken |
Cortar o mal pela raiz | Met wortel en tak uitroeien |
Costas ao alto | Werkeloos |
Cova do dente | Een kleine ruimte |
Cozinha-se o pão enquanto o forno está quente | Het ijzer smeden als het heet is |
Creio que não | Volgens mij niet/ Ik geloof van niet |
Cresce e aparece | Om kleine kinderen de mond te snoeren |
Criançada ou criançalha | Een groep kinderen |
Criar asas | Zich opgelucht voelen (na een rottijd) |
Criar barriga | Een buikje krijgen |
Criar calo | Ergens aan wennen |
Criar raízes | Wortel schieten (overdrachtelijk) |
Crivado de dívidas | Veel schulden hebben |
Cruz credo | Oh mijn god |
Cruzar os braços | Met de armen over elkaar gaan zitten, staan |
Cruzes, canhoto! | Afkloppen! Kruis je vingers |
Cu tremido | Niet te voet/ In een of ander voertuig |
Cultura geral | Algemene ontwikkeling |
Cumprir o seu fadário | Zijn bestemming volgen |
Cumprir o seu papel | Zijn toegewezen rol spelen |
Curto de vista(s) | Kortzichtig |
Cuspir-lhe na cara | Beledigen/ Een klap in zijn gezicht geven |
Custar couro e cabelo | Dat kost kapitalen |
Custar muito | Moeite kosten/ Moeite hebben met |
Custar os olhos da cara | Peperduur zijn |
Custe o que custar | Koste wat het kost |
Dá licença | Sta me toe/ Met permissie |
Dá a César o que é de César e a Deus o que é de Deus | Geef eenieder wat hem toekomt |
Da boca para fora | Zomaar iets zeggen/ Iets eruit flappen |
Da cabeça aos pés | Van top tot teen |
Da cor | Dezelfde politieke kleur |
Dá Deus as nozes a quem não tem dentes | Iets krijgen dat je niet verdient, iets wat te hoog gegrepen is |
Dá Deus o frio conforme a roupa | Kracht naar kruis ontvangen |
Da discussão nasce a luz | Al pratend kom je tot een oplossing |
Da gema | Oorspronkelijk |
Da melhor forma | Op zijn best |
Da noite para o dia | Van de ene op de andere dag |
Da pior espécie | Van het laagste allooi |
Da ponta dos pés à raiz dos cabelos | Van top tot teen |
Da sua lavra | Onder beheer/ Onder zijn paraplu |
Dado que | Gezien (het feit dat) |
Dados lançados | De feiten uiteengezet |
Daí em diante | Van toen af aan |
Dá-lhe jeito? | Schikt het u? |
Dançar na corda bamba | Balanceren op het slappe koord |
Daqui a… | Over… |
Daqui a pouco | Binnenkort/ Weldra |
Daqui em diante | Voortaan |
Daqui não levas nada | Je krijgt geen poot aan de grond |
Dar a alma a Deus ou ao criador | Sterven |
Dar a conhecer | Te kennen geven/ Laten weten |
Dar a entender | Signalen geven |
Dar à estampa | Afdrukken |
Dar a lata | De bons geven |
Dar à língua | Zijn mond voorbij praten |
Dar à luz | Kind baren/ Bevallen |
Dar a mão | Helpen(de hand toesteken) |
Dar a mão à palmatória | Schuld bekennen |
Dar a palavra | Zijn woord geven |
Dar a saber | Te kennen geven/ Laten weten |
Dar à trela | Kletsen |
Dar a última de mão | De laatste hand leggen aan |
Dar à unha | Nauwgezet werken |
Dar a volta | Van het tegendeel overtuigen |
Dar a volta ao miolo | Aan het denken zetten |
Dar água pela barba | Veel hoofdbrekens kosten |
Dar água sem caneco | Overbodig/onnuttig werk doen |
Dar alguma coisa | Iets opleveren |
Dar alta | Uit het ziekenhuis ontslaan |
Dar andamento | Vooruitgang boeken |
Dar ao dedo | Werken |
Dar ao dente | Eten |
Dar aos dentes | Eten |
Dar ao miolo de alguém | Iemand het hoofd op hol brengen |
Dar ao pé | Sneller lopen/ Dansen |
Dar ao rabo | Heupwiegen |
Dar aos butes | Vluchten |
Dar aos calcanhares | Vluchten |
Dar ares de | Eruit zien als |
Dar arrepios | Kippenvel bezorgen |
Dar as boas vindas | Welkom heten |
Dar as boas-festas | Goede feestdagen wensen (met kerstmis) |
Dar às mãos cheias | Gul geven |
Dar asas a | Vleugels geven aan |
Dar baixa ao hospital | In het ziekenhuis opgenomen worden |
Dar banho à minhoca | Aan het vissen zijn |
Dar barraca | Onzin uithalen waar anderen bij zijn/ Een scene maken |
Dar bronca | Een schandaal veroorzaken |
Dar cabo de | Vernielen/ Vernietigen |
Dar cabo dos nervos | Iemand het bloed onder de nagels vandaan halen |
Dar cartas | Laten zien dat je iets kunt/ Open kaart spelen |
Dar cavaco | Zijn mond opentrekken/ Praten |
Dar cavaquinho | Zijn mond opentrekken/ Praten |
Dar com | Tegenkomen/ Ontmoeten/ Vinden |
Dar com a língua nos dentes | Een geheim prijsgeven/ zijn mond voorbij praten |
Dar com a tampa | Iemand afwijzen |
Dar com as ventas na porta | Afgescheept worden/Voor een gesloten de deur komen |
Dar com o nariz na porta | Afgescheept worden/Voor een gesloten de deur komen |
Dar com os pés | Weigeren/ Verwerpen |
Dar confiança | Aandacht aan besteden/ Geen afstand nemen |
Dar conta de | Zich rekenschap geven van |
Dar conta do recado | Een situatie aankunnen |
Dar conta | In de gaten hebben |
Dar corda | Iemand aanmoedigen te praten/ Aan de praat houden |
Dar corda aos sapatos | Weglopen |
Dar cuidados | Zorgen baren |
Dar de cara com | Oog in oog staan met/ Tegen het lijf lopen |
Dar de chapa com | Oog in oog staan met/ Tegen het lijf lopen |
Dar de mão beijada | Belangeloos geven |
Dar de volta | Terugbezorgen/ Terug geven |
Dar dois dedos de conversa | Bijpraten/ Een praatje maken |
Dar duas palavrinhas de conversa | Weinig praten/ Een beetje praten |
Dar em | Resulteren in/ Uitlopen op |
Dar em alguém | Iemand slaag geven |
Dar em doido | Gek worden |
Dar em nada | Met een sisser aflopen |
Dar em pantana | Verknoeien/ Verkwisten |
Dar esmola não empobrece | Van een aalmoes geven word je niet arm |
Dar fiasco | Een fiasco worden |
Dar frutos | Vruchten afwerpen |
Dar galo | In het water vallen |
Dar gosto a | Genoegen doen aan |
Dar graças a | Hartelijk danken/ Dankbaar zijn voor |
Dar graças por | Hartelijk danken/ Dankbaar zijn voor |
Dar graxa | Slijmen |
Dar horas | De klok slaat |
Dar horas a | Uren besteden aan |
Dar jeito | Goed uitkomen/ Van nut zijn |
Dar lembranças a | De groeten overbrengen aan |
Dar lugar a | Plaatsmaken voor |
Dar má vida a | Het leven zuur maken |
Dar manteiga | Stroop om de mond smeren/ Vleien/ Slijmen |
Dar margem a | Aanleiding geven tot |
Dar molho | Problemen geven |
Dar na mesma | Op hetzelfde neerkomen |
Dar nas vistas | In het oog springen/ Opvallen |
Dar no duro | Hard werken (flink doorwerken) |
Dar no goto de | In de gunst vallen |
Dar nos dentes | Iets verklappen/ Zijn mond voorbij praten |
Dar nozes a quem não tem dentes | Iets geven aan iemand aan wie het niet besteed is/ Water naar de zee dragen |
Dar o benefício da dúvida | Het voordeel van de twijfel geven |
Dar o braço a torcer | Fout toegeven |
Dar o dito por não dito | Ontkennen/ Zijn woorden herroepen |
Dar o fora | Op de vlucht slaan |
Dar o nó | Het jawoord geven |
Dar o passo | Trouwen |
Dar o pé e tomarem-lhe a mão | Als je hem een vinger geeft, pakt hij de hele hand |
Dar o primeiro passo | Het initiatief nemen |
Dar o salto | Vluchten |
Dar o triste pio | Sterven |
Dar origem a | Aan de oorsprong staan/liggen van |
Dar os améns | Ja en amen zeggen |
Dar ouvidos a | Gehoor geven aan |
Dar para | Goed zijn/ Genoeg zijn voor/ Volstaan om te/ Geschikt zijn voor/ Mogelijk zijn |
Dar para o torto | Scheeflopen |
Dar para pêras | Iets wat erg lang kan duren |
Dar para trás | Tegenspreken/ Censureren |
Dar parte | Aangifte doen |
Dar parte de alguém | Een aanklacht indienen tegen iemand |
Dar parte de fraco | Zijn zwakte tonen/ Toegeven dat iets niet lukt |
Dar pau na máquina | Urgentie verlenen |
Dar pela coisa | In de gaten hebben |
Dar pérolas a porcos | Parels voor de zwijnen gooien |
Dar por | Aandacht schenken aan/ Zich rekenschap geven van |
Dar por certo | Voor lief nemen |
Dar por paus e por pedras | Heel boos worden |
Dar quartel a | Onderdak geven aan |
Dar que (falar) | Aanleiding geven tot praatjes |
Dar rédea (solta) | De touwtjes laten vieren |
Dar saída | Een uitweg bieden |
Dar sentenças | Ongevraagd zijn mening geven |
Dar sinal | Een waarschuwing afgeven |
Dar sinal de si | Zichzelf manifesteren |
Dar sopa | Niet thuis geven/ Nee zeggen |
Dar tampa | Niet thuis geven/ Nee zeggen |
Dar tempo ao tempo | De tijd nemen voor iets |
Dar tempo de | Tijd genoeg zijn |
Dar tempo para | Tijd genoeg zijn voor |
Dar trabalho | Veel werk geven/ Tot last zijn |
Dar tréguas | Vrede sluiten |
Dar trela | Praten/ Antwoord geven/ Flirten |
Dar troco | Van repliek dienen/ Vertrouwen geven/ Antwoord geven |
Dar tudo por tudo | Alles op alles zetten |
Dar um ar da sua graça | Iets van zijn kunnen laten zien |
Dar um empurrão | Een duwtje in de rug geven |
Dar um giro | Een ommetje maken |
Dar um golpe | Iets doen wat niet door de beugel kan |
Dar um jeito | Ergens iets op vinden |
Dar um passo atrás | Een stapje terug doen |
Dar um passo de gigante | Met een sprong vooruit gaan |
Dar um passo em falso | Een misstap begaan |
Dar um pé(zinho) de dança | Dansen/ Een dansje wagen/ Een dansje doen |
Dar um pontapé na gramática | Een taalfout maken |
Dar um pontapé na sorte | Een kans maken |
Dar um puxão de orelhas | Een draai om de oren geven/ Een oorvijg geven |
Dar um puxão às orelhas | Een draai om de oren geven/ Een oorvijg geven |
Dar um salto em | Promotie maken |
Dar um toque | Kort opbellen/ Een hint geven |
Dar uma (duas) palavras | Een woordje wisselen |
Dar uma boleia | Een lift geven |
Dar uma conferência | Een toespraak/bijeenkomst/conferentie houden |
Dar uma curva | Een ommetje maken |
Dar uma dica | Een tip/aanwijzing geven |
Dar uma lição | Een lesje leren |
Dar uma mão(zinha) | Een handje helpen |
Dar uma no cravo e outra na ferradura | Een ding goed doen/ Een steentje bijdragen, een ander ding fout |
Dar uma passa | Een jointje roken |
Dar uma turra | Een kopstoot geven |
Dar uma vista de olhos | Een blik werpen/ Een kijkje nemen |
Dar uma volta | Een ommetje maken |
Dar umas dicas | Tips geven |
Dar vazão | Plaatsmaken voor |
Dar volta para trás | Terugdraaien |
Dar voltas à cabeça | Zich suf peinzen/ Piekeren |
Dar voltas ao miolo | Zijn hersens pijnigen |
Dar em cheio | In de roos |
Dar com a porta na cara | De deur voor iemands neus dichtgooien |
Dar-lhe a mosca | Plotseling van mening veranderen/ 180 gr omdraaien/ Kwaaie zin hebben |
Dar-lhe na gana | In een opwelling |
Dar-lhe na real gana | In een opwelling |
Dar-se ares de | Zich uitgeven voor/ Doen alsof |
Dar-se bem com | Goed kunnen opschieten met/ Met iemand door één deur kunnen |
Dar-se mal com | Niet kunnen opschieten met |
Dar-se por vencido | Zich gewonnen geven |
Dar um jeitinho | Een handje helpen/ Met een handigheidje oplossen/ Een (uit)weg zijn |
Data limite | Streefdatum |
De (se lhe) tirar o chapéu | Om je petje voor af te nemen |
De abalado | Bijna weg/ Klaar om te vertrekken |
De algodão velho não se faz bom pano | Goed gereedschap is het halve werk |
De alma e coração | Met hart en ziel |
De alto cai, quem alto sobe | Wie hoog vliegt kan diep vallen |
De antes quebrar que torcer | Liever barsten dan buigen |
De arromba | Luisterrijk/ Glansrijk/ Excellent |
De bago em bago é que a galinha enche o papo | Elke dag een draadje is een hemdsmouw in het jaar/ Vele kleintjes maken een grote |
De baixo estofo | Van slechte kwaliteit/ Van laag allooi |
De boa fé | Te goeder trouw |
De boa mente | Met goede bedoelingen |
De boa pinta | Met een goed voorkomen |
De boas intenções o inferno está cheio | De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens |
De bom quartel | Een goed tehuis |
De bom vinho, bom vinagre | Van een goede wijn krijg je goede azijn |
De borla | Gratis |
De braços dados | Gearmd |
De cabeça | Van buiten/ Uit het (blote) hoofd |
De cabeça até os pés | Van tot tot teen |
De cabeça baixa | Met gebogen hoofd/ Beschaamd/ Verlegen/ Niets doen |
De cabelo na venta | Met een slecht karakter/ Licht ontvlambaar |
De cácacará | Van weinig waarde |
De caras | Plotseling |
De caso pensado | Met voorbedachte rade |
De cavalo para burro | Achteruit gaan |
De chinelo no pé | Armoedig |
De comer e chorar por mais | Om je vingers bij af te likken |
De contar pelos dedos | Op de vingers van één hand te tellen |
De contente se te ri o dente | Big smile/ Zijn tanden bloot lachen |
De cor e salteado | Uit je hoofd leren |
De corpo e alma | Met hart en ziel |
De corrida | Vluchtig/ Met de Franse slag |
De cortar o coração | Hartverscheurend |
De dois em dois dias | Om de andere dag |
De espada em riste | Klaar voor de aanval |
De Espanha nem bom vento nem bom casamento | Er komt niets goeds uit Spanje |
De esperanças | In verwachting |
De fio a pavio | Van a tot z |
De gema | Puur/ Oorspronkelijk |
De grande tomo | Van groot belang |
De grão em grão a galinha enche o papo | Stukje bij beetje kom je verder |
De igual para igual | Op voet van gelijkheid |
De lamber os beiços | Om zijn lippen bij af te likken |
De lamber os dedos | Om zijn vingers bij af te likken |
De lança em riste | Klaar om aan te vallen |
De lés a lés | Van het ene eind naar het andere |
De má fama | Slecht bekend staan/ Berucht zijn/ Bekend als de bonte hond |
De má mente | Met slechte bedoelingen |
De mal a pior | Van kwaad tot erger |
De maneira nenhuma | Geen sprake van |
De manso | Stilletjes |
De mão em mão | Van hand tot hand/ Veel gebruikt |
De mãos a abanar | Met lege handen |
De marca barbante | Beneden alle peil |
De mau grado | Tegen wil en dank |
De meia-cara | Niet veel zaaks |
De meia em meia hora | Om het halve uur |
De meia tigela | Van weinig waarde |
De memória | Uit het hoofd |
De moeda em moeda se faz uma fortuna | Veel kleintjes maken een grote/ Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd |
De nada | Geen dank |
De noite todos os gatos são pardos | ‘S nachts ziet men je niet/ Het maakt niet uit |
De olhos fechados | Met de ogen dicht |
De opinião firme | Bij hoog en bij laag beweren |
De orelha murcha | Moedeloos/ Gedesillusioneerd |
De orelha caída | Moedeloos/ Gedesillusioneerd |
De pé atrás | Voorzichtig/ Gewaarschuwd |
De pé para a mão | Opeens |
De pedra e cal | Zo vast als een huis/ Solide/ Duurzaam |
De pequenino é que se torce o pepino | Jong geleerd is oude gedaan |
De pernas para o ar | Op zijn rug |
De pés e mãos atados | Met handen en voeten gebonden |
De ponta a ponta | Geheel en al/ Van begin tot einde |
De ponto em branco | Perfect gekleed |
De poucas palavras | Van weinig woorden |
De primeira água | Excellent |
De pronto | In een wip |
De propósito | Expres |
De qualquer maneira | Hoe dan ook |
De que se trata? | Waar gaat het om, over? |
De raminho em raminho, o passarinho faz o ninho | Stukje voor stukje bouw je iets op |
De saias | Van vrouwen |
De sol a sol | De hele dag/ Van zonsopgang tot zonsondergang |
De tamanho de bolso | In zakformaat |
De tanga | Platzak |
De tostão em tostão chega-se ao milho | Vele kleintjes maken een grote |
De trás da orelha | Van prima kwaliteit |
De três em três dias | Om de drie dagen |
De trombas | Boos/ Nors |
De um tiro | Ineens/ Eensklaps/ Plotsklaps |
De uma só peça | Uit één stuk |
De uma vez | In één keer |
De vento em popa | Met de wind in de rug |
De viva voz | Hardop |
Debaixo das asas | Onder iemands vleugels |
Debaixo da língua | Niet op kunnen komen/ Op het puntje van mijn tong |
Defender-se com unhas e dentes | Zich met hand en tand verzetten |
Deitar para trás das costas | Achter zich laten |
Deitar a casa abaixo | De tent afbreken |
Deitar a culpa a outra | De schuld op een ander schuiven |
Deitar a escada | Eten op kosten van een ander |
Deitar a fugir | Op de vlucht slaan |
Deitar a mão a | Alles aanpakken/ Helpen/ In bezit nemen/ Vastpakken |
Deitar a rede | Vleien/ Een netwerk opbouwen |
Deitar água na fervura | De gemoederen tot bedaren brengen |
Deitar água no vinho | Water bij de wijn doen |
Deitar as mãos à cabeça | Bang zijn |
Deitar as unhas a | Ergens beslag op leggen |
Deitar cedo e cedo erguer dá saúde e faz crescer | De morgenstond heeft goud in de mond |
Deitar contas à vida | Zijn leven overdenken |
Deitar foguetes | Vieren |
Deitar foguetes antes da festa | Alleluja roepen voor het Pasen is |
Deitar fora | Weggooien |
Deitar lenha na fogueira | Olie op het vuur gooien |
Deitar achas na fogueira | Olie op het vuur gooien |
Deitar o anzol | Iets gedaan zien te krijgen op indirecte wijze/ Een spierinkje uitwerpen |
Deitar o caração ao largo | Proberen zich geen zorgen te maken/ Zichzelf niet kwellen |
Deitar o olho | Nastreven/ Een oogje hebben op |
Deitar o rabo de alho | Steels aankijken |
Deitar poeira nos olhos | Zand in de ogen strooien |
Deitar-se costas para cima | Op zijn buik gaan liggen |
Deitar tudo a perder | Alles kwijt kunnen raken |
Deitar tudo para trás das costas | Alle zorgen vergeten/ Alle zorgen achter zich laten |
Deixa estar! | Niet doen/ Laat dat! |
Deixa-me em paz | Laat me met rust |
Deixa ver | Eens even kijken |
Deixar(-se) levar | Zich laten meeslepen |
Deixar a desejar | Niet aan verwachtingen voldoen |
Deixar andar | Zijn gang laten gaan |
Deixar correr | Zijn gang laten gaan |
Deixar às escuras | In het duister laten |
Deixar de lado | Links laten liggen/ Terzijde laten |
Deixar de … | Niet meer |
Deixar filtrar uma notícia | Censuur plegen |
Deixar ir tudo por água a baixo | Alles door eigen schuld verliezen |
Deixar para amanhã | Uitstellen/ Voor zich uit schuiven |
Deixar passar a onda | Wachten tot de storm is overgewaaid |
Deixar de cantigas | Er het zwijgen toe doen/ Geen argumenten meer hebben |
Deixar-se de conversas | Er het zwijgen toe doen/ Geen argumenten meer hebben |
Deixar-se de fitas | Net doen alsof/ Simuleren |
Deixar-se de histórias | Er niet langer omheen draaien |
Deixar-se de lérias | Er het zwijgen toe doen/ Geen argumenten meer hebben |
Deixar-se de tretas | Er het zwijgen toe doen/ Geen argumenten meer hebben |
Deixar um sinal | Een aanbetaling doen |
Deixar uma porta aberta | De deur op een kier laten staan |
Dentro de pouco | Binnenkort |
Depois da tempestada vem o bom tempo | Na regen komt zonneschijn |
Depois digo | Dat zeg ik later wel |
Depois do mal feito todos o tinham previsto | Achteraf heeft iedereen het zien aankomen |
Depressa e bem não faz ninguém | Haastige spoed is zelden goed |
Depressa e bem não há quem | Haastige spoed is zelden goed |
Depressa e bem, há pouco quem | Haastige spoed is zelden goed |
Deram-me | Ik heb (het) gekregen |
Derramar o seu sangue pela pátria | Zijn leven geven voor het vaderland |
Derreter-se todo | Helemaal wegsmelten |
Desabafar as suas penas com | Zijn hart uitstorten bij |
Desatar a chorar | In huilen uitbarsten |
Desatar a língua | Zijn mond opendoen |
Descalçar a bota | Een probleem oplossen/ Een probleem van zich afzetten |
Descansada da vida | Een onbezorgd leven |
Desconchavado | Sloddervos |
Desculpas de mau pagador | Verontschuldigingen die niet overtuigen |
Desculpe a triste figura | Excuses voor het gedrag |
Desde já | Van nu af aan |
Desde o primeiro até ao último | Van de eerste tot de laatste |
Desejar ver pelas costas | Iemand weg wensen |
Desencosta-te | Ga overeind zitten/ Ga recht zitten |
Desenferrujar a língua | Veel praten en roddelen |
Desenrascado | Niet bang om te praten, iets te zeggen/ Zelfstandig/ Ondernemend |
Desistir | Bij de pakken neerzitten/ Zich gewonnen geven/ Het opgeven |
Desfazer um mal-entendido | Een misverstand uit de weg ruimen |
Desfiar a ladainha | Zich beklagen over bekende dingen/ Hetzelfde liedje |
Desfitar os olhos de | De ogen afwenden van |
Desmancha-prazeres | Spelbreker |
Desmanchar e fazer, tudo é aprender | Opstaan en opnieuw beginnen is leerzaam |
Desopilar o fígado | Lachen |
Despejar a tripa | Zijn darmen legen |
Despejar o saco | Zijn gal spuwen / Alles opbiechten |
Dessa não caio abaixo | Hier trap ik niet in |
Desta feita | Voor deze keer |
Desterrar saudades | Zijn heimwee verdrijven |
Deu na tv | Het was op tv |
Deus dá as nozes mas não as parte | God geeft de mogelijkheden, maar je moet het zelf doen |
Deus dá farinha, mas não amassa o pão | God geeft de mogelijkheden, maar je moet het zelf doen |
Deus dá o frio conforme o cobertor | Men krijgt kracht naar kruis |
Deus escreve direito por linhas tortas | Gods wegen zijn ondoorgrondelijk |
Deus me livre | God behoede mij/ God verhoede |
Devagar com o andar, que o santo é de barro | Voorzichtig, er kan iets breken |
Devagar que tenho pressa | Schiet een beetje op |
Devagar se vai ao longe | Langzaamaan, zachtjesaan, dan breekt het lijntje niet |
Dever os olhos de cara | Veel schulden hebben |
Dez cães e um osso | Iets wat iedereen wil hebben |
Dia a dia | Dagelijks/ Van dag tot dag |
Dia de pagamento | Je gulp staat open |
Dia sim, dia não | Om de andere dag |
Diabos me levem | De duivel mag me halen (irritatie) |
Dias magros | Vastendagen |
Dias não são dias | Niet alle dagen hetzelfde/ Het zijn bijzondere dagen, feestdagen |
Difícil de contentar | Niet snel tevreden |
Diz com quem andas que direi quem és | Zeg me wie je vrienden zijn en ik zeg je wie jij bent |
Dinheiro chama dinheiro | Geld trekt geld aan |
Dinheiro não conhece dono | Geld heeft geen naam |
Dinheiro não traz felicidade | Geld maakt niet gelukkig |
Discutir o sexo dos anjos | Discussiëren of engelen mannelijk of vrouwelijk zijn (zinloze discussie) |
Disfarçar a voz | Zijn stem verdraaien |
Dito cujo | Het betreffende |
Dito e feito | Zo gezegd, zo gedaan |
Diverte-te | Veel plezier |
Diz-lá | Zeg het maar |
Diz o roto ao nu (porque não te vestes tu?) | De pot verwijt de ketel (dat hij zwart ziet) |
Dizer à boca cheia | Iets helemaal uit de doeken doen |
Dizer alto e bom som | Vrijuit praten |
Dizer coisas no ar | Praten als een kip zonder kop |
Dizer das boas | Direct zijn/ Van zich af bijten |
Dizer de sua justiça | Voor zijn mening uitkomen |
Dizer nas bochechas de | Recht in het gezicht zeggen van |
Dizer o que vem à boca | Zeggen wat in je opkomt |
Dizer trinta por uma linha | Kwaadspreken |
Dizer (falar) com, para os seus botões | In zichzelf praten/ Voor zich uit mompelen |
Do arco da velha | Oud/ Uit de vorige eeuw |
Do bom e do melhor | Het beste van het beste |
Do bom vinho bom vinagre | Kwaliteit van de grondstof bepaalt de kwaliteit van het product |
Do corrente deste mês | In de loop van deze maand |
Do dia para a noite | Onverwacht/ Plotseling |
Do nascente com | Ten oosten van |
Do pé para a mão | Van het ene moment op het andere |
Do peito | Uit het hart |
Do poente com | Ten westen van |
Do prato à boca arrefece a sopa | De soep wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend |
Do tempo dos afonsinhos | Uit het jaar nul |
Do tempo da Maria Cachucha | Uit het jaar nul |
Do tempo da outra senhora | Uit de tijd van het vorige regime, van Salazar |
Do trabalho e da experiência, aprendeu o homem a ciência | Al doende leert men |
Dobrar a língua | Zich zorgvuldig uitdrukken |
Dobrar o cabo das Tormentas | Een groot probleem de baas worden |
Dobrar um cabo | Een klif omzeilen |
Doido varrido | Stapelgek |
Dói-dói | Een pijntje/ Au |
Dois dedos de conversa | Een praatje |
Donde é? | Waar komt u vandaan? |
Dor de corno (plat) | Liefdesverdriet |
Dor de cotovelo | Jaloers |
Dormir à sombra da bananeira | Onbezorgd |
Dormir a sono solto | Vast, diep slapen |
Dormir com as galinhas | Met de kippen opstok gaan/ Vroeg naar bed gaan |
Dormir como uma pedra | Slapen als een roos, blok |
Dormir como um prego | Slapen als een roos, blok |
Dormir que nem uma pedra | Slapen als een roos, blok |
Dormir que nem um prego | Slapen als een roos, blok |
Dos fracos não reza a história | De zwakken halen de geschiedenisboeken niet/ Je moet sterk zijn |
Dose de cavalo | Enorme hoeveelheid |
Duas palavrinhas | Een kruiwagen/ Een gunst vragen |
Duas pedras ásperas não fazem farinha | Twee koppige mensen kunnen niet met elkaar opschieten |
Duma assentada | In één keer |
Durante o dia | Overdag |
Duro de ouvido | Hardhorend/ Slechthorend |
É bem feito | Dat zal je leren |
É bem-vindo quem vier por bem | Wie met goede bedoelingen komt is welkom |
É canja | Dat is een makkie |
É como dia e noite | Dat is (een verschil) als dag en nacht |
É como os de Santarém, pela manhã estão mal e à noite estão bem | Treiterig zinnetje tegen iemand die zeurt, klaagt |
É como S. Benedito: não come, nem bebe e anda gordito | Zegt men spottend tegen iemand die beweert weinig te eten |
É costume | Dat is een gewoonte |
É da insistência que se faz a resistência | De aanhouder wint/ Van de nood een deugd maken |
É da proibição que nasce a tentação | Wat verboden is is verleidelijk/ Verboden vruchten zijn het zoetst |
É de bom tom | Bom ton/ Van kwaliteit |
É de difícil acesso | Het is slecht toegankelijk |
É de gritos | Zegt men over iets van grote klasse, een aantrekkelijke vrouw bij voorbeeld |
É de se lhe tirar o chapéu É do caraças (straattaal) | Om je petje bij af te nemen Heel goed/ Moeilijk/ Problematisch |
É errando que se aprende | Van zijn fouten leer je |
É isso | Dat is zo/ Zo is het maar net |
É isso mesmo! | Dat is het ‘m!/ Zo is het maar net |
É maior e vacinado | Het is je eigen verantwoordelijkheid, je bent immers volwassen |
É mais fácil prometer do que esquecer | Het is gemakkelijker beloven dan vergeten |
É mais fácil prometer que dar | Het is makkelijker beloven dan doen/ Beloven kost niks |
É melhor um sim tardio que um não vazio | Beter een late ja dan een nee/ Nee heb je, ja kun je krijgen |
É muita areia para a minha camioneta | Dat gaat boven mijn pet |
É muito esperto mas não caça ratos | Met jouw slimheid komen we niet ver/ Goed bedacht maar dat zet geen zoden aan de dijk |
É na necessidade que se conhece o amigo | In nood leert men zijn vrienden kennen |
É no fim que tudo acaba | Aan alles komt een eind |
É o cabo dos trabalhos | Zegt men als iets heel moeilijk is/ A hell of a job |
É o feitio dele | Zo is hij (nu eenmaal)/ Typisch hij |
É o fim (da macacada) | Nou is het afgelopen/ Afgelopen uit |
E o mais são histórias | Verder is het van geen belang/ De rest is geschiedenis |
É o mais são cantigas | Verder is het van geen belang |
É ou oito ou oitenta | Het is hollen of stilstaan |
É outra loiça | Dat is andere koek |
É outra música | Dat is iets anders |
É pão com manteiga | Is gemakkelijk/ Dat is lekker gemakkelijk |
É para oferta | Het is een cadeautje |
É pêras | Het is prima/ Het, dit, dat is veel beter |
É pior a emenda do que o soneto | Van de wal in de sloot raken |
É preciso ver para crer | Eerst zien, dan geloven |
E que tal? | En?/ Dus? |
É queijo | Is makkelijk/ Is een eitje |
É só dizer | Je hoeft het maar te zeggen |
É tal e qual a cara do pai | Hij lijkt precies op zijn vader |
E tumba catacumba | Geluid van iets dat valt nadoen |
É um barra | Een kanjer |
É um mar de rosas | Alles gaat van een leien dakje |
É uma boa bisca | Hij is niet te vertrouwen |
É uma boa peça | Die deugt niet |
É uma faca de dois gumes | Het is een tweezijdig zwaard/ Het mes snijdt aan twee kanten |
É uma maravilha | Het is schitterend, heerlijk |
É verdade | Klopt/ Dat is waar |
É a vida | Zo is het leven |
Eis aqui | Zie hier |
Ela anda com tosse | Zij hoest de laatste tijd |
Ela está boa | Het gaat goed met haar |
Ela mal disse uma palavra | Zij heeft nauwelijks iets gezegd |
Ela tem jeito | Zij is handig |
Ela é jeitosa | Zij is handig |
Ela vestia de preto | Zij was in het zwart/ Zij was in de rouw |
Ele a dar-lhe e a burra a fugir | Hij probeert op alle manieren onder kritiek uit te komen |
Ele diz nem truz nem muz | Hij zegt boe noch bah/ Hij zegt geen stom woord |
Ele é a alegria da casa | Hij is het zonnetje in huis |
Ele é muito metido consigo | Hij is zeer gesloten |
Ele está melhor | Hij is aan de beterende hand |
Ele não deixa | Het mag niet van hem |
Ele não sai da beira dela | Hij wijkt niet van haar zijde |
Ele não vê um palmo diante do nariz | Hij ziet geen hand voor ogen |
Ele se sobressai dos demais | Hij steekt met kop en schouders boven de rest uit |
Ele tem falta de vista | Hij ziet slecht/ Hij ziet geen hand voor ogen |
Ele tem o mesmo nome que tu | Hij heet net zoals jij |
Ele tem um sotaque carregado | Hij spreekt met een zwaar accent |
Ele tinha (um) bom aspeto | Hij zag er goed uit |
Eles lá sabem | Zij moeten het zelf maar weten |
Eles não matam, mas moem | Je gaat er niet dood aan, maar het is wel vermoeiend |
Eles que esperem | Laat ze maar wachten |
Em agosto secam os montes, em setembro as fontes | Het is erg warm/ Het is om af te pikken |
Em alto grau | In hoge mate |
Em alto gritos | Met veel misbaar |
Em baixo de forma | Niet in vorm |
Em boas condições físicas | Gezond naar lijf en leden |
Em boas mãos | In goede handen |
Em boca fechada não entra mosquito | Mondje dicht, anders vliegen de muggen naar binnen |
Em breves termos | In het kort |
Em busca de | Op zoek naar |
Em câmara lenta | In slow motion |
Em carne e osso | In eigen persoon |
Em casa | Thuis |
Em casa onde não há pão, todos ralham e ninguém tem razão | Waar geen eten is, is er altijd ruzie |
Em cascos de rolha | Ver weg |
Em caso de emergência | In geval van nood |
Em cheio | Volledig |
Em cima da hora | Op het laatste nippertje |
Em criança | Als kind |
Em dia de vitória ninguém fica cansado | Van feesten word je niet moe |
Em direto | Live (rechtstreeks) |
Em fevereiro chuva, em agosto uva | Alles op zijn tijd |
Em força | In zijn totaliteit |
Em linha | Op een rij |
Em maior ou menor grau | In meer of mindere mate |
Em maus lençõis | In de problemen |
Em massa | In groten getale |
Em média | Gemiddeld |
Em pé de guerra | Strijdbaar |
Em peso | In zijn totaliteit |
Em plena rua | Midden op straat |
Em ponto grande | Op grote schaal |
Em pouco muito se diz | Met weinig woorden kun je veel zeggen |
Em pratos limpos | Duidelijk |
Em primeira mão | Uit de eerste hand/ Nieuw |
Em pulgas | Ongeduldig/ In afwachting |
Em que sentido? | In welke zin? |
Em Roma sê romano | Pas je aan waar je bent |
Em sua terra ninguém é profeta | Niemand is profeet in eigen land |
Em tempo de guerra não se limpam armas | Nood breekt wet/ In tijden van nood kijkt men niet zo nauw |
Em todo o caso | In elk geval |
Em trajes menores | In ondergoed |
Em troços gerais | Grosso modo/ In ruwe trekken |
Em última instância | Per slot van rekening |
Em vista das tuas | Vergeleken met de jouwe |
Em voga | In de mode |
Em (nos) bicos de pé | Op je tenen (stilletjes)/ Op kousenvoeten |
Em roda | Om zich heen |
Empertigar-se todo | Zich in zijn volle lengte oprichten |
Empregar (gastar) o latim | Proberen te overtuigen |
Empregar (gastar) o melhor do seu latim | Proberen te overtuigen |
Emprenhar pelos ouvidos | Goedgelovig zijn/ Intriges geloven |
Encharcar em suor | In zijn zweet baden |
Encharcado como um pinto | Doornat/ Druipnat/ Doorweekt |
Encher a barriga | Zich verzadigen/ Zijn buikje rond eten |
Encher o papo | Zich verzadigen |
Encher a tripa | Eten/ Zijn maag vullen |
Encolher os ombros | Zijn schouders ophalen |
Encostar à parede | Met de rug tegen de muur zetten |
Encostar a roupa ao pêlo | Iemand in elkaar slaan |
Encostar-se | Stoppen met werken |
Encostar-se à bananeira | Goede steun, bescherming verwerven/ Niks doen/ Verwachten dat anderen het doen |
Enfiar a carapuça | Ergens intrappen/ Bij de neus genomen worden |
Enfiar o barrete | Ergens intrappen/ Bij de neus genomen worden |
Enfrentar o touro pelos cornos | De koe bij de horens vatten |
Enganar a morte | De dans ontspringen |
Engolir em seco Engolir sapos | Zwijgend ondergaan/ Slikken/ De mond gesnoerd Een bittere pil slikken |
Engraxa-botas | Vleier / Meeprater/ Slijmerd/ Pluimstrijker |
Enquanto há vida, há esperança | Zolang er leven is, is er hoop |
Enquanto o diabo esfrega um olho | In een oogwenk |
Ensinar o padre nosso ao vigário | Raad geven aan iemand die het zelf beter weet |
Então pronto | Goed dan/ Vooruit dan |
Enterrar a cabeça na areia | Zijn kop in het zand steken |
Enterrar a unha | Duur verkopen |
Entrar às escondidas | Binnensluipen |
Entrar com o pé direito | Met de rechtervoet binnenkomen brengt geluk |
Entrar de caras | Meteen ter zake komen |
Entrar em luta com | Slaags raken met |
Entrar mudo e sair calado | De hele tijd zwijgen |
Entrar na dança | Ergens aan gaan deelnemen |
Entrar na fechadura | In het slot passen |
Entrar na linha | Verbeteren/ Zich beheersen |
Entrar no vivo da questão | Tot de kern van de zaak doordringen |
Entrar nos eixos | Verstandig zijn/ Op de juiste weg zijn/ Op het goede pad zijn |
Entrar pela porta do cavalo | Op een ongewone plek binnenkomen/ Via achterdeurtjes |
Entrar por um ouvido e sair por outro | Het ene oor in en het andere oor uit |
Entrar por uma orelha e sair pela outra | Het ene oor in en het andere oor uit |
Entre a espada e a parede | In het nauw gedreven/ Geen ontsnappen meer aan |
Entre marido e mulher não se mete a colher | Kom niet tussen een echtpaar |
Entre quatro paredes | In het geheim/ Binnenskamers |
Entregar-se de corpo e alma | Zich met hart en ziel inzetten |
Entreter o tempo | Zijn tijd verdoen |
Era dos Alfonsinhos | Uit het jaar nul |
Era o que lhe tinha chamado | Zo werd hij/zij genoemd |
Erguer a crista | Zich arrogant opstellen/ Het hoog in de bol hebben |
Erguer a crimpa | Zich arrogant opstellen/ Het hoog in de bol hebben |
Erguer-se uma voz contra | Zijn stem verheffen tegen |
Errar é humano, perdoar é divino | Vergissen is menselijk, vergeven is goddelijk |
Errar o golpe | Zijn doel missen |
Erva má cresce depressa | Onkruid tiert welig |
Erva ruim a geada não mata | Onkruid vergaat niet |
És o meu pecado | Ik kan jou niet weerstaan |
Escapa | Het gaat ermee door |
Escapar por entre os dedos | Door de vingers glippen |
Escapar por um triz | Op het nippertje ontkomen |
Escapar por uma unha negra | Ternauwernood ontkomen |
Escorradio como uma enguia | Zo glad als een aal |
Escorregar numa casca de banana | Ergens intrappen (grap) |
Escorregar numa casca de laranja | Ergens intrappen (grap) |
Escrever algumas linhas | Een briefje schrijven/ Een kattenbelletje schrijven |
Escrever direito por linhas tortas | Gods wegen zijn ondoorgrondelijk |
Escuro como breu | Stikdonker |
Esfregar as mãos de contente | Zich tevreden in de handen wrijven |
Espanta-brasas | Onruststoker |
Espanta pardais | Vogelverschrikker |
Espere o melhor, prepare-se para o pior | Wees altijd voorbereid op het ergste |
Esperteza de rato | Valse sluwheid |
Esperteza saloia | Doorzichtig bedrog/ Iemand denkt slim te zijn maar is dom |
Espírito pequeno | Een bekrompen mens/ Kortzichtig iemand |
Essa é forte! | Die is goed!/ Die is sterk |
Está mais cheio | U bent dikker geworden |
Está na cara | Het ligt er dik bovenop/ Het is overduidelijk |
Está na mesma como a lesma | Het, hij schiet niet op |
Está tudo certo | Alles klopt |
Esta vida são dois dias e o Carnaval são três | Het leven is kort, geniet ervan/ Pluk de dag |
Estalar de riso | Barsten van het lachen |
Estão as bruxas a pentear-se | Het regent en de zon schijnt (het is kermis in de hel) |
Estar(-se) nas tintas | Niet kunnen schelen |
Estar (ficar) de cara amarrada | Een zuur gezicht hebben (trekken)/ Een lang gezicht hebben |
Estar (ficar) de orelha em pé | Zijn oren spitsen |
Estar dentro (de) | Ergens goed inzitten/ Op de hoogte zijn |
Estar (ficar) em branco | Van niets weten |
Estar (ficar) em conta | Goedkoop zijn |
Estar à altura | Aan de verwachtingen beantwoorden, voldoen |
Estar à boa vida | Het ervan nemen/ Een luizenleventje hebben |
Estar a brocha | Zenuwachtig zijn |
Estar a cair aos bocados | Uitgeput zijn |
Estar a cair de sono | Omvallen van de slaap |
Estar a cortar gorduras | Op dieet zijn |
Estar a dar | Op tv komen |
Estar a dar a bota | Bijna sterven |
Estar a ferver | Woest zijn/ Koken van woede |
Estar a jeito | Vlakbij zijn/ Dichtbij zijn |
Estar a leste | Erbuiten staan |
Estar a minha espera | Op mij wachten |
Estar à mira | Op de loer liggen |
Estar a par | Op de hoogte zijn |
Estar à rasca | Diep in de problemen zitten |
Estar a ver | Begrijpen/ Snappen |
Estar a ver a coisa feia | Het somber inzien |
Estar à vista | Evident zijn |
Estar à vontade | Zich op zijn gemak voelen |
Estar a zero | Ergens niets van weten, begrijpen |
Estar aéreo | In de wolken zijn |
Estar ao facto | Op de hoogte zijn |
Estar ao preço da chuva | Spotgoedkoop |
Estar armado de cavalo de corrida | Belangrijk doen |
Estar às cegas | Er niets van weten |
Estar às moscas | Leeg zijn/ Zonder mensen/ Geen publiek |
Estar às sopas | Op andermans zak teren |
Estar às turvas | Kibbelen |
Estar bem arranjado | Netjes gekleed zijn |
Estar bem atoalhado | Binnen zijn/ Goed geld verdiend hebben/ Zijn kostje is gekocht/ Zwemmen in het geld |
Estar bera | Ziek/ Boos |
Estar cheio de dívidas | Tot over de oren in de schulden zitten |
Estar cheio de fome | Erge honger hebben/ Honger als een paard hebben/ Flauw van de honger |
Estar cheio de sede | Erge dorst hebben |
Estar cheio de traça | Honger hebben als een paard |
Estar com a cabeça na lua | Er met zijn hoofd niet bij zijn |
Estar com a cara de enterro | Met een begrafenisgezicht |
Estar com a corda ao pescoço | Hangen |
Estar com a faca e o queijo na mão | Klaar zijn om iets te doen |
Estar com a mosca | Geïrriteerd/ In een slecht humeur zijn |
Estar (andar) com a pedra no sapato | Wantrouwend |
Estar com a pinga | Zat, dronken zijn |
Estar com a pulga atrás da orelha | Wantrouwig zijn |
Estar com aperto no coração | Zijn hart vasthouden |
Estar com as mãos na massa | Al bezig zijn |
Estar com as orelhas quentes | Voelen dat er over je wordt gepraat |
Estar com dores | Pijn hebben |
Estar com gregos e troianos | Het iedereen naar de zin maken |
Estar com o coração nas mãos | Uiterst bezorgd zijn |
Estar com o João Pestana | Slaap hebben/ Klaas vaak komt langs |
Estar com o olho em | Een oogje hebben op |
Estar com o pé atrás da porta | Wantrouwend zijn |
Estar com o pé no estribo | Klaarstaan voor vertrek |
Estar (andar) com os azeites | In een slechte bui zijn |
Estar (andar) com os copos | Dronken zijn |
Estar com os pés assentes na terra | Met beide benen op de grond staan |
Estar com um cacho | Stomdronken zijn |
Estar como o peixe na água | Als een vis in het water |
Estar como pólvora | Woest zijn |
Estar de abalada | Klaar om te vertrekken |
Estar de berra | In de mode zijn |
Estar de cabeça perdida | Het hoofd verliezen bij een moeilijk probleem/ Straalverliefd zijn |
Estar de cabeça quente | Vreselijk opgewonden zijn/ Een rood hoofd van opwinding |
Estar de cama | Het bed houden |
Estar de conserva | Ergens blijven plakken |
Estar de mãos a abanar | Niks hebben |
Estar de mãos atadas | Met handen en voeten gebonden zijn |
Estar de maré | Goed gehumeurd/ Klaar om iets te doen |
Estar de molho | Te weken staan |
Estar de olhos vendados | Verblind zijn |
Estar de pernas pró ar | Op zijn kop staan |
Estar de poleiro | In een bevoorrechte positie verkeren |
Estar de ponta com | Ruzie hebben met |
Estar de prevenção | Op voet van oorlog zijn |
Estar de prevenção contra | Op zijn hoede zijn |
Estar de sentinela | Op wacht staan |
Estar deserto por | Heel graag willen |
Estar em bons termos com | Op goede voet staan met |
Estar em brasa | Op hete kolen zitten |
Estar em causa | Op het spel staan |
Estar em cuidados | Ongerust, bezorgd zijn |
Estar em mangas de camisa | Zonder jas/ Op zijn gemak zijn |
Estar em maus lençois | In een lastig parket zitten |
Estar em obras | Er wordt aan gewerkt/ Bouw/ Verbouwing |
Estar em pedaços | Stuk zijn/ In stukken |
Estar em pele e osso | Vel over been zijn |
Estar em pêlo | Poedelnaakt |
Estar em pelota | Poedelnaakt |
Estar em si | Kalm/ Vol zelfvertrouwen |
Estar em via de | Op weg zijn |
Estar enganado | Er naast zitten |
Estar entregue à bicharada | Aan de wilde beesten overgeleverd |
Estar feito ao bife | In een lastig parket zitten |
Estar feliz da vida | Tevreden zijn met zijn huidige leven |
Estar fixe | Tof/ Gaaf/ Super |
Estar fora da mãe | Buiten zichzelf van woede zijn |
Estar fora de si | Buiten zichzelf van woede zijn |
Estar fulo | Buiten zichzelf van woede zijn |
Estar gagá | Seniel |
Estar giro | Er mooi uitzien/ Grappig zijn |
Estar inclinado para | Neiging voelen tot |
Estar-lhe a roer a consciência | Zijn geweten begint op te spelen/ De laatste tijd wroeging hebben |
Estar na massa do sangue | In het bloed zitten/ Aangeboren zijn |
Estar liso | Platzak zijn |
Estar lixado | In een rotsituatie zijn |
Estar louco para | Gek zijn op |
Estar mal-disposto | De pest in hebben/ De pé in hebben/ De bokkenpruik ophebben/ Slecht gemutst/ Zich niet lekker voelen |
Estar meio morto | Halfdood van vermoeidheid/ Bekaf |
Estar morto, mortinho por | Veel zin hebben/ Sterk verlangen/ Zijn vingers jeuken |
Estar muito saído | Onbeschaamd zijn |
Estar na agonia | Op sterven liggen |
Estar na altura de | Tijd zijn voor/ Tijd om te |
Estar na boa vida | Het ervan nemen/ Een luizenleventje |
Estar na engorda | Dik worden/ Aankomen/ Een lui leventje hebben |
Estar na onda | In (de mode) zijn |
Estar na ordem do dia | Aan de orde van de dag zijn |
Estar na pele de alguém | In iemands huid kruipen |
Estar nas graças de alguém | Bij iemand in een goed blaadje staan |
Estar nas mãos de | In handen zijn van |
Estar nas nuvens | In de wolken zijn |
Estar nas unhas | Afhankelijk zijn van iemand |
Estar no fio | Tot op de draad versleten zijn |
Estar no melhor da festa | Hoogtepunt ergens van |
Estar no poleiro | Een hoge positie hebben/ Een machtspositie hebben |
Estar no ponto | Precies goed zijn |
Estar no seu elemento | In zijn element zijn |
Estar no seu papel | In zijn rol zitten |
Estar (andar) numa boa | Alles gaat goed |
Estar o caldo entornado | De poppen aan het dansen |
Estar o caso muito mal parado | Er slecht voor staan |
Estar o diabo atrás da porta | Pech hebben |
Estar para breve | Is, komt binnenkort/ Binnenkort plaatsvinden |
Estar pelo beiço (beicinho) | Verliefd zijn |
Estar (andar) pelos cabelos | Ten einde raad zijn/ Haastig zijn |
Estar por | Op het punt staan te |
Estar por um fio | Aan een zijden draad hangen |
Estar pronto para | Bereid zijn om |
Estar repassado | Kletsnat zijn |
Estar-se borrifando | Niet geïnteresseerd zijn |
Estar seguro de si | Zelfverzekerd zijn |
Estar-se marimbando | Geen interesse hebben |
Estar senhor de si | Overtuigd van zichzelf zijn |
Estar sobre brasas | Op hete kolen zitten |
Estar sobre grelhas | Op hete kolen zitten |
Estar teso | Platzak zijn |
Estar todo giro | Er goed uitzien |
Estar varrido do juízo | Niet goed bij zijn hoofd zijn |
Estar verde | Een groentje zijn |
Estar virado do avesso | Buiten zichzelf zijn/ Woedend zijn |
Estás a gostar? | Heb je het naar je zin?/ Vind je het leuk, lekker? |
Estás a ver? | Zie je wel |
Estás cá com uma cara | Je trekt me toch een gezicht |
Este meu casaco | Deze jas van mij |
Estender a mão à palmatória | Zijn hand in eigen boezem steken |
Esticar o pernil | Sterven |
Estimo vê-lo de saúde | Het doet me genoegen u te zien in goede gezondheid |
Estou doido para | Ik heb ontzettend veel zin |
Estou farto | Ik heb er genoeg van |
Estou farto até aos cabelos | Het zit me tot hier |
Estrambótico ou estrambótico | Iets buitenissigs |
Estúpido como uma porta | Oliedom |
Estúpido para burro | Een ezel/ Heel stom |
Eu cá me entendo | Ik weet wat ik doe |
Eu não disse! | Zei ik het niet!/ Zie je wel. |
Eu quero, eu posso, eu sou | Eigenwijs/ Veel zelfvertrouwen |
Exaltar os ânimos | De gemoederen in beweging brengen |
Executar a quatro mãos | Vierhandig spelen/ Quatre-mains |
Faça sol ou faça chuva | Bij tij en ontij |
Faça, que o seu fazer tem graça | Zeg je plagend tegen iemand opdat hij een karwei doet |
Faço ideia | Ik kan het me voorstellen |
Fado choradinho | Klaagzang |
Falar pouco e bem, ter-te-ão por alguém | Met weinig woorden veel zeggen |
Falange, falanginha e falangeta | De drie vingerkootjes |
Falar por (entre) os dentes | Binnensmonds praten |
Falar chinês | Onzin praten/ Niet begrepen worden |
Falar com desafogo | Vrijuit spreken |
Falar com o coração na boca | Met zijn hand op zijn hart verzekeren |
Falar como um doutor | Correct spreken/ Geaffecteerd praten |
Falar como um papagaio | Veel praten/ Napraten |
Falar é prata, calar é ouro | Spreken is zilver, zwijgen is goud |
Falar em alhos e responder de (em) bugalhos | Niet antwoorden op de vraag/ Doen alsof hij deze niet begrijpt |
Falar mal e depressa | Praten zonder een blad voor de mond te nemen |
Falar não enche barriga | Praatjes vullen geen gaatjes |
Falar no diabo e ele aparecer | Als je over de duivel spreekt, trap je op zijn staart |
Falar para as paredes | Tegen de muur praten |
Falar para o boneco | Praten tegen iemand die niet luistert/ Tegen de muur praten |
Falar pelos cotovelos | Teveel praten |
Falar por si | Voor zichzelf spreken, praten |
Falar português | Duidelijke taal/ Er is geen woord Spaans bij |
Falinhas mansas | Zoete broodjes bakken |
Falso como Judas | Verraderlijke taal (Judas) |
Falta… | Het duurt nog.. |
Falta de chá | Geen manieren hebben |
Falta de tacto | Weinig tactisch in de omgang |
Faltar à palavra | Zijn woord breken |
Faltar a terra debaixo dos pés | De grond zakt onder zijn voeten vandaan/ Geen vaste grond onder zijn voeten hebben |
Faltar o parafuso | Er zit een steekje los aan iemand |
Fartar-se de rir | Het uitschateren |
Faz agora… | Het is …. geleden |
Faz calor | Het is warm |
Faz frio | Het is koud |
Faz mais quem quer do que quem pede | Armen helpen vaker dan rijken |
Faz muito jeito | Het komt goed uit |
Faz o bem sem olhares a quem | Doe iets goeds voor iedereen, zonder onderscheid des persoons |
Faz o que te digo e não o que faço | Doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden |
Faz peso | Het is zwaar |
Faz sol | De zon schijnt |
Faz vento | Het waait |
Faz-se conta | Doe alsof |
Fazemos que não vemos | Een oogje toeknijpen/ Zijn ogen sluiten voor |
Fazer(-se) a | Net doen alsof/ Zich voordoen als |
Fazer a barba | Zich scheren |
Fazer a boca doce | Naar de mond praten/ Stroop om de mond smeren |
Fazer a cama a alguém | Iemands veroordeling, ondergang voorbereiden |
Fazer a corte | Het hof maken |
Fazer a festa e deitar os foguetes (e correr atrás das canas) | Zijn eigen feestje vieren (eigen succes vieren) |
Fazer a festa e deitar os foguetes | Lachen om zijn eigen grappen |
Fazer a trouxa | Zijn vertrek voorbereiden/ Zijn koffers pakken |
Fazer a viagem do outro mundo | Sterven |
Fazer a vida negra | Iemand het leven zuur maken |
Fazer análises | Bloedonderzoek/ Urine onderzoek |
Fazer anos | Jarig zijn |
Fazer as malas | Zijn koffers (in)pakken |
Fazer as vezes de | Vervangen |
Fazer asneira | Iets fout aanpakken, doen |
Fazer asneiras | Stommiteiten uithalen |
Fazer beicinho | Pruilen/ Mokken/ Een lip trekken |
Fazer bicha | In de file staan |
Fazer boa cara | Zich neerleggen bij een teleurstelling, nederlaag |
Fazer bom juízo de | Een goede dunk hebben van |
Fazer bom tempo | Mooi weer zijn |
Fazer briga | Vechten/ Tegenstand bieden/ Wanorde scheppen |
Fazer caixinha | Iets geheim houden |
Fazer capacho de alguém | Iemand vernederen/ Iemand de grond inboren/ Met iemand de vloer aanvegen |
Fazer castelos na areia | Zandkastelen bouwen |
Fazer causa comum com | Onder één hoedje spelen |
Fazer cera | De kantjes er vanaf lopen |
Fazer cerimónia | Erg beleefd zijn/ Met u aanspreken en goed gedragen/ Zich gedragen als een heer, gentleman |
Fazer chacota | De spot drijven |
Fazer chorar as pedras | Sterk ontroeren |
Fazer chulé | Lawaai maken/ Schreeuwen |
Fazer como se fosse, estivesse em sua casa | Doen of je thuis bent |
Fazer conta | Ergens op rekenen |
Fazer contas de cabeça | Hoofdrekenen |
Fazer conversa | Een praatje maken |
Fazer coro | Het ermee eens zijn/ Hetzelfde zeggen als de anderen |
Fazer correr muita tinta | Opzien baren |
Fazer da vida | Iets maken van zijn leven |
Fazer das tripas coração | Alles op alles zetten/ Doorbijten |
Fazer de | Doen alsof |
Fazer de anjinho | Zich onschuldig voordoen |
Fazer de conta | Doen alsof |
Fazer de corrida | Overhaast te werk gaan |
Fazer de olhos fechados | Een fluitje van een cent/ Fluitend |
Fazer dieta para manter a linha | Aan de lijn doen |
Fazer do gato sapato | Onder druk zetten zodat iemand doet wat je wil |
Fazer dum mosquito um elefante | Van een mug een olifant maken |
Fazer e acontecer | Zegt men over iemand die opschept over wat hij doet |
Fazer escabeche | Lawaai maken/ Schreeuwen |
Fazer faísca | Botsen van karakters |
Fazer faísca com alguém | Niet kunnen opschieten met iemand |
Fazer figura de corpo presente | Schitteren door afwezigheid |
Fazer fitas | Een scene maken |
Fazer frente a | Het hoofd bieden aan |
Fazer gato-sapato de alguém | Iemand vernederen/ Iemand niet respecteren |
Fazer gazeta | Spijbelen/ Niet naar je werk gaan |
Fazer horas | Wachten tot het tijd is voor de afspraak |
Fazer ideia | Een idee hebben van / Weten |
Fazer jeito | Goed van pas komen |
Fazer jardinagem | Tuinieren |
Fazer luxo de | Trots, prat zijn op |
Fazer marcha-atrás | Een stapje terug doen/ In zijn achteruit |
Fazer marmelada | Flirten |
Fazer nas coxas | Slordig werk leveren |
Fazer número | Er voor spek en bonen bij zijn |
Fazer o choradinho | Vleiend doch dringend vragen |
Fazer o fadinho | Iemand met omwegen overtuigen te doen wat men wil |
Fazer o gosto ao dedo | Een behoefte bevredigen/ Een wens vervullen |
Fazer obra asseada | Met perfectie werken |
Fazer ofício de corpo presente | Alleen lijfelijk aanwezig zijn |
Fazer orelhas moucas | Oost-indisch doof zijn |
Fazer os cabelos brancos | Iemand grijze haren bezorgen |
Fazer ouvidos de mercador | Zich doof houden/ Oost-Indisch doof |
Fazer panelinha | Zich aaneensluiten |
Fazer panelinho | Deel uitmaken van een groep/ Samenspannen |
Fazer parelha | Een gemeenschappelijke interesse hebben |
Fazer parte de | Deel uitmaken van |
Fazer pela calada | Stiekem doen |
Fazer pela vida | Werken/ Zich inspannen/ Zijn best doen |
Fazer perder a cabeça a um Santo | Overdreven lastig vallen |
Fazer pontaria | Richten/ Mikken |
Fazer ponte | Een vakantie maken door tussen vrije dagen een dag vrij te nemen |
Fazer ponto final | Afsluiten/ Uitmaken (relatie)/ Ergens een punt achter zetten |
Fazer por | Ervoor gaan/ Zijn best doen om te |
Fazer pouco de | De draak steken met |
Fazer promessas não custa nada | Beloftes doen kost niks |
Fazer que | Fingeren/ Doen alsof |
Fazer questão de | Erop staan dat |
Fazer regime | Dieet volgen |
Fazer render o peixe | Een situatie rekken (om er beter van te worden) |
Fazer sala | Blijven plakken |
Fazer-se ao piso | Iets opwerpen/ Zich kandidaat stellen/ Iets proberen te realiseren |
Fazer-se de inocente | Zich van den domme houden |
Fazer-se engraçado | Leuk willen doen |
Fazer-se saloio | Net doen of je iets niet weet/ Zich van den domme houden |
Fazer sentido | Logisch zijn |
Fazer tempo bom, mau | Goed, slecht weer zijn |
Fazer tromba | Een somber gezicht trekken |
Fazer um (grande) escabeche | Hevig protesteren |
Fazer um filme de | Een scene maken |
Fazer um frete | Met tegenzin doen |
Fazer um acerto de contas | Een oude twist bijleggen/ Een oude rekening vereffenen |
Fazer um biscato | Een klusje doen |
Fazer um figurão | Een goed figuur slaan |
Fazer um filme (de) | Ophef maken van iets/ Overdrijven |
Fazer um inquérito | Een verhoor afnemen/ Een onderzoek doen |
Fazer um negócio da China | Goede zaken doen |
Fazer um triste papel | Een slecht figuur slaan |
Fazer um vistaço | Een geweldige indruk achterlaten |
Fazer um vistanço | Een geweldige indruk achterlaten |
Fazer uma saúde | Proosten |
Fazer uma viagem | Een reis maken |
Fazer uso de | Gebruik maken van |
Fazer ventas | Kwaad kijken |
Fazer vida com | Samenleven met |
Fazer vista | Opgemerkt zijn |
Fazer vista grossa | Doen of zijn neus bloedt |
Fazer votos por | Toewensen |
Fechar(-se) em copos | Zich in stilzwijgen hullen |
Fechar à chave | Op slot doen |
Fechar a porta (a) | Een mogelijkheid blokkeren/ De deur dichtgooien vóór iemand of iets |
Fechar a sete chaves | Heel goed bewaren, bewaken/ Achter slot en grendel bewaren |
Fechar com chave de ouro | Perfect afsluiten |
Fechar os olhos | Sterven/ Net doen of je iets niet ziet |
Feio como a morte | Gruwelijk/ Lelijk als de nacht |
Feio como um bode | Lelijk als de nacht |
Feira da ladra | Rommelmarkt |
Feitas as vindimas, guardam-se os cestos | Als het werk klaar is ruim je alles op tot de volgende keer |
Feito a martelo | Slechte wijn |
Ferido na asa | Gekwetst/ Wrokkig/ Vol wroeging |
Ferrar a unha | Duur verkopen/ Stelen |
Ferro-velho | Oud ijzer |
Ferve em pouco lume | Bij het minste of geringste |
Ferver em pouca água | Gauw geïrriteerd zijn/ Een kort lontje hebben |
Fiar-se na virgem | Alleen in de goddelijke voorzienigheid geloven |
Fia-te na virgem e não corras | Vertrouw niet blindelings |
Fia-te na virgem e não corras (e verás o trambolhão que levas) | Zegt men tegen iemand die alles overlaat aan de goddelijke voorzienigheid |
Fica longe daqui | Het is ver hier vandaan |
Fica para a próxima (vez) | Volgende keer beter |
Ficar a zero | Ergens niets van weten, begrijpen |
Ficar (ver-se) em maus lençois | In een slechte situatie belanden |
Ficar a matar | Geweldig staan (dress to kill) |
Ficar a perder | Het onderspit delven/ Geen winst boeken |
Ficar a secar | Erg lang moeten wachten (in de wachtkamer van de dokter bij voorbeeld) |
Ficas às aranhas | In het slop raken |
Ficar às sopas | Op andermans zak teren |
Ficar a ver Braga por um canudo | Niet lukken/ Zijn deel niet krijgen |
Ficar a ver estrelas | Niet voor elkaar krijgen wat men wenst/ Slaag krijgen |
Ficar a ver navios | Niet voor elkaar krijgen wat men wenst |
Ficar a zero | Niets lukt/ Niets begrijpen |
Ficar cheio até às pontas dos cabelos | Vol zitten/ Genoeg hebben van iets/ Er klaar mee zijn/ Tot hier zitten |
Ficar chumbado | Zakken (voor examen) |
Ficar cobra | Woedend worden |
Ficar com algo ou alguém atravessado na garganta | Met wroeging, wrok zitten |
Ficar com o cabelo em pé | Zijn haren rijzen hem te berde |
Ficar com pena | Spijt krijgen/ Jammer vinden/ Zielig vinden |
Ficar com um grande melão | Een flinke tegenslag |
Ficar de boca aberta | Zijn mond valt open (van verbazing) |
Ficar de cama | Bedrust nemen |
Ficar de fora | Buitengesloten worden |
Ficar de mãos a abanar | Met lege handen staan/ Niks verdienen (geld) |
Ficar de molho | Te weken liggen |
Ficar de olhos em bico | De ogen vallen uit zijn hoofd (van bewondering) |
Ficar de orelha mucha | Verdrietig/ Teleurgesteld |
Ficar de pantanas | Een puinhoop zijn |
Ficar de rastos | Verzwakt zijn na ziekte |
Ficar de repouso | Rust nemen |
Ficar debaixo | Het onderspit delven |
Ficar depenado | Geen cent overhouden/ Platzak zijn |
Ficar em águas de bacalhau | Op niets uitdraaien/ Niet doorgaan |
Ficar em conta | Een redelijke prijs/ Niet duur |
Ficar frito | Aangebrand raken |
Ficar na penumbra | Bijna vergeten/ Onderbelicht blijven |
Ficar para tio, tia | Oude vrijster/ Verstokte vrijgezel |
Ficar passado | Erg boos worden |
Ficar perdido de | Verloren zijn |
Ficar pior que uma barata | Heel boos worden |
Ficar reduzido a nada | Niets van over blijven |
Ficar reduzido a zero | Geruïneerd |
Ficar sem camisa sem fala | Sprakeloos zijn over iets |
Ficar sentido | Gekwetst zijn |
Ficar transtornado | Van streek zijn |
Ficar um brinco ou um brinquinho | Om door een ringetje te halen |
Ficar uma fera | In woede ontsteken |
Ficar (estar) sem pinga de sangue | Zijn bewustzijn verliezen/ Zich dood schrikken/ Verstard zijn |
Fidalgo de meia tigela | Iemand die zich van adel waant |
Fiel amigo | Bacalhau (stokvis) |
Fifeti-fifeti | Fifty fifty |
Figas, canhote | Afkloppen (om te bezweren dat het niet gebeurt) |
Figura de papelão | Iemand die een (slecht) figuur slaat |
Filha | Dochter/ Meisje (koosnaampje) |
Filha, pretendentes à porta | Als je een dochter hebt, komen de jongens vanzelf |
Filho de peixe sabe nadar | De appel valt niet ver van de boom |
Filho és, pai serás, assim como fizeres, assim acharás | Je moet het goede voorbeeld geven |
Filho criado, trabalho dobrado | Kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen, grote zorgen |
Filhos criados, trabalhos dobrados | Kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen, grote zorgen |
Ficar a saber | Er achter komen |
Ficar (estar) pior que estragado | Heel geïrriteerd raken/ Sterk tegen zijn |
Fique a vontade | Doe of u thuis bent |
Fiquem bem | Het ga jullie goed |
Fitar as orelhas | De oren spitsen |
Flor de estufa | Kasplantje |
Fogo de vista | Een illusie |
Foi um dia de juízo | Eindelijk gerechtigheid |
Foi uma brincadeira minha | Het was maar een grapje |
Foice e martelo | Hamer en sikkel |
Fora de brincadeira | Zonder gekheid/ Alle gekheid op een stokje |
Fora de horas | Te laat/ Niet op de normale tijd |
Fora de série | Een bijzonder iemand/ Een uitzonderlijk iemand/ Iemand, iets die eruit springt |
Fora de si | Buiten zichzelf |
Fora de lugar | Niet op zijn plaats |
Forte e feio | Een lomp ding |
Fraco é o padeiro que diz mal de seu pão | Een vakman kraakt zijn eigen werk niet af |
Fresco como uma alface | Zo fris als een hoentje |
Frieira nas mãos | Winterhanden |
Frieira nos pés | Wintervoeten |
Fruta de abano | Rijp fruit (dat van de boom valt) |
Fugir a boca para a verdade | Zijn mond voorbij praten |
Fugir a sete pés | Er snel vandoor gaan/ Het hazenpad kiezen |
Fugir com o rabo à seringa | Zich uit de voeten maken/ Zijn snor drukken |
Furar a greve | Staking breken |
Gaivotas em terra, tempestade no mar | Meeuwen op het land, storm op komst |
Galinha da vizinha é sempre melhor que a minha | Het gras van de buren is altijd groener |
Galinha de campo não quer capoeira | Het is moeilijk je gewoontes te veranderen |
Galinha do mato não quer capoeira | Het is moeilijk je gewoontes te veranderen |
Galinha dos ovos de ouro | De kip met de gouden eieren |
Ganhar a vida | Zijn brood verdienen |
Ganhar experiência | Nieuwe ervaringen opdoen |
Ganhar para a bucha | Net genoeg verdienen om van te eten |
Ganhar pouco | Te weinig verdienen |
Ganhar tempo | Tijdwinst maken/ Tijd winnen |
Ganhar terreno | Terrein winnen |
Garotada, Garotagem ou Garotio | Stelletje kwajongens |
Gás pimenta | Traangas |
Gastar (a) saliva | Tegen dovemansoren praten |
Gata borralheira | Vrouw die zwaar huishoudelijk werk doet (Assepoester) |
Gato escaldado de água fria tem medo | Als je een nare ervaring hebt gehad ben je bang |
Gato pingado | Begrafenisfunctionaris |
Gato sapato | Iemand die met zich laat sollen |
Gelar-se o sangue nas veias | Bloedstollend |
Gente de palmo e meio | Kleine kinderen |
Gente fina é outra coisa | Zegt men van mensen die zich netjes gedragen/ Beschaafde mensen |
Golpe de mestre | Meesterzet |
Gordo que nem um abade | Heel dik/ Adipeus |
Gordura é formosura | Dikke mensen zijn mooi |
Gostar da pinga | Een glaasje lusten |
Gostos não se discutem | Over smaak valt niet te twisten |
Governe-se a boca conforme a bolsa | De tering naar de nering zetten |
Grande barraca | Een schandaal |
Grande bisca | Een enorme fout |
Grande cabeça | Groot brein/ Meesterbrein |
Grande estadão | Pracht en praal |
Grande gabador, pequeno fazedor | Veel geschreeuw en weinig wol |
Grande número | Een figuur, nummer (grappig persoon) |
Grande ponto | Een grapjas |
Grande trinta um | Moeilijk op te lossen probleem/ Hersenkraker |
Grandes carvalhos brotam de pequenas | Vele kleintjes maken een grote |
Grão a grão enche a galinha o papo | Kalm aan dan breekt het lijntje niet |
Gritar a plenos pulmões | De longen uit zijn lijf schreeuwen |
Guarda alguma coisa para os dias de chuva | Een appeltje voor de dorst bewaren |
Guardar hoje, para ter amanhã | Wie wat bewaart, heeft wat |
Guardar sigilo | Het stilzwijgen bewaren |
Há algum tempo | Al enige tijd/ Sinds een tijdje |
Há baile? | Vraag je aan iemand die in zijn neus peutert |
Há duas noites que não durmo | Ik heb al twee nachten niet geslapen |
Há horas para tudo | Alles op zijn tijd |
Há males que vêm por bem | Van je fouten kun je leren |
Há moiro na costa | Iemand heeft een oogje op je |
Há muito tempo | Lang geleden |
Há muito tempo que não a via | Ik heb u lang niet gezien |
Há quanto tempo? | Hoe lang geleden? |
Há remédio para tudo menos para a morte | Je kunt alles onder controle hebben behalve de dood |
Há rumos de | Het gerucht gaat |
Há séculos | Eeuwen geleden |
Há sempre uma tampa para uma panela | Op ieder potje past een dekseltje |
Há trabalho de sobra | Er is werk in overvloed |
Há uma ovelha ranhosa em todos os rebanhos | Het zwarte schaap |
Há-de mas pagar | Ik zal het je betaald zetten |
Haja o que houver | Wat er ook gebeurt |
Haver gato | Een fout, bijvoorbeeld in de boekhouding |
Herói da festa | Het stralende middelpunt |
Histórias de carochinha | Fabeltjes/ Sprookjes |
Homem de bom conceito | Een voorbeeldig man |
Homem de palavra | Een man van zijn woord |
Homem dos sete ofícios | Een duizendpoot/ Iemand die van alle markten thuis is |
Homem de sete instrumentos | Een duizendpoot/ Iemand die van alle markten thuis is |
Homem pequenino, ou velhaco ou bom dançarino | Pas op met kleine mannen |
Homem prevenido vale por dois | Een gewaarschuwd mens telt voor twee |
Homem valente e vinho velho duram pouco | Een dapper man en oude wijn duren niet lang (volkswijsheid over vergankelijkheid) |
Honrado a carta cabal | Zo eerlijk als goud |
Hora de ponta | Spitsuur |
Hora extrema | Doodsuur |
Hora H | Het uur U |
Horas a fio | Lange tijd achter elkaar |
Horas vagas | Vrije tijd |
Houve um acidente | Er is een ongeluk gebeurd |
Ida e volta | Heen en terug/ Een retour |
Idade do armário | Kinderen tussen 12 en 16/ Pubers |
Idas en voltas | Heen- en weergeloop |
Idem, idem, aspas, aspas | Helemaal mee eens |
Igual ao litro | Is niet van belang/ Het kan me niet schelen/ Het maakt me niet uit |
Implicar com alguém | Geïrriteerd zijn met iemand |
Importa-se? | Hebt u er bezwaar tegen? |
Impossibilidade de agir | Gebonden handen |
Imprimir os passos | Voetsporen nalaten |
Inchado como uma rã | Opgeblazen kikker |
Indo por caminho recto, o longe se faz perto | Als je het juiste pad volgt, bereik je het snelst je doel |
Ir(-se) abaixo | Niet volhouden/ Het laten afweten |
Ir(-se) abaixo das canelas | Niet meer kunnen lopen/ Te moe zijn/ Niet meer op zijn benen kunnen staan |
Ir(-se) abaixo nas canelasas | Niet meer kunnen lopen/ Te moe zijn |
Ir(-se) aos ares | In woede uitbarsten |
Ir à praça | Geveild worden/ Naar de markt gaan |
Ir a reboque | Anderen achterna gaan |
Ir a Roma e não ver o papa | Ergens heen gaan en het belangrijkste niet zien, vinden |
Ir a toque de caixa | Snel weggaan |
Ir à tosquia | Zijn haar laten knippen |
Ir a trinta e nove | Snel gaan |
Ir ao ar | De weg kwijt raken/ In lucht opgaan |
Ir ao encontro de | Tegemoet gaan/ Tegemoet komen |
Ir ao mar e perder o lugar | Opgestaan is plaats vergaan |
Ir ao pêlo de alguém | Iemand in de haren vliegen |
Ir ao sabor da corrente | Zich laten meeslepen |
Ir (levar) aos arames | Woedend worden/ Zich opwinden |
Ir aos ss | Dronken waggelen |
Ir às cavalitas | Paardje rijden/ Op de schouders gedragen |
Ir às sortes | In militaire dienst gaan |
Ir às vinte | Zeer snel gaan |
Ir chatear o Camões | Ga iemand anders lastig vallen |
Ir de charola | In de armen gedragen worden/ Liggend gedragen worden |
Ir de encalço | Iemand op de hielen zitten |
Ir de encontro | Botsen tegen |
Ir de vento em pompa | Van een leien dakje gaan/ Voor de wind gaan/ Voorspoed hebben |
Ir em frente | Doorgaan/ Rechtdoor |
Ir longe | Het ver brengen, schoppen |
Ir mais além | Verder gaan |
Ir mais longe | Betere resultaten nastreven/ Hogere doelen stellen |
Ir muito longe | Het al te bont maken/ Te ver gaan |
Ir na cantiga | Door mooie woorden laten inpalmen |
Ir na esteira de alguém | In iemands kielzog varen |
Ir na fita | Ergens intrappen |
Ir na onda | Met de grote massa meegaan |
Ir nas calmas | Rustig aan doen |
Ir nas pegadas de alguém | In iemands voetspoor treden |
Ir no conto do vigário | In mooie praatjes trappen |
Ir (estar) num brindo (brinquinho) | Netjes erbij lopen/ Er piekfijn uitzien |
Ir num pé e vir no outro | Heel snel gaan |
Ir num pulo e vir no outro | In een wip terug zijn |
Ir para a cama com as galinhas | Met de kippen op stok gaan |
Ir para o olho (meio) da rua | Op straat gezet worden/ Ontslagen worden |
Ir para o raio que o parte | Minachtend weggestuurd worden |
Ir para vale de lençois | Onder de wol kruipen/ Onder de dekens kruipen |
Ir passar desta para melhor | Het tijdelijke met het eeuwige verwisselen |
Ir pé ante pé | Geruisloos lopen/ Voetje voor voetje |
Ir pelo seguro | Op zeker spelen |
Ir pelos ares | In de lucht vliegen/ Ontploffen |
Ir pentear macacos | Iemand minachtend wegsturen |
Ir plantar batatas | Iemand vragen je met rust te laten |
Ir por água abaixo | Vergeefse moeite doen / Mislukken/ Slechte zaken doen |
Ir por partes | Methodisch te werk gaan |
Ir ter com alguém | Naar iemand toe gaan (afspraak) |
Ir ter com um amigo | Een vriend ontmoeten |
Ir tudo em bolandas | Slechte zaken doen |
Isto não estava previsto no contracto | Zo zijn we niet getrouwd! |
Isso é demais! | Dat gaat te ver!/ Te gek! |
Isso é garganta | Dat zeg je nou wel, maar er komt toch niets van terecht/ Het is maar blabla |
Isso é outra música | Dat is een ander verhaal |
Isso é que é falar | Dat is goed gesproken |
Isso fica mal | Dat staat niet mooi |
Isso não entra no meu entendimento | Dat gaat mijn petje te boven |
Isso não me cheira | Dat bevalt me niet |
Isso nem se pergunta | Dat hoef je niet eens te vragen |
Isto beira ao absurdo | Dit grenst aan het absurde |
Isto é o da Joana | Dit is een plek zonder orde of regels |
Isto é outra loiça | Dat is andere koek |
Isto faz-me rir | Hier moet ik om lachen |
Isto não estava previsto no contrato | Dit stond niet in het contract |
Isto representa muito trabalho | Er komt heel wat bij kijken/ Dit betekent veel werk |
Isto sabe a pouco | Dit smaakt naar meer |
Já a formiga tem catarro | Spuit elf geeft ook modder |
Já acabou | Het is op/ Het is afgelopen/ Het is uit |
Já agora | Nu het toch zover is |
Já cá canta | Het is al voor elkaar |
Já deu o que tinha a dar | Het loopt op zijn einde |
Já foi atendito? | Wordt u al geholpen? |
Já há algum tempo | Het is al een tijd geleden |
Já não | Niet meer |
Já não dá para | Het is niet meer mogelijk |
Já não era sem tempo | Het zou eens tijd worden |
Já não está cá quem falou | Ik neem mijn woorden terug/ Ik heb niets gezegd |
Já sai pelo nariz | Het komt mijn neus uit |
Já tem barbas | Dat is oud nieuws |
Já temos alguma coisa | Daar hebben we iets |
Já vou a caminho | Ik ben (al) onderweg |
Já viste? | Zie je wel! |
João-pestana | Klaas Vaak |
Jogar à pancada | Op een handgemeen uitlopen |
Jogar a última cartada | Zijn laatste troef uitspelen |
Jogar às escondidas | Verstoppertje spelen |
Jogar fora | Weggooien |
Jogar o último triunfo | Zijn laatste troef uitspelen |
Jogar pelo seguro | Op zeker spelen |
Jogo e bebida, casa perdida | Gokken en drank maken alles kapot |
Jogo franco | De kaarten op tafel |
Juntar o útil ao agradável | Het nuttige met het aangename verenigen |
Juntar os trapinhos/ trapos | Samenleven/ Trouwen |
Juntar-se a fome com a vontade de comer | Arm trouwt met arm |
Junta-te aos bons, serás como eles, chega-te aos maus, serás pior que eles | Kijk uit met wie je omgaat/ Je vrienden bepalen wie je bent |
Juro por Deus! | Zo waarlijk helpe mij God almachtig |
Junto da urtiga nasce a rosa | Naast het onkruid groeit de roos |
Labareca ou laverca | Honger |
Labrego | Boers/ Lomp |
Labutar de sol a sol | Van de morgen tot de avond werken/ Van zonsopgang tot zonsondergang werken |
Ladrão que rouba ladrão tem anos de perdão | Soort Robinhood |
Lágrimas de crocodilo | Krokodillentranen |
Lambe-botas | Een vleier/ Een slijmer |
Lamber as botas | Vleien/ Slijmen |
Lamento muito | Het spijt me (medeleven) |
Lançar à água | Te water laten |
Lançar a escada | Iets gedaan proberen te krijgen |
Lançar em rosto | Naar het hoofd slingeren |
Lançar luz sobre | Licht werpen op |
Lar, doce lar | Oost west, thuis best/ Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens; |
Largar de mão | Loslaten/ Versmaden |
Lavagem ao cérebro | Hersenspoeling |
Lavar a roupa suja | De vuile was buiten hangen |
Lavar as mãos | Zijn handen wassen in onschuld |
Lavar os dentes | Tanden poetsen |
Ler é saber | Lezen is leerzaam |
Ler nas entrelinhas | Tussen de regels door lezen |
Ler nos olhos de | Gedachten lezen van |
Levado da breca | Lastig/ Een deugniet zijn |
Levantar a cabeça | Er bovenop komen/ Een moeilijkheid overwinnen |
Levantar a lebre | Te berde brengen/ Ter sprake brengen |
Levantar a mão contra | Bedreigen |
Levantar a mesa | De tafel afruimen |
Levantar dinheiro | Geld opnemen |
Levantar ferro | Er vandoor gaan |
Levar (a) água ao seu moinho | Zijn doel bereiken door de dingen naar zijn hand te zetten |
Levar a bom termo | Tot een goed einde brengen |
Levar a cabo | Tot een goed einde brengen |
Levar a cruz ao calvário | Geduldig zijn tegenslagen verdragen |
Levar a efeito | Tot een goed einde brengen |
Levar à letra | Letterlijk nemen |
Levar a mal | Kwalijk nemen |
Levar a melhor de | Het beste maken van |
Levar a peito | Zich persoonlijk aantrekken |
Levar as coisas a peito | Zich persoonlijk aantrekken |
Levar a sério | Serieus nemen |
Levar a sua avante | Zijn wil opleggen |
Levar ao colo | In de armen dragen (bijvoorbeeld een baby) |
Levar ao pelourinho | Aan de kaak stellen |
Levar coiro e cabelo | Het vel over de oren halen/ Veel geld vragen voor iets |
Levar com a porta na cara | De deur voor zijn neus dichtgooien |
Levar com a tampa | Het deksel op zijn neus krijgen |
Levar uma tampa | Het deksel op zijn neus krijgen/ Iets wordt geweigerd |
Levar com uma perna às costas | Gemakkelijk afgaan |
Levar couro e cabelo | Duur laten betalen |
Levar em conta | Een redelijke prijs vragen |
Levar forte e feio | Er flink van langs krijgen |
Levar para fora | Uitdragen |
Levar tampa | Het deksel op zijn neus krijgen |
Levar sopa | Nee krijgen |
Levar tempo | Tijd kosten |
Levar uma seca | Zich rot vervelen |
Levar vida de cão | Een hondenleven hebben |
Leve como uma pena | Zo licht als een veertje |
Ligar a | Opbellen naar/ Verbinden met |
Ligar importância a | Belang hechten aan |
Limar as arestas | Perfectioneren/ Corrigeren/ Polijsten |
Limpar as mãos à parede | Wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten |
Limpar o nome | Zijn naam zuiveren |
Limpar o salão | In zijn neus peuteren |
Limpar a sala | In zijn neus peuteren |
Linda de morrer | Bloedmooi |
Lindo serviço | Mooi gedaan (cynisch bedoeld) |
Língua afiada | Intrigiste/ Een scherpe tong |
Língua de sogra | Roddelaarster/ Een scherpe tong |
Língua de trapos | Brabbelaar |
Língua de víbora (viperina) | Kwaadspreker/ Een kwaaie tong |
Linguiças com boa cara | Worsten die er goed, lekker uitzien |
Livros fechados não fazem letrados | Boeken die je niet leest, maken je niet wijzer |
Lobo com pele de cordeiro | Wolf in schaapskleren |
Longa viagem começa por um passo | Ook een lange reis begint met een eerste stap |
Longe da vista, longe do coração | Uit het oog, uit het hart |
Lua-de-mel | Wittebroodsweken |
Lufa-lufa | Drukke bezigheden |
Lusco-lusco, Lusque fusque ou Lusquifusque | Schemering/ Invallen van de nacht/ Donker worden |
Má língua | Roddel |
Má mulher | Een slechte vrouw |
Má peste | Een slecht iemand |
Má raça | Een slecht iemand |
Má rês | Een slechterik |
Macaco de imitação | Naäper |
Macacos me mordam | Nee toch! |
Macaquinhos na cabeça | Niet goed wijs/ Niet goed bij zijn hoofd |
Macaquinhos no sotão | Niet goed wijs/ Niet goed bij zijn hoofd |
Macuta e meia | Van weinig waarde/ Een prul |
Madruga e verás trabalha e terás | De morgenstond heeft goud in de mond |
Mais alguma coisa | Anders nog iets? |
Mais azedo que vinagre | Zuurder dan zuur |
Mais comem os olhos que a boca | Zijn ogen zijn groter dan zijn maag |
Mais depressa se apanha uma mentiroso que um coxo | Je vangt eerder een dief dan een kreupele |
Mais mossa, menos mossa | Een deuk meer of minder |
Mais ou menos | Ongeveer/ Plusminus |
Mais que tudo | Vooral |
Mais tarde ou mais cedo | Vroeg of laat |
Mais um | Nog een |
Mais vale a astúcia que a força | Wie niet sterk is, moet slim zijn |
Mais vale amigo que parente ou primo | Beter een goede buur dan een verre vriend |
Mais vale andar no mar alto que nas bocas do mundo | Beter ver weg zijn dan dat er over je gekletst wordt/ Een slechte naam hebben |
Mais vale cair em graça do que ser engraçado | Zeg je tegen iemand die (vergeefs) probeert leuk te zijn |
Mais vale não dizer nada que nada dizer | Je kunt beter niets zeggen dan onzin verkopen |
Mais vale perder um minuto na vida que a vida num minuto | Je kunt beter een minuut van je leven verliezen dan je leven verliezen in een minuut (neem even de tijd/ rustig aan! |
Mais vale pouco do que nada | Beter iets dan niets |
Mais vale prevenir que remediar | Beter voorkomen dan genezen/ Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald |
Mais vale ser rabo de pescada que cabeça de sardinha | Weinig hebben en toch trots zijn |
Mais vale tarde do que nunca | Beter laat dan nooit |
Mais vale um pássaro na mão que dois a voar | Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht |
Mais vale um tostão certo que um milhão incerto | Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht |
Mais vale uma palavra antes que duas depois | Beter voorkomen dan genezen |
Mais valia ter escapo | Hij had beter kunnen ontsnappen |
Mais velho que o azeite e vinagre | Zo oud als de weg naar Rome |
Mal alheio não cura dor | De ellende van een ander lost je eigen ellende niet op |
Mal amanhado | Slecht verzorgd (uiterlijk) |
Mal empregado | Hij heeft het niet verdiend |
Mal-encarado | Boos kijken/ Kwaaie zin hebben |
Mal por mal | Tussen twee kwaden moeten kiezen |
Mal por mal, antes na cadeia do que no hospital | Als je tussen twee kwaden moest kiezen, ben je beter af met de gevangenis dan met het ziekenhuis |
Mal-agradecido | Ondankbaar |
Malhar em ferro frio | Niks uithalen |
Malha-se no ferro enquanto está quente | Je moet het ijzer smeden als het heet is |
Manda chuva | De grote baas (ook: Weerkundige) |
Mandar à fava | Wegsturen (minachtend)/ Loop naar de hel |
Mandar à merda | Wegsturen (minachtend)/ loop naar de hel |
Mandar à mãe | Wegsturen (minachtend)/ Loop naar de hel |
Mandar àquela parte | Wegsturen (minachtend)/ Loop naar de hel |
Mandar bocas | Kwinkslagen uiten/ Zomaar kletsen |
Mandar desta para melhor | Iemand naar de andere wereld helpen |
Mandar para o diabo | Naar de duivel, de maan wensen |
Mandar plantar batatas | Iemand wegjagen |
Mandar pregar para outra freguesia | Ergens anders heensturen met zijn praatjes |
Manga de alpaca | Administratief medewerker, boekhouder die een ouderwetse manier van werken heeft (boekhouders droegen vroeger alpaca, soort mouwen over de gewone kleding om deze te beschermen) |
Manha de cavalo só o dono conhece | Alleen de baas kent zijn paard goed |
Manhã de nevoeiro, tarde de soalheiro | Niets zo veranderlijk als het weer |
Manhoso como uma raposa | Slim als een vos |
Mantenha-se a par | Wees op de hoogte/ Keep informed |
Manter a cabeça erguida | Zijn rug recht houden |
Manter a cadência | In de pas lopen |
Mão única | Eenrichtingsverkeer |
Mão visível de | Duidelijk de hand van |
Mão-de-ferro | Een ijzeren vuist |
Mão-de-obra | Arbeidskrachten |
Mão-leve | Losse handjes |
Mãos a abanar | Niets bij zich hebben |
Mãos ao ar | Handen omhoog |
Mão(s) fria(s), coração quente | Koude handen, warm hart (zeg je tegen iemand die koude handen heeft) |
Mãos largas | Een gul persoon |
Mau como as cobras | In en ingemeen |
Marcar consulta | Een afspraak maken met de dokter |
Marcar o número | Het nummer noteren |
Marcar presença | Zich niet onbetuigd laten |
Março Março Marçogão, de manhã Inverno e de tarde Verão | Maart roert zijn staart |
Maria-rapaz | Jongensachtig meisje/ een halve jongen |
Maria-vai-com-as-outras | Meeloper |
Maricas | Schichtig iemand/ Verwijfd iemand/ Scheldwoord voor homo |
Mariazinhas | Schichtig iemand/ Verwijfd iemand/ Scheldwoord voor homo |
Mariquinhas pé de salsa | Iemand plagen die iets niet durft/ Bangeschijterd |
Mas é claro! | Absoluut! |
Mas pronto | Klaar! |
Mas que absurdo | Wat absurd |
Mas que coisa | Wat gek/ Wat vreemd |
Mas que grande cachola | Wat een uilskuiken |
Mas que pergunta | Wat een vraag |
Matar a cabeça | Zich het hoofd breken |
Matar a sede | Zijn dorst lessen |
Matar a fome | Zijn honger stillen |
Matar dois coelhos com uma cajadada | Twee vliegen in een klap |
Matar o tempo | De tijd doden |
Matar o vício | De verslaving bevredigen |
Matéria cinzenta | De grijze cellen |
Mau | Foei |
Mau como as cobras | Heel slecht |
Mau como o diabo | Heel slecht |
Mau como uma praga | Heel slecht |
Medir as palavras | Op zijn woorden passen |
Medir de alto a baixo | Van onder tot boven opnemen (minachtend) |
Meia bola e força | Half werk/ Slecht werk |
Meia desfeita | Bacalhau (stokvis) met kikkererwten en aardappels |
Meia volta | Rechtsomkeert |
Meias-medidas | Half werk/ Halve maatregelen |
Meias-tintas | Niet helemaal zeker |
Meia-tigela | Ordinair/ Van laag allooi |
Melhor escorregar com o pé que com a língua | Je kunt beter uitglijden met je voet dan met je tong |
Melhor que galinha | Heel goed |
Melhor um pardal na mão do que um pombo no telhado | Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht |
Melhor! | Des te beter! |
Memória de alho chocho | Een geheugen als een zeef |
Menina queque | Iemand die denkt fijntjes en volgens de mode gekleed te zijn/ Een snob |
Menino da mamã | Een moederskindje |
Merenda comida, companhia desfeita | De buit is binnen/ Zodra het eten op is, vertrekt men |
Mês do corrente | Lopende maand |
Mesmo assim | Desondanks |
Mesmo dizendo pouco, muito mal se pode fazer | Zelfs met weinig woorden kun je veel kapot maken |
Meta-se na sua vida | Bemoei je met je eigen zaken/ Commandeer de hond en blaf zelf |
Meter a colher(ada) | Tussenbeide komen/ Zich mee bemoeien |
Meter a mão na consciência | Zijn geweten laten spreken |
Meter a mão na massa | Er tussenkomen/ In discussie gaan |
Meter a pata na poça | Brokken maken/ Een stommiteit uithalen |
Meter a unha | Veel te duur verkopen |
Meter a viola no saco | Met zijn mond vol tanden staan |
Meter água | Zwakte tonen/ Een dwaasheid, stommiteit begaan |
Meter agulhas por alfinetes | Doen of zijn neus bloedt |
Meter uma cunha | Een kruiwagen vragen voor iemand |
Meter debaixo dos pés | Vernederen |
Meter na boca do lobo | Zich in het hol van de leeuw wagen |
Meter na cabeça | In zijn hoofd stampen |
Meter o bedelho | Zich ergens mee bemoeien/ Het beter willen weten |
Meter o nariz em tudo | Overal zijn neus in steken |
Meter o nariz onde não é chamado | Zich ongevraagd ergens mee bemoeien |
Meter o pé na argola | Ergens een puinhoop van maken |
Meter o rabo entre as pernas | Met de staart tussen de benen afdruipen |
Meter os pés pelas mãos | In de war raken/ Niet beslissen/ Liegen |
Meter pernas a caminho | Op weg gaan |
Meter-se com | Zich inlaten met/ Verleiden |
Meter-se em brios | Zijn beste beentje voorzetten |
Meter-se em cavalarias altas | Boven zijn macht grijpen/ Boven zijn stand leven |
Meter-se em lençois molhados | Moeilijkheden veroorzaken |
Meter-se-lhe na cabeça | Zich in het hoofd halen |
Meter-se na (sua) torre de marfim | In een ivoren toren zitten |
Meter-se nos copos | Veel drinken (alcohol) |
Meter-se num beco sem saída | Op dood spoor raken |
Meter-se numa alhada | Zich in de nesten werken |
Meter-se numa boa embrulhada | Zich in de nesten werken |
Meter-se numa camisa de onze varas | In grote problemen komen |
Meter-se numa salgalhada | Zich in de nesten werken |
Meter-se onde não se é chamado | Zijn neus ergens in steken |
Meter uma cunha | Invloed aanwenden om iets voor elkaar te krijgen |
Meter uma rolha na boca | Geen woord zeggen |
Meu dito meu feito | De daad bij het woord voegen |
Mexa-se | Haast u/ Schiet op |
Mexer na ferida | De vinger op de zere (wonde) plek leggen |
Mexer (mover) céu e terra | Hemel en aarde bewegen |
Mexer (puxar) os cordelinhos | Doen wat nodig is om iets te verkrijgen |
Migalhas também é pão | Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd/ Alle beetjes helpen |
Migalhas também são pão | Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd/ Alle beetjes helpen |
Migalho de gente | Een klein mensje/ Een kind |
Mil novecentos e troca o passo | Met Sint Juttemis |
Milhentas vezes | Ontelbare malen |
Minha alma está parva | Niet te geloven! |
Minha fala | Wat ik zeg, zei |
Minha nossa! | Hemeltje lief |
Mirar-se | Zichzelf bekijken |
Moer a paciência | Het bloed onder de nagels vandaan halen |
Moer com pancadas | Bont en blauw slaan |
Molhar a palavra | Wijn drinken |
Montes de dinheiro | Bakken vol geld |
Morde-me o coração | Het doet me pijn, verdriet/ Het ligt zwaar op mijn hart |
Morder a isca | Toehappen |
Morder a língua | Op zijn tong bijten |
Morder na pele de alguém | Iemands goede naam bezoedelen |
Morrer como um cão | Als een hond sterven |
Morrer de pé | Waardig sterven |
Morrer por | Heel graag willen |
Morrer por alguém | Smoorverliefd zijn op iemand |
Morto de inveja | Stik jaloers |
Morto e bem morto | Zo dood als een pier |
Mosca (mosquinha) morta | Dooie pier |
Moscas apanham-se com mel | Iemand honing rond de mond smeren |
Mostrar boa cara | Zich van de goede kant laten zien |
Mostrar má cara | Zich van de slechte kant laten zien |
Mover céus e terras | Hemel en aarde bewegen |
Muda o disco e toca o mesmo | Alsmaar hetzelfde liedje |
Muda o disco! | Hou er nou eens over op |
Mudar de cor | Bleek worden |
Mudar de ideia | Van mening veranderen |
Mudar os tarecos | Interieur veranderen/ Meubels vervangen |
Muita gente junta não se safa | Samenwerken met veel mensen gaat niet goed |
Muitas vezes o silêncio é a melhor resposta | Vaak is stilte het beste antwoord |
Muita atura, quem precisa | Je houdt het lang vol, als je het nodig hebt |
Muito dá quem dá o que pode | Iemand die geeft wat hij kan, geeft veel |
Muito espertalhão | Bij de pinken |
Muito falar é pouco acertar | Veel blabla en weinig zinnigs zeggen |
Muito riso, pouco siso | Zit niet zo dom te lachen |
Muito vento, pouca chuva | Veel geblaat en weinig wol |
Muitos anos a virar frangos | Jarenlange ervaring/ Door de wol geverfd |
Muitos cozinheiros estragam a sopa | Geen twee kapiteins op één schip |
Muitos são os conhecidos, poucos os amigos | Veel kennissen, weinig vrienden |
Mula de carga | Werkezel |
Mulher de armas | Sterke vrouw/ Een moderne Jeanne d’Arc |
Na boca do mentiroso, o certo se faz duvidoso | Je moet een leugenaar niet geloven, vertrouwen |
Na cama que farás, nela te deitarás | Zoals je je bed opmaakt, zo zul je slapen/ Wat je zaait zul je oogsten |
Na cara de | In het bijzijn van |
Na crista da onda | In de mode/ In de aandacht |
Na era dos Afonsinhos (ou Afonsinos) | Antieke tijd/ In de middeleeuwen |
Na face e nos olhos se vê a letra do coração | De ogen zijn de spiegel van de ziel |
Na falta de | Bij gebrek aan |
Na flor da idade | In de bloei van zijn leven |
Na gasosa | Heel snel |
Na hora H | Het uur U |
Na mecha | Heel snel |
Na medida do possível | Voor zover mogelijk |
Na necessidade é que se conhecem os verdadeiros amigos | In (tijden van) nood leer je je vrienden kennen |
Na primeira quem quer cai, na segunda cai quem quer | Van je fouten leer je |
Na prisão e no hospital vês quem te quer bem e quem te quer mal | In (tijden van) nood leer je je vrienden kennen |
Na terra onde fores viver faz como vires fazer | Pas je aan de gewoontes van het land aan/ Integreren |
Nada como um dia após o outro | Alles op zijn tijd/ Morgen komt er weer een dag |
Nada disso | Absoluut! |
Nadar como um peixe | Zich voelen als een vis in het water |
Nadar como um prego | Niet kunnen zwemmen/ Zakken als een baksteen |
Não adianta (nada) | Dat schiet niet op/ Daar schiet je niets mee op |
Não adianta chorar | Met huilen bereik je niets |
Não adiante chorar sobre o leite derramado | Gedane zaken nemen geen keer |
Não adianta discutir | Het heeft geen zin (hierover) verder te praten |
Não aguentar a pedalada | Niet kunnen bijbenen |
Não alimentes burros a pão-de-ló | Dat heeft geen zin |
Não alinhar | Niet meedoen met de rest |
Não andar nem descansar | Geen stap verder komen |
Não aquecer nem arrefecer> | Niets oplossen/ Niets mee opschieten |
Não aquecer o lugar | Niet lang op dezelfde plaats zijn |
Não arredar pé | Geen voet verzetten |
Não atar nem desatar | Aarzelen/ Niet beslissen |
Não bater bem da bola | Niet goed bij zijn hoofd zijn |
Não caber em si de contente | Buiten zichzelf van vreugde zijn |
Não caber na(s) bainha(s) | Verwaand zijn |
Não cantes vitória antes do tempo | Je moet geen halleluja roepen voor het Pasen is |
Não chegar aos calcanhares | Niet kunnen tippen aan |
Não chegar para as encomendas | Veel te doen hebben, veel opdrachten |
Não concorda? | Bent u het er niet mee eens? |
Não conseguir meter a sua colherada | Zijn ei niet kwijt kunnen |
Não convém | Het is niet aan te raden |
Não dá quem tem, dá quem quer bem | Je geeft niet omdat je het hebt, maar omdat je het wilt |
Não dar a bota com a perdigota | Niet zeker spelen/ Nadrukkelijk verschil maken |
Não dar conta do recado | Er niet in slagen een taak te volbrengen |
Não dar corda | Geen sugar geven/ Geen gesprek willen/ Geen vertrouwen hebben |
Não dar em nada | Nergens toe leiden |
Não dar meia para caixa | Er niet uitkomen/ Niet slagen in zijn opzet |
Não dar nada por | Geen cent uitgeven aan |
Não dar o braço a torcer | Geen duimbreed toegeven/ Zijn poot stijf houden |
Não dar orelhas | Geen oren hebben naar |
Não dar para a cova de um dente | Niet in een holle kies passen |
Não dar para petróleo | Niet toekomen aan het allernoodzakelijkste |
Não dar parte de fraco | Geen angst tonen |
Não dar pio | Een geheim bewaren |
Não dar quartel | Geen genade verlenen |
Não dar trela | Geen antwoord, noch reactie geven/ Geen sjoege geven |
Não dar troco | Geen antwoord, noch reactie geven/ Geen sjoege geven |
Não declares que as estrelas estão mortas só porque o céu está nublado | Niet alles wat je ziet is de werkelijkheid/ Achter de wolken schijnt de zon |
Não deites pérolas a porcos | Dat is parels voor de zwijnen gooien |
Não deixar pôr o pé à frente | Zich niet laten inhalen |
Não deixar pôr o pé em ramo verde | Goed zijn grenzen aangeven |
Não deixar para amanhã o que podes fazer hoje | Stel niet tot morgen uit wat je vandaag kunt doen |
Não demores | Blijf niet te lang weg |
Não desgostar de | Niet zijn neus ophalen voor |
Não dizer ai nem ui | Geen boe of bah zeggen |
Não dizer coisa com coisa | Onzin uitkramen |
Não é cedo nem tarde | Het is het juiste moment (om een beslissing te nemen) |
Não é com palha que se apaga o fogo | Dat is olie op het vuur gooien |
Não é com vinagre que se apanham moscas | Met azijn vang je geen vliegen |
Não é grande rês | Dat is iemand met een slecht karakter |
Não é lá grande coisa | Dat is niet veel zaaks |
Não é nada consigo | Dat gaat u niets aan |
Não é nada do outro mundo | Er is niets bovennatuurlijks aan |
Não é para os teus dentes | Het is niet voor jou bedoeld/ Het ligt boven je macht |
Não enxergar um palmo adiante do nariz | Geen hand voor ogen zien/ Ziende blind zijn |
Não ergas alto um edifício sem fortes alicerces | Het fundament van een gebouw is het belangrijkst |
Não está mais aqui quem falou | Ik trek mijn woorden terug (toegeven dat je ongelijk hebt) |
Não estar bem de cabeça | Niet goed bij zijn hoofd zijn |
Não estar com meias medidas | Geen halve maatregelen nemen |
Não estar em si | Zichzelf niet zijn: boos, verward |
Não estar nos seus dias | Zijn dag niet hebben |
Não estar para aí virado | Niet geneigd zijn te zwichten |
Não faça caso | Trek het u niet aan |
Não faças aos outros o que não gostas que te façam a ti | Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet |
Não faz diferença | Het doet er niet toe/ Het maakt niets uit/ Het is van geen belang |
Não faz falta | Het is nergens voor nodig/ We missen het niet |
Não faz sentido nenhum | Het slaat nergens op/ Het slaat als een tang op een varken/ Het raakt kant noch wal |
Não fazer caso de | Geen belang hechten aan |
Não fazer farinha | Niet kunnen opschieten met iemand |
Não fazer farelo | Niet kunnen overtuigen |
Não fazer ideia | Geen notie hebben van/ Geen idee hebben van |
Não fazer mal a uma mosca | Geen vlieg kwaad doen |
Não fazer nenhum | Niets doen |
Não foi pelos seus lindos olhos | Hij heeft dit niet te danken aan zijn mooie blauwe ogen |
Não ganhar para o petróleo | Weinig, net genoeg verdienen |
Não ganhar para o susto | Nog moeten bekomen van de schrik |
Não ganhar para o tabaco | Weinig verdienen |
Não ganhar para o tacho | Niet genoeg verdienen om van te kunnen eten |
Não há amor como o primeiro | Geen liefde als de eerste liefde |
Não há ano final que não tenha o seu Natal | Elk jaar wordt het weer kerstmis |
Não há bela sem senão | Niets is volmaakt (Er is altijd iets op de koop te nemen) |
Não há bem que sempre dure, nem mal que sempre se ature | Goede tijden en slechte tijden zijn niet voor eeuwig |
Não há cão nem gato | Iedereen |
Não há carne sem osso, nem farinha sem caroço | Niet alles is perfect/ Er zijn geen rozen zonder doornen |
Não há com o que se preocupar | Er is niets om je zorgen te maken |
Não há domingo sem missa, nem segunda sem preguiça | Zondag gaat men naar de kerk, maandag is men lui, moe |
Não há duas sem três | Van het een komt het ander |
Não há feio sem graça, nem bonito sem seu senão | Niemand is perfect |
Não há fogo sem fumo | Waar rook is, is vuur |
Não há fumo sem fogo | Waar rook is, is vuur |
Não há galinha gorda por pouco dinheiro | Voor niks gaat de zon op |
Não há luar como o de janeiro, nem amor como o primeiro | De eerste liefde is belangrijk |
Não há maio sem favas nem S.Miguel sem vindimas | Alles op zijn tijd |
Não há mal que o tempo não cure | De tijd heelt alle wonden |
Não há marcas que o tempo não apague | De tijd heelt alle wonden |
Não há meio | Niets aan te doen/ Er is geen enkele manier |
Não há nada a fazer | Er is niets aan te doen |
Não há nada de que | Er zit niets anders op dan |
Não há pior cego que o que não quer ver | Hij is ziende blind |
Não há pior inimigo que um falso amigo | Met zo’n vriend heb je geen vijand meer nodig |
Não há pior surdo que o que não quer ouvir | Hij is horende doof |
Não há prazer onde não há de comer | Waar honger heerst is geen geluk |
Não há pressa | Er is geen haast bij |
Não há problema | Het geeft niet/ Geen probleem |
Não há qualquer sombra da dúvida | Er is geen twijfel aan/ Er is niet de geringste twijfel |
Não há que fiar | Dat boezemt geen vertrouwen in |
Não há que ser forte, há que ser flexível | Men moet niet sterk zijn maar flexibel |
Não há regra sem exceção | De uitzondering bevestigt de regel |
Não há rosas sem espinhos | Geen rozen zonder doornen |
Não há sábado sem sol, domingo sem missa, nem segunda sem preguiça | Rituelen verander je niet zomaar/ Men kan niet zonder rituelen |
Não há tolo que não tenha a sua esperteza | Elke dwaas heeft zijn eigen wijsheid |
Não haver, ter mais a medir | Niet aankunnen/ Te druk hebben |
Não importa saber onde nasceste, mas o que és | Niet afkomst telt, maar wie je bent |
Não interessa nem ao menino Jesus | Die, dat stelt niks voor/ Dat is totaal niet interessant |
Não ir em (na) cantigas | Er niet intrappen |
Não julgues, para que sejas julgado | Oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld wordt |
Não levantar uma palha | Geen hand uitsteken |
Não ligar | Zich er niet mee bemoeien/ Het zich niet aantrekken |
Não me chateies | Val me niet lastig |
Não me diga | Nee maar! |
Não me lembrei de Joana | Ik heb niet aan Joana gedacht |
Não me lixem | Doe me geen kwaad |
Não me sai da cabeça | Ik krijg het niet uit mijn hoofd |
Não meter prego nem estopa | Ergens niet in gekend worden/ Niet meedoen |
Não mexer uma palha | Geen hand uitsteken |
Não misturar alhos com bugalhos | Geen knollen voor citroenen verkopen |
Não morrer de amores | Niet fijn vinden/ Antipathie hebben |
Não mugir nem tugir | Geen kik geven |
Não nasci ontem | Ik ben niet van gisteren |
Não notei nada | Ik heb niets gemerkt |
Não olhar a nada | Met niets rekening houden/ Niet bang zijn |
Não pára quieto | Hij zit geen ogenblik stil |
Não passar cartão | Geen aandacht aan besteden |
Não passar de cepa torta | Niet verbeteren/ Zich niet verder ontwikkelen |
Não perceber patavina | Geen snars van snappen |
Não perder pitada | Helemaal niets missen |
Não pesar na consciência | Geen wroeging hebben |
Não pode colher pepinos quem semeia tomates | Wat je zaait zul je oogsten |
Não poder com uma pessoa | Iemand niet mogen |
Não poder ver uma camisa lavada a alguém | Iemand het het licht in de ogen niet gunnen |
Não ponhas a ovelha a gaurdar o lobo | Dat is de kat op het spek binden |
Não pregar olho | Geen oog dicht doen |
Não presta | Het deugt niet |
Não sabe como governar quem a todos quer contentar | Je kunt het niet iedereen naar de zin maken |
Não saber a quantas anda | De kluts kwijt zijn/ Niet weten welke dag het is |
Não saber da missa (a) metade | De juiste toedracht van de zaak niet kennen |
Não saber nicles | Geen fluit, geen snars ergens vanaf weten |
Não saber peva | Geen fluit, geen snars ergens vanaf weten |
Não saber népia | Geen fluit, geen snars ergens vanaf weten |
Não saber pívia | Geen fluit, geen snars ergens vanaf weten |
Não saber puto | Geen fluit, geen snars ergens vanaf weten |
Não saber vírgula | Geen fluit, geen snars ergens vanaf weten |
Não saber para que lado se virar, voltar | Niet weten waar je blijven moet |
Não sabia | Dat wist ik niet |
Não sair de cepa torta | Niets bijleren/ Niet verbeteren |
Não são contas do meu rosário | Hier heb ik niets mee te maken/ Ik ga hier niet over |
Não se abusa da hospitalidade alheia | Men moet geen misbruik maken van gastvrijheid |
Não se corta o galho onde se está sentado | De poten onder zijn stoel uit zagen |
Não se cospe no prato em que se come | Spuug niet op het bord waarvan je moet eten |
Não se dar por achado | Net doen of men het ergens anders over heeft |
Não se descoser | Niets loslaten |
Não se deve fazer um bicho de sete cabeças | Maak er geen drama van/ Maak van een mug geen olifant |
Não se ensina o padre a rezar missa | Je moet iemand die ergens verstand van heeft niet vertellen wat te doen |
Não se ensina op pai-nosso ao vigário | Je moet iemand die ergens verstand van heeft niet vertellen wat te doen |
Não se importa de | Vind u het niet erg om, als |
Não se ouvir nem uma mosca | Je kunt een speld horen vallen |
Não se pode ter em pé | Hij kan niet op zijn benen staan (dronken) |
Não se serve a dois senhores ao mesmo tempo | Men kan niet tegelijkertijd twee heren dienen |
Não se ter de contente | Uitgelaten zijn |
Não se troca o certo pelo duvidoso | Je moet geen oude schoenen weggooien voor je nieuwe hebt |
Não sei explicar | Ik kan het niet uitleggen |
Não sei o que diga | Ik weet niet wat ik zeggen moet/ Ik sta perplex |
Não ser de ferro | Niet van staal zijn |
Não ser grande coisa | Niet veel voorstellen |
Não ser muito católico | Geen vertrouwen inboezemen |
Não serás amado, se de ti só tens cuidado | Als je alleen aan jezelf denkt zul je nooit geliefd worden |
Não serve | Dat past niet |
Não tarda nada | Het duurt niet lang (meer) |
Não te atrevas | Heb ‘t lef niet |
Não te metas a comprar o que não podes pagar | Je moet de tering naar de nering zetten |
Não te metas no que não te diz respeito | Bemoei je met je eigen zaken |
Não tem importância | Dat is niet belangrijk |
Não tem mel nem fel | Het heeft geur noch kleur |
Não têm olhos para verem as coisas? | Hebben jullie geen ogen in je hoofd? |
Não tem sentido | Het doet er niet toe |
Não tenho a certeza | Ik weet het niet zeker |
Não ter condições | In slechte omstandigheden leven/ Geen condities hebben voor |
Não ter emenda | Hij is onverbeterlijk |
Não ter espinhas | Geen kunst aan zijn/ Een makkie zijn |
Não ter maneiras | Geen manieren hebben |
Não ter mão em si | Zichzelf niet in de hand hebben |
Não ter mãos a medir | Veel te doen hebben |
Não ter modos | Geen manieren hebben |
Não ter nada a ver | Er niets mee te maken hebben |
Não ter onde cair morto | Extreem arm/ Straatarm |
Não ter ponta por onde se lhe pegue | Niks aan zijn (aan iets of iemand)/ Niet de moeite waard zijn |
Não ter preço | Is niet te betalen/ Niet te koop |
Não ter tempo para se coçar | Geen vrije tijd hebben |
Não ter tomates | Geen ballen hebben |
Não ter um tostão | Geen cent (te makken) hebben |
Não ter uma ponta de esperança | Geen greintje hoop hebben |
Não ter unhas | Niet weten/ Niet kunnen |
Não ter vagar | Geen tijd hebben |
Não ter voto na matéria | Niet kunnen meepraten over iets/ Geen zeggenschap hebben over iets |
Não ter papas na língua | Geen blad voor de mond nemen |
Não tugir nem mugir | Zich koest houden |
Não vai ser pêra doce | Het zal niet makkelijk worden |
Não vale nem a pena | Dat is boter aan de galg gesmeerd/ Het is vergeefse moeite |
Não vale um chavo | Geen enkele waarde |
Não valer uma pitada | Geen cent waard zijn |
Não vendas a pele do urso antes de o matar | Verkoop de huid niet voor de beer geschoten is |
Não ver um palmo à frente do nariz | Geen hand voor ogen zien |
Não ver vivalmo | Niemand zien/ Geen kip te bekennen |
Não vou, nem que chovam canivetes | Ik ga niet, al vergaat de wereld |
Nariz ababatado | Aardappelneus |
Nariz afilado | Lange puntneus |
Nariz aquilino | Haviksneus |
Nariz arrebitado | Wipneus/ Een verwaand iemand |
Nascer num berço de ouro | In een gouden wiegje geboren worden/ Van rijke ouders zijn |
Natureza morta | Stilleven |
Negar a pés juntos | Pertinent ontkennen |
Nem aquece nem arrefece | Het maakt niets uit |
Nem assim nem assado | Op geen enkele manier |
Nem contas com parentes nem dívidas com ausentes | Pas op met wie je zaken doet/ Doe geen zaken met familie |
Nem mais um pio! | Geen woord meer/ Mondje dicht! |
Nem oito, nem oitenta | Niet teveel en niet te weinig |
Nem peixe nem carne | Vlees noch vis |
Nem pensar | Geen denken aan |
Nem pense nisso | Geen sprake van |
Nem pevide | Helemaal niets |
Nem por sombras | Geen sprake van |
Nem que seja | Zelfs niet als |
Nem se fala | Evident/ Commentaar overbodig |
Nem sempre | Niet altijd |
Nem sempre galinha, nem sempre sardinha | Afwisseling van spijs doet eten |
Nem só de pão vive o homem | Een mens leeft niet van brood alleen |
Nem tanto ao mar nem tanto à terra | Niet teveel en niet te weinig |
Nem todas as verdades se dizem | Een leugentje om bestwil is wel toegestaan |
Nem todos | Niet allemaal |
Nem tudo | Niet alles |
Nem tudo o que luza é ouro | Het is niet alles goud dat blinkt |
Nem tudo o que vem à rede é peixe | Niet alles is te gebruiken |
Nem tudo que balança cai | Niet alles wat wankelt, valt |
Nem tudo que reluz é ouro | Het is niet alles goud dat blinkt |
Nem uma nem duas | Hij geeft geen kik |
Nemhum pássaro aprende a voar dentro de uma gaiola | Als je te beschermd opgroeit leer je nooit voor jezelf opkomen, verantwoordelijkheid te nemen |
Nervoso miudinho | Nerveus van binnen/ Innerlijk onrustig |
Nessas alturas | Op zulke momenten |
Neste mesmo estádio | Precies in deze fase |
Nem que a vaca tussa | Geen denken aan/Geen sprake van/No way! |
Nem sequer | Niettemin |
Ninguém acredita num mentiroso mesmo que esteja falando a verdade | Een leugenaar wordt nooit geloofd, ook als hij de waarheid spreekt |
Ninguém está bem com a vida que tem | Niemand is tevreden met het leven dat hij leidt |
Ninguém foge ao seu destino | Niemand ontloopt zijn lot |
Ninguém nasce ensinado | Men kan niet alles weten |
Ninguém se levanta sem primeiro cair | Je kunt niet opstaan zonder eerst te vallen |
No aperto e no perigo se conhece o amigo | In nood leer je je vrienden kennen |
No decorrer de | In de loop van |
No dia de S.Martinho há fogueiras, castanhas e vinho | Rijmpje over Sint Maarten |
No dia de S.Martinho mata o teu porco e prova o teu vinho | Rijmpje over Sint Maarten |
No dia tal às tantas horas | Die dag, om zo laat |
No local do acidente | Op de plaats van het ongeluk |
No local do crime | Op de plaats delict |
No meio é que está a virtude | De deugd in het midden |
No mês que vem | Volgende maand |
No meu entender | Naar mijn mening |
No pino do verão | In het hartje van de zomer |
No poupar é que está o ganho | Op de kleintjes letten/ Ieder dubbeltje omdraaien |
No que diz respeito a | Voor wat betreft |
No S.João a sardinha pinga no pão | Nu is het tijd om sardientjes te eten |
No sentido lato | In de ruimste zin |
Noite e dia | Dag en nacht |
Nos pequenos frascos há os grandes perfumes | Klein maar fijn |
Nos tempos da Maria Cachucha | In lang vervlogen tijden |
Nota de rodapé | Voetnoot |
Notícia boa corre, notícia má voa | Slecht nieuws verspreidt zich sneller dan goed nieuws |
Novo (novinho) em folha | Splinternieuw |
Num abrir e fechar de olhos | In een oogwenk |
Num aí | In een wip, oogwenk |
Num pronto | Snel |
Numa palavra | In één woord |
Numa roda-viva | In een heksenketel/ Het is een gekkenhuis |
Numa volta de mão | In een handomdraai |
Nunca deixes o amigo velho pelo novo | Laat nooit een oude vriend vallen voor een nieuwe |
Nunca digas desta água não beberei | Zeg nooit nooit |
Nunca digas nunca | Zeg nooit nooit |
Nunca digas o que sabes, se não sabes o que dizes | Zeg nooit wat je weet als je niet weet wat je zegt |
Nunca é tarde para aprender | Het is nooit te laat om te leren |
Nunca faças aos autros aquilo que não gostarias que fizessem contigo | Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet |
Nunca foi um bom amigo quem por pouco quebrou a amizade | Een goede vriend kan tegen een stootje |
Nunca julgues pela aparência | Je moet niet op het uiterlijk afgaan |
Nunca mais é sábado | Er komt maar geen eind aan |
Nunca me enfio | Ik trap er nooit in/ Ik doe er nooit aan mee/ Ik blijf daar verre van |
Nunca o vi mais gordo | Ik ken hem nergens van |
Nunca ouvi falar | Daar heb ik nooit van gehoord |
Nutrir-se de ilusões | Illusies koesteren |
Ó | Zeg! |
O agasalho | Warme kleren |
O aí Jesus | Lievelings- |
O alfaiate faz o homem | Kleren maken de man |
O amor de mãe é cego | Moederliefde is blind |
O amor é cego (e pensa que ninguém o vê) | Liefde is blind |
O barato sai caro | Goedkoop is duurkoop |
O bolo já acabou | De koek is op |
O bom é bonito | Iets goed doen is mooi (Verzuchting bij het verrichten van een goede daad) |
O bom não é ser importante, o importante é ser bom | Het is niet goed om belangrijk te zijn, het is belangrijk om goed te zijn |
O bom filho à casa se torna | Een goede zoon weet de weg naar huis |
O bom ganhar faz o bom gastar | Wie het breed heeft, laat het breed hangen |
O bom gosto não se ensina | Goede smaak valt niet te leren |
O burro acredita em tudo o que lhe dizem | Wie alles gelooft is een ezel |
O cabo dos trabalhos | Groot probleem/ Een opoffering |
O caixão é irmão do berço | De doodskist is de broer van de wieg |
O cão velho quando ladra dá conselho | Luister naar de oudere, hij bezit wijsheid |
O caso está preto | Het ziet er niet best uit/ Het is moeilijk, gevaarlijk |
O comboio está de saída | De trein staat op het punt te vertrekken |
O comer e o caçar estão (vão) no começar | Als je er eenmaal aan begint, komt er geen einde aan |
O crime não compensa | Misdaad loont niet |
O culpado mora no lado | De schuldige woont om de hoek |
Ó da casa | Hallo, is daar iemand thuis? |
Ó da guarda | Politie! (hulproep) |
O diabo atrás da porta | Een ongeluk ligt op de loer |
O diabo não é tão mau como pintam | Het kan best meevallen |
O diabo seja cego, surdo e mudo | Bezwering om het kwaad op een afstand te houden |
O dinheiro compra pão, mas não compra gratidão | Niet alles is te betalen met geld |
O direito a | Het recht om |
O dom da palavra | De gave van het woord |
O feitiço vira-se contra o feiticeiro | Wie de bal kaatst kan hem terug verwachten |
O fim justifica os meios | Het doel heiligt de middelen |
O fruto nunca cai longe da árvore | De appel valt niet ver van de boom |
O fruto proibido é o mais saboroso | Verboden vruchten zijn het lekkerst |
O gato comeu a língua | Hij heeft zijn tong verloren |
O gato tem sete vidas | Een kat heeft zeven levens |
O grande trunfo da vítoria é saber esperar por ela | De grootste triomf van de overwinning is erop kunnen wachten |
O hábito não faz o monge | De kleding zegt niks over de persoon |
O hoje vale por dois amanhãs | Vandaag is meer waard dan twee morgens |
O homem põe e Deus dispõe | De mens wikt, God beschikt |
O hóspede é como o peixe, depois de três dias cheira mal | Gasten en vis blijven drie dagen fris |
O inferno está cheio de boas intenções | De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens |
O lobo perde os dentes mas não o costume | De vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken |
O lume está apagado | Het vuur is uit |
O mau da fita | Allerberoerdst/ Het slechtste van allemaal/ De slechterik (in de film) |
O medo tolhe-se os passos | De schrik zit hem in de benen |
O melhor da festa é esperar por ela | Voorpret is de grootste pret |
O melhor da viagem é quando se chega a casa | Het beste van de reis is thuiskomen |
Ó pá | Hé zeg/ Hey man |
O pão levanta e o vinho derruba | Drank maakt meer kapot dan je lief is |
O pão nosso de cada dia | Ons dagelijks brood |
O peixe que se escapa ao anzol é sempre enorme | De grote vissen ontsnappen, de kleine worden gevangen |
Ó pernas para que vos quero | Ik ga er vandoor |
O pior surdo é aquele que não quer ouvir | De ergste dove is hij die niet wil horen |
O pobre é como o parafuso, vive sempre apertado | Als je arm bent leef je altijd krap |
O pouco basta, o muito se gasta | Als je weinig hebt is het genoeg, als je veel hebt geef je veel uit |
O pouco com Deus é muito, o muito sem Deus é nada | Weinig met God is veel, veel zonder God is niets |
O primeiro milho é para os pardais | Eerste gewin is kattengespin |
O primeiro passo é o mais difícil | De eerste stap is het moeilijkst |
O prometido é devido | Belofte maakt schuld |
O que cair na rede é peixe | Alles (wat je krijgt) is meegenomen |
O que deseja? | Kan ik u helpen? (in de winkel en zo) |
O que é barato sai caro | Goedkoop is duurkoop |
O que é bom acaba depressa | Gezelligheid kent geen tijd |
O que é bom para a colmeia é bom para a abelha | Wat goed genoeg is voor de een is ook goed voor de ander |
O que é bom, dura pouco | Lekker is maar een vinger lang |
O que é de gosto regala a vida | Als je iets doet met plezier geniet je van het leven |
O que é doce nunca amargou | Alles wat zoet is, is lekker |
O que é moda não incomoda | Wie mooi wil zijn moet pijn lijden |
O que é nosso vem parar-nos à mão | Wat ons toekomt, komt naar ons toe |
O que ele diz não se escreve | Niet veel waarde hechten aan wat iemand zegt/Weten wie het zegt |
O que foi duro de sofrer é doce de recordar | Verlangen naar vroeger/ Zelfs slechte herinneringen zijn zoet |
O que foi? | Wat is er? |
O que há de fazer? | Wat kan ik eraan doen? |
O que ia dizer? | Wat wilde u zeggen? |
O que lá vai, lá vai | Wat geweest is, is geweest |
O que mão direita faz, a esquerda não deve saber | De linkerhand weet niet wat de rechter doet |
O que não mata, engorda | Daar ga je heus niet dood van/ Vieze varkens worden niet vet |
O que os olhos não vêem, o coração não sente | Uit het oog, uit het hart |
O que quer que seja | Wat dan ook |
O que tem o cu com as calças? | Wat heeft dat er nou mee te maken |
O que vai, tambem volta | Wat heengaat komt ook terug |
O que vem à rede é peixe | Alles is meegenomen |
O resto é música | De rest is niet belangrijk/ De rest doet er niet toe |
O resto é paisagem | De rest is niet belangrijk/ De rest doet er niet toe |
O resto são cantigas | De rest is niet belangrijk/ De rest doet er niet toe |
O saber não ocupa lugar | Kennis is belangrijk (kun je niet teveel hebben, het neemt geen plaats in) |
O segredo é a alma do negócio | Over zaken moet je niet praten |
O segredo melhor guardado é o que ninguém é relevado | Een geheim bewaar je alleen door het niemand te vertellen |
O seguro morreu de velho | Pas op/ Kijk uit/ Wees op je hoede/ Gevaar zit in een klein hoekje |
O seguro morreu de velho e a prudência foi ao funeral | De veiligheid stierf oud en de voorzichtigheid was op zijn begrafenis … |
O seu a seu dono | Wat van jou is, is van jou |
O silêncio é de ouro | Stilte is goud waard |
O sol quando nasce é para todos | De zon is van iedereen |
O tempo a tudo dá remédio | De tijd heelt alle wonden |
O tempo é o melhor amigo do homem | Komt tijd, komt raad |
O tempo passa a correr | De tijd vliegt |
O trabalho enriquece e a preguiça empobrece | Werk maakt rijk, luiheid maakt arm |
O trabalho não mata ninguém | Van werken ga je niet dood |
O travesseiro é bom conselheiro | Slaap er nog een nachtje over |
O último que vier come do que trouxer | De laatste die komt, eet wat de pot schaft |
Obra apressada, obra estragada | Haastige spoed is zelden goed |
Obras de Santa Engrácia | Een eindeloze situatie, het werk komt nooit af |
Obrigado eu | De dank is aan mij |
Oferecer o seu préstimo | Zijn diensten aanbieden |
Ofereceram-me | Ik heb het gekregen |
Oitava maravilha | Achtste wereldwonder |
Olha como tu estás | Wat zie jij eruit (negatief) |
Olha quem fala | Moet je horen wie het zegt |
Olhar com bons olhos | Ergens positief naar kijken |
Olhar de lado | Wantrouwen |
Olho da rua | Buiten gezet zijn |
Olho do amo engorda o cavalo | Het oog van de meester maakt het paard vet |
Olho por olho, dente por dente | Oog om oog, tand om tand |
Olhos afogados em lágrimas | Ogen vol tranen |
Olhos de carneiro mal morto | Futloos kijken/ Soepogen |
Onde canta galo não canta galinha | De man is de baas |
Onde é que eles foram descobrir isto? | Hoe zijn zij hier achter gekomen? |
Onde é que ela se meteu | Wat heeft hij gedaan, uitgespookt |
Onde é que tens a cabeça? | Waar zit je met je gedachten? |
Onde há fumaço há fogo | Waar rook is, is vuur |
Onde há fumo há fogo | Waar rook is, is vuur |
Onde Judas perdeu as botas | Afgelegen plek/ The middle of nowhere/ Met krantenpapier dichtgeplakt |
Onde mija um português, mijam logo dois ou três | Als er een schaap over de dam is volgen er meer |
Onde todos ajudam nada custa | Vele handen maken licht werk |
Ora gaita | Uitdrukking van niet mee eens zijn |
Ora, bolas! | Uitdrukking van verbazing, schrik, ergernis |
Ora, já viu | Zie je wel |
Ora, viva | Hoi/ Hallo/ Vrolijke groet |
Orelhas de burro | Straf op school: met ezelsoren op in de hoek staan |
Os anjos não têm costas | Tegen iemand die met zijn rug naar je toe staat |
Os bons conselhos são geralmente amargos | Goede raad is duur |
Os comes | Het eten |
Os extremos tocam-se | Uitersten trekken elkaar aan |
Os homens conhecem-se pelos palavras, os burros pelos coices | Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is |
Os olhos arrasaram-se de lágrimas | De tranen stonden hem in de ogen |
Os olhos fizeram-se para ver e não para dormir | Kijk uit je doppen? Heb je soep in je ogen? |
Os olhos pedem mais do que a barriga aguenta | Zijn ogen zijn groter dan zijn maag |
Os olhos são maiores que o estômago | Zijn ogen zijn groter dan zijn maag |
Os olhos são os espelhos da alma | De ogen zijn de spiegel van de ziel |
Os sábios não dizem o que sabem e os tolos não sabem o que dizem | De wijze zegt niet wat hij weet, de domme weet niet wat hij zegt |
Os meus pêsames | Gecondoleerd |
Os meus sentimentos | Gecondoleerd |
Os últimos serão os primeiros | De eersten zullen de laatsten zijn |
Osso difícil de roer | Groot probleem/ Moeilijke taak, opdracht |
Osso duro de roer | Groot probleem/ Moeilijke taak, opdracht |
Ossos do ofício | Hoort bij je werk/ Onprettige beroepsconsequenties |
Ou há moralidade ou comem todos | Zonder moraal krijgt iedereen problemen |
Ou vão ou racha | Doe iets! |
Outra banda | De andere oever (van de rivier) |
Outra vez, Inês | Zegt men tegen iemand die doordramt over iets |
Ouvir das boas | Naar kritiek luisteren/ Een berisping ondergaan |
Ouvir sermão e missa cantada | Een uitbrander krijgen/ Een standje krijgen |
Ovelha ranhosa | Het zwarte schaap |
Ovo de Colombo | Het ei van Columbus |
Ovos moles | Een gebakje, dessert met veel ei erin |
Oxalá | Ik hoop het/ Hopelijk |
Para mim é chinês | Ik begrijp er niets van |
Paciência de santo | Engelengeduld |
Paga o justo pelo pecador | Een zondebok zijn |
Pagar as favas | Vals beschuldigd worden/zijn |
Pagar na mesma moeda | Met gelijke munt betalen |
Pagar por alguma coisa | Ergens voor moeten boeten |
Pagar uma promessa | Een belofte nakomen/ Zijn belofte houden |
Paixão assolapada | Smoorverliefd |
Paixão, febre e tosse, ninguém esconde | Verliefdheid, hoest en koorts kun je niet verbergen |
Palavra de honra | Erewoord |
Palavra de rei não volta atrás | Het woord van de koning blijft |
Palavra fora de boca é palavra fora da mão | Eens gezegd blijft gezegd |
Palavra por palavra, tim por tim | Woord voor woord |
Palavra puxa palavra | Het ene woord lokt het andere uit |
Palavras caras | Moeilijke woorden (gebruiken)/ Dure woorden |
Palavras ocas, orelhas moucas | Naar nietszeggende woorden luistert geen mens |
Palavras, leva-as o vento | Woorden verwaaien met de wind |
Pancadinhas de amor | Een stoeipartij |
Pano para mangas | Veel mogelijkheden/ Een lang verhaal/ Een groot project |
Pão, pão, queijo, queijo | Eenvoudig/ Direct |
Pãozinho sem sal | Een zouteloos iemand |
Papa-hóstias | Iemand die dagelijks ter communie gaat |
Papar moscas | Luisteren met open mond |
Para a frente é que se anda | Vooruit! Doorgaan! |
Para a fome não há pão duro | Honger maakt rauwe bonen zoet |
Para baixo todo santo ajuda, para cima toda coisa muda | Afdalen is gemakkelijker dan opklimmen |
Para bom entendor meia palavra basta | De goede verstaander heeft slechts een half woord nodig |
Para bom mestre não há má ferramenta | Goed gereedschap is het halve werk/ Een vakman levert goed werk |
Para cá e para lá | Heen en weer |
Para dizer a verdade | Eerlijk gezegd |
Para grandes males, grandes remédios | Er is altijd een oplossing, hoe groot het probleem ook is |
Para inglês ver | Iets waardeloos dat er van buiten goed uitziet/ Een façade |
Para longe vá o agoiro | Moge het ongeluk verre van je blijven |
Para mentir precisa-se de boa memória | Een goede leugenaar moet een goed geheugen hebben |
Para morrer basta estar vivo | Om dood te gaan hoef je alleen maar te leven |
Para muito sono toda a cama é boa | Als je niet veel hebt is ieder beetje goed |
Para o boneco | Voor niets |
Para o que der e vier | Op alles voorbereid |
Para os devidos efeitos | Om hierin te voorzien/ Waar zulks nodig is |
Para pão duro, dente agudo | Je moet goede tanden hebben om oud brood te kunnen eten |
Para pergunta apressada, resposta demorada | Hoe sneller de vraag hoe trager het antwoord |
Para quem Deus não dá filhos, o diabo dá sobrinhos | Als je niet kiest voor eigen kinderen krijg je die van je broers en zussen gratis |
Para quem é, bacalhau basta | Hij verdient niet beter/ Hij heeft niet meer nodig |
Para sempre | Voorgoed |
Para trás das costas | Achter de rug (willen vergeten) |
Para uma casa de família | Voor een weeshuis |
Parar é morrer | Stilstaan is doodgaan/ Stilstand is achteruitgang |
Parece que viste lobo | Je ziet eruit of je een geest hebt gezien |
Parecer que viu bicho | Eruit zien als een geest/ Lijkbleek zien |
Partir do zero | Beginnen bij nul/ Zonder iets beginnen |
Partir o coração | Iemands hart breken |
Passar a batata quente | Het probleem afschuiven |
Passar a história | Achter zich laten/ Vergeten (in de zin van laat maar) |
Passar a limpo | In het net schrijven |
Passar a noite em branco | Niet kunnen slapen |
Passar a noite em claro | Niet kunnen slapen |
Passar a pente fino | Uitkammen |
Passar a vida a | Heel vaak doen |
Passar ao lado | Aan iemand voorbij gaan |
Passar as passas (passinhas) do Algarve | Zwaar lijden/ Veel moeite doen/ Een moeilijke tijd doorstaan/ Moeilijkheden doorstaan |
Passar da cavalo para burro | Afdalen in de hiërarchie/ Degraderen |
Passar das marcas | Te ver gaan/ De perken te buiten gaan/ Zijn boekje te buiten gaan |
Passar dos limites | Misbruik maken/ De grenzen niet in acht nemen /Over de schreef gaan |
Passar das marcas | Misbruik maken/ De grenzen niet in acht nemen /Over de schreef gaan |
Passar gato por lebre | Knollen voor citroenen verkopen/ Iemand iets op de mouw spelden/ Iemand iets wijsmaken |
Passar os olhos em | Vluchtig bekijken/ Vluchtig opnemen |
Passar pelas armas | Executeren |
Passar pelas brasas | Een dutje doen/ Een uiltje knappen |
Passar(-se) por | Doorgaan voor |
Passar por alto | Niet opmerken/ Vergeten |
Passar por duras provas | Het hard te verduren hebben |
Passar-se | Buiten controle raken |
Passar todas as medidas | De perken te buiten gaan |
Passar um mau bocado | Een rottijd doormaken |
Passar (chegar) a vias de facto | Tot handtastelijkheden overgaan |
Passarinhos e pardais, não são todos iguais | Het zijn vogels van verschillend pluimage |
Passem bem e gastem pouco | Grappige afscheidswoorden onder vrienden |
Passo de caracol | Slakkengang |
Passo-a-passo | Stap voor stap/ Voetje voor voetje |
Passos perdidos | Vergeefse stappen |
Passou bem? | Hoe maakt u het? |
Patrão fora, dia santo na loja | Als de kat van huis dansen de muizen op tafel |
Patrão máximo | Baas boven baas |
Pau de cabeleira | Chaperone |
Pau de dois bicos | Iemand die met alle winden meewaait |
Pau de vassoura | Een spriet/ Magere lat |
Pau de virar tripas | Een mager iemand |
Pau mandado | Doet alles wat je hem opdraagt |
Pau que nasce torto nunca se endireita | Een slechte start haal je niet meer in |
Pé ante pé | Voorzichtig/ Voetje voor voetje |
Pecado confessado está meio perdoado | Een zonde die bekend wordt is al half vergeven/ Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald |
Peço desculpa | Het spijt me/ Pardon/ Sorry |
Pé-de-chumbo | Iemand die langzaam en zwaar loopt? Iemand die niet kan dansen/ Een houten klaas |
Pé-de-dança | Een beetje dansen |
Pé-de-vento | Wanorde/ Ruzie |
Pedir licença a um pé para mexer o outro | Lui en traag lopen, zijn |
Pegar ou largar | Take it or leave it/ Aan jou de keus/ Het is aan jou |
Pegar ao serviço | Beginnen te werken (op een dag) |
Peixe não puxa carroça | Vis eten geeft je niet genoeg energie (wordt gezegd door vleeseters) |
Peixinhos da horta | Gerecht: gefrituurde snijbonen |
Pela boca morre o peixe | Waar het hart vol van is loopt de mond van over |
Pela certa | Vast en zeker |
Pela ignorância nós erramos, e pelos erros nós aprendemos | Uit onwetendheid maken we fouten en van onze fouten leren we |
Pela palha se conhece a espiga | Men kent de inhoud door de buitenkant te zien |
Pela parte que me toca | Voor het deel dat mij aangaat |
Pela primeira vez | Voor het eerst |
Pelas suas própias palavras | Volgens eigen zeggen |
Pelas trazeiras | Achterom |
Pele e osso | Vel over been |
Pelo amor de deus | Om godswil |
Pelo andar da carruagem | Door de loop der dingen |
Pelo canto se conhece a ave | Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is |
Pelo contrário | Integendeel |
Pelo preço da chuva | Spotgoedkoop |
Pelo preço da uva mijona | Spotgoedkoop |
Pelo que me lembro | Voor zover ik me kan herinneren |
Pelos bonitos olhos | Door zijn mooie ogen |
Pelos cabelos | Aan het eind van zijn latijn |
Pelos vistos | Zo te zien |
Pendurar as botas | Met pensioen gaan |
Pensar alto | Hardop in zichzelf praten |
Pensar duas vezes | Twee keer nadenken |
Pense nisso | Denk eraan |
Pense rápido, fale devagar | Denk snel maar praat langzaam |
Pensem o que pensarem | Wat ze ook denken |
Perante um público | Met publiek |
Pequenos riachos formam grandes rios | Elke dag een draadje is een hemdsmouw in het jaar/ Alle beetjes helpen/ Vele kleintjes maken een grote |
Perder a cabeça | Zijn verstand verliezen |
Perder a conta a | Ontelbare |
Perder a vida | Het leven verliezen |
Perder as estribeiras | Geen controle meer hebben |
Perder o ano | Zakken/ Blijven zitten (op school) |
Perder o fio à meada | De draad kwijtraken |
Perder o juízo | Zijn gezonde verstand verliezen |
Perder o norte | Gedesoriënteerd zijn/ Door de bomen het bos niet meer zien |
Perder o pio à meada | De draad kwijtraken |
Perder o seu latim | Aan het eind van zijn latijn zijn |
Perder o terreno | Terrein verliezen |
Perder o tino | De kluts kwijtraken |
Perder os sentidos | Buiten westen raken/ Flauw vallen |
Perder pé | Geen vaste grond meer onder de voet hebben |
Perder-se | Verdwalen |
Perder-se de amores | Verliefd worden |
Perder-se por saias | Een rokkenjager (die vrouwen geen goed doet) |
Perder tempo | Tijd verspillen |
Perder uma batalha não é perder uma guerra | Een slag verliezen is nog geen oorlog verliezen |
Perdoai e sereis perdoados | Vergeeft en gij zult vergeven worden |
Perfazer um ano | Een jaar volmaken |
Pergunta e saberás | Vraagt en gij zult weten |
Perguntar não ofende | Vragen staat vrij |
Pernas para que vos quero | Vluchten/ De benen nemen/ De plaat poetsen |
Pernas de canivete | Dunne benen/ Spillebenen |
Pernas para andar | Doorgaan |
Pérola aos porcos | Parels voor de zwijnen |
Pés de lã | Voorzichtig zijn/ Zachtjes lopen |
Pés no ar | Voeten omhoog |
Pesa-me a sua presença | Uw aanwezigheid is mij tot last |
Pesar os prós e os contras | Voor- en nadelen berekenen |
Peso e medida governam a vida | Door goede keuzes te maken heb je een evenwichtig leven |
Peso morto | Dood gewicht |
Petisco | (Lekker) hapje/ Tapa |
Pilha de nervos | Zenuwpees |
Pintar a manta | Ondeugende dingen doen/ Lawaai maken/ Kattekwaad uithalen? |
Pintar o sete | Ondeugende dingen doen/ Lawaai maken/ Kattekwaad uithalen? |
Pior cego é aquele que não quer ver | Iemand die ziende blind is |
Pisar a tábua | Plankgas geven |
Pé na tábua | Plankgas geven |
Pisar ovos | Langzaam lopen |
Pisar os calos | Iemand beledigen/ Te ver gaan |
Pisca-pisca | Knipperlicht |
Piscar o olho | Knipogen |
Pitéu | (Lekker) hapje |
Pitosca | Slechtziend(e) |
Pitosga | Slechtziend(e) |
Plantar uma figueira | Vallen (gekscherend bedoeld als iemand valt) |
Pobre diabo | Iemand die geen vlieg kwaad doet |
Pobre mortal | Een arme sterveling |
Pobreza franciscana | Extreme armoede |
Poço sem fundo | Een bodemloze put |
Podes cá vir ter | Kun je naar mij toekomen |
Podes contar comigo | Je kunt op me rekenen |
Podes estar descansado | Maak je geen zorgen |
Podes ficar com isto | Jij mag dit houden |
Podia fazer-me um favor | Zou u iets voor me kunnen doen/ Zou u me een plezier kunnen doen |
Pôdre de rico | Steenrijke |
Põe-te a andar | Kom op, lopen |
Pois claro! | Natuurlijk! |
Pois então | In dat geval/ Nou, dan |
Pois não | Inderdaad niet |
Ponta abaixo, ponta acima | Slecht, slordig gekleed iemand |
Pontapé de saída | Iets starten |
Ponto de partida | Oorsprong |
Ponto por ponto | Punt voor punt |
Por agora | Voorlopig |
Por água na fervura | Verzoenen/ Paaien/ Tevreden proberen te stellen |
Por alto | Oppervlakkig |
Por aqui | Hier in de buurt |
Por assim dizer | Zogezegd |
Por atacado | In één keer/ In het groot |
Por baixo da mesa | In het verborgene/ Zwart geld |
Por coisa nenhuma | Om geen enkele reden |
Por dá cá aquela palha | Om futiele redenen |
Por distinção | Door verdienste |
Por esse andar | Op die manier |
Por excelência | Bij uitstek |
Por falar nisso | Nu we het er toch over hebben |
Por falta de uma pedra não o cai o muro | Door een klein foutje hoeft niets alles te mislukken |
Por graça | Voor de grap |
Por mão de mestre | Perfect/ Door meesterhand |
Por mim | Wat mij betreft |
Por minha parte | Wat mij betreft |
Por miúdo | In detail |
Por montes e vales | In alle richtingen |
Por motivo de saúde | Om gezondheidsredenen |
Por nós | Als het aan ons ligt, lag |
Por obra e graça de | Door interventie van/ Door actie van |
Por onde tem andado? | Waar bent u geweest de laatste tijd? |
Por onde vás, assim como vires assim farás | Pas je aan waar je ook heen gaat |
Por outros termos | In andere bewoordingen/ Met andere woorden |
Por partes | Stuk voor stuk |
Por portas e travessas | Via ondoorgrondelijke wegen |
Por pouco | Op het nippertje |
Por remate em | De laatste hand leggen aan |
Por seu turno | Om de beurt |
Por sua conta e risco | Voor uw eigen risico |
Por toda a parte | Overal |
Por todos os aspectos | Van alle kanten bekeken/ Hoe men het ook bekijkt |
Por um nada | Om een kleinigheidje |
Por um triz | Op het nippertje |
Pôr a escrita em dia | Administratie doen/ Een brief schrijven |
Pôr a boca no mundo | Moord en brand schreeuwen/Zijn longen uit zijn lijf schreeuwen |
Pôr a limpo | Verhelderen |
Pôr a mão em (alguma coisa) | Ergens aan (zien te) komen |
Pôr a nu | Onthullen |
Pôr a pata na poça | Brokken maken/ Een stommiteit uithalen |
Pôr alguém à prova | Kijken wat voor vlees je in de kuip hebt |
Pôr a salvo | Redden |
Pôr a um canto | Verwerpen/ Afdanken/ Aan de kant schuiven |
Pôr à vista | Zichtbaar maken |
Pôr ao corrente | Verduidelijken/ Informeren |
Pôr as cartas na mesa | Kaarten op tafel |
Pôr as mãos no fogo | Zijn hand in het vuur steken |
Pôr casa | Een huishouden beginnen |
Pôr de banda | Afstand nemen/ Opzij gaan/ Aan de kant schuiven |
Pôr em acção | In werking stellen |
Pôr em dia qualquer coisa | Iets op orde brengen |
Pôr em marcha | In werking stellen |
Pôr em pratos limpos | Uitleggen/ Duidelijk maken |
Pôr em risco | In gevaar brengen |
Pôr mãos à obra | Aan de slag gaan |
Pôr na caneca | Inschenken |
Pôr no olho da rua | Buiten zetten/ Ontslaan |
Pôr o carro adiante dos bois | Het paard achter de wagen spannen |
Pôr o dedo na chaga | De vinger op de zere (wonde) plek leggen |
Pôr o dedo na ferida | De vinger op de wonde (wonde) plek leggen |
Por o pé em ramo verde | Buiten de gebaande wegen treden |
Por o pé em terra | Voet aan wal zetten |
Pôr o preto no branco | Zwart op wit |
Pôr os escritos | Te huur zetten |
Pôr os pontos nos ii | De puntjes op de i zetten |
Pôr pulga atrás da orelha | Zich achter de oren krabben |
Pôr-se a andar | Er vandoor gaan |
Pôr-se a cavar | Vluchten |
Pôr-se ao fresco | Ophoepelen/ Ontsnappen/ Weggaan |
Pôr-se ao largo | Zich afzijdig houden/ Uit de buurt blijven |
Pôr-se (estar) a pau | Opletten/ Op zijn hoede zijn |
Pôr-se em campo | Zich op de strijd voorbereiden |
Pôr-se em dia | Bijhouden |
Pôr-se em pratos limpos | Schoon schip maken |
Pôr-se na alheta | Zijn hielen lichten |
Pôr tudo preto no branco | Zwart op wit zetten |
Porta à porta | Huis aan huis |
Porta do cavalo | Zijdeurtje |
Porta sim, porta não | Om de andere deur |
Portuga | Scheldwoord van Brazilianen voor Portugezen |
Pós de perlimpimpim | Hocus pocus |
Pouca coisa conheço | Ik weet niet veel |
Pouco se aprende com a vitória, mas muito com a derrota | Van een overwinning leer je weinig, van een nederlaag leer je veel |
Poupa o teu vintém e um dia serás alguém | Spaar en op een dag zul je rijk zijn |
Prata da casa | Eigen aan het huis |
Prática o bem sem olhar a quem | Doe goed aan onverschillig wie |
Prato de dia | Dagschotel |
Pregar no deserto | Tegen de muur praten/ Tegen dovemansoren zeggen |
Pregar uma partida | Een poets bakken |
Pregar uma peça | Een poets bakken |
Pregar uma peta | Voor de gek houden |
Preto como o diabo | Pikzwart |
Preto da casa africana | Zwaar beladen iemand (met pakjes)/ Bepakt en bezakt/ Gepakt en gezakt |
Primeiro a obrigação, depois a devoção | Eerst werken, dan ontspannen |
Prisão de ventre | Constipatie |
Procura e oferta | Vraag en aanbod |
Promessa é dívida | Belofte maakt schuld |
Prometer (dizer) mundos e fundos | Gouden bergen beloven |
Pronto-a-vestir | Kledingwinkel |
Prova eliminatória | Voorronde |
Psiu | Psst |
Pular de contente | Huppelen van vreugde/ Zo blij zijn als een kind |
Pumba | Boem (als iets valt) |
Puro sangue | Pur sang |
Puxar a brasa para a sua sardinha | Alles naar zich toe halen |
Puxar a brasa para a sua sardinha | Preken voor eigen parochie |
Puxar as orelhas | Een draai om de oren geven/ De oren wassen |
Puxar as rédeas | Tot de orde roepen |
Puxar conversa | Iets los zien te peuteren (gesprek) |
Puxar os cordões à bolsa | Moeten betalen |
Puxar pela cabeça | Zich het hoofd breken |
Puxar pela língua | Uithoren |
Puxar pelo cabedal | Zich inspannen op het werk |
Puxe (a) cadeira e sente-se no chão | Zoek maar een plekje om te zitten (grapje) |
Qual carapuça! | Ongelooflijk!/ Niet te geloven! |
Qual é o número? | Welke maat?/ Welk nummer? |
Qualquer construção começa no chão | Elk gebouw begint op de grond |
Qualquer dia | Op een dag |
Quando a barriga está cheia, toda a fruta tem bicho | Met een volle maag heb je nergens meer trek in |
Quando a cabeça não ajuda, o corpo é que paga | Als je domme dingen doet, krijg je later spijt |
Quando abre a boca, ou sai asneira ou entra mosca | Als u uw mond opendoet kraamt u alleen onzin uit |
Quando as comadres ze zangam, dizem-se as verdades | Kinderen en gekken (dronkelui) zeggen de waarheid |
Quando as galinhas tiverem dentes | Met sint Juttemis/ Als kerstmis en pasen op één dag vallen |
Quando dois brigam, um terceiro tira proveito | Twee honden vechten om een been, de derde loopt er ras mee heen |
Quando há fome não há mau pão | Honger maakt rauwe bonen zoet |
Quando mais depressa mais devagar | Hardlopers zijn doodlopers/ Haastige spoed is zelden goed |
Quando mais se tem, mais se quer | Hoe meer je hebt, hoe meer je wilt |
Quando menos espera | Wanneer je het het minst verwacht |
Quando não sabemos aonde vamos, são todos os caminhos bons | Als we geen doel hebben maakt het niet uit welke weg we bewandelen |
Quando o dançarino não sabe dançar, diz que a sala é torta | De schuld bij een ander zoeken, leggen |
Quando o dinheiro fala, tudo cala | Geld is macht |
Quando o gato sai, os ratos fazem a festa | Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel |
Quando o rei faz anos | Heel zelden |
Quando um burro fala, zurra, o outro baixa as orelhas | Als iemand praat, moet de ander zijn mond houden |
Quando um diz mata, o outro diz esfola | Ik weet niet wie van de twee het ergste is |
Quando uma porta se fecha, outra se abre | Als een deur dicht gaat, openen zich andere |
Quantas cabeças, tantas sentenças | Zoveel hoofden, zoveel zinnen |
Quanto antes | Zo spoedig mogelijk |
Quanto ao que sei | Voor zover ik weet |
Quanto falta? | Over hoelang/ Hoe ver nog? |
Quanto maior é o passo, maior é o tombo | Hoe hoger je springt hoe dieper je kunt vallen |
Quanto mais depressa mais devagar | Haastige spoed is zelden goed |
Quanto mais melhor | Hoe meer, hoe liever |
Quanto mais juras, mais mentiras | Hoe meer beloftes, hoe meer leugens |
Quanto mais se vive, mais se aprende | Hoe langer je leeft, hoe meer je leert |
Quanto mais te agachas, mais te põem o pé em cima | Hoe onderdaniger je bent, hoe meer misbruik er van je wordt gemaakt |
Quanto mais depressa possível | Zo spoedig mogelijk |
Quanto mede? | Hoe lang bent u, is hij? |
Quanto tempo | Hoe lang |
Quantos são hoje? | De hoeveelste is het vandaag? |
Quatro olhos vêem mais que dois | Vier ogen zien meer dan twee |
Que a mão direita não saiba da esmola que a esquerda deu | De rechterhand weet niet wat de linker doet |
Que bicho lhe mordeu | Wat is er met hem aan de hand?/ Wat heeft hij? |
Que coisa incrível! | Ongelooflijk! |
Que coisa mais ridícula! | Wat belachelijk |
Que coisa | Het is me wat |
Que data é hoje? | De hoeveelste is het vandaag? |
Que dia é hoje? | Wat is het vandaag? |
Que disparate | Wat een onzin |
Que é feito de | Wat is er geworden van |
Que horas são? | Hoe laat is het? |
Que lata! | Jij durft! |
Que lhes faça bom proveito à barriga e ao peito | Grappig rijmpje om tegen kinderen ‘smakelijk eten’ te zeggen |
Que lindo par de jarras! | Wat een komisch duo |
Que mais havia de ser? | Wat wil je nog meer?/ Anders nog iets? |
Que mal é que tem? | Dat kan toch geen kwaad? |
Que nem canja | Fluitje van een cent |
Que nem ginjas | Ja zeker |
Que disparate | Wat een onzin |
Que tal se… | Wat als… |
Quebra cabeças | Hoofdbrekens |
Quebrar as regras | De regels breken |
Quebrar o gelo | Het ijs breken |
Queda para | Een zwak voor |
Queima das fitas | Afsluiting van het academisch jaar (van studenten) |
Queimar o sangue | Zijn bloed kookt |
Queimar os últimos cartuchos | Zijn kruit verschieten |
Quem a raposa quer enganar, muito tem que madrugar | Wie de vos wil bedriegen moet vroeg opstaan |
Quem a si próprio elogia, não merece crédito | Wie met zichzelf te koop loopt, krijgt geen respect |
Quem acha, guarda | Het is voor de eerlijke vinder |
Quem ama a rosa, suporta os espinhos | Wie van de roos houdt, verdraagt de doornen |
Quem ama o feio, bonito lhe parece | Liefde maakt blind |
Quem anda à chuva molha-se | Als je onnodige risico’s neemt moet je ervoor boeten, bloeden |
Quem avisa, amigo é | Een gewaarschuwd mens telt voor twee |
Quem bem começa bem acaba | Een goed begin is het halve werk |
Quem bem nada, não se afoga | Wie goed kan zwemmen verdrinkt niet |
Quem boa cama faz nela se deita | Je bent verantwoordelijk voor je daden |
Quem brinca com fogo, queima-se | Wie met vuur speelt, brandt zich |
Quem cabritos não vende e cabras não tem, de algum lado lhe vem | Zegt men van iemand die onverklaarbaar plotseling veel geld te besteden heeft |
Quem caça acha | Wie zoekt zal vinden |
Quem cala consente | Wie zwijgt stemt toe |
Quem canta (seu mal(es) espanta | Als je zingt, vergeet je je verdriet |
Quem casa quer casa | Als je wilt trouwen moet je een huis hebben |
Quem castiga um, avisa cem | Een gewaarschuwd mens telt voor twee |
Quem colhe rosas deve suportar os espinhos | Geen rozen zonder doornen |
Quem come a correr, do estômago vem a sofrer Quem come ferro, com ferro será ferido | Niet teveel, te snel eten anders krijg je last van je maag Wie met pek omgaat wordt ermee besmet |
Quem conta com o ovo na galinha, morre de fome | Als je rekent op iets wat je niet hebt, krijg je vaak niets |
Quem corre por gosto não cansa | Eigen schuld, dikke bult |
Quem dá aos pobres, empresta a Deus | Wat je aan de armen geeft, leen je aan God |
Quem dá bom exemplo, dá bom conselho | Een goed voorbeeld doet goed volgen |
Quem dá e torna a tirar, ao inferno vai parar | Eens gegeven blijft gegeven |
Quem dá o pão, dá a educação | Wie voedt, voedt op |
Quem é amigo de todos não o é de ninguém | Hij is een allemansvriend |
Quem é do mar, não enjoa | Een zeeman wordt niet zeeziek |
Quem é que está a seguir? | Volgende patiënt |
Quem espera sempre alcança | Geduld is een schone zaak |
Quem espera, desespera | Je wordt wanhopig als je te lang moet wachten |
Quem está no convento é que sabe o que lhe vai dentro | Alleen jij weet wat er aan de hand is |
Quem fala a verdade, não merece castigo | Wie de waarheid vertelt, verdient geen straf |
Quem fala assim não é gago | Je kunt het mooi zeggen |
Quem fala o que quer, ouve o que não quer | Wie teveel praat, krijgt dit op zijn brood |
Quem faz o mal, espere outro tal | Wie kwaad doet, kwaad ontmoet |
Quem faz o que pode e dá o que tem, a mais não é obrigado | Wie doet wat hij kan en geeft wat hij heeft, hoeft niet meer te doen |
Quem faz um cesto faz um cento | Een gemaakt, honderd gemaakt |
Quem faz uma vez, faz duas, faz três | Wordt gezegd van iemand die vreemd gaat of niet eerlijk zaken doet |
Quem foi ao mar, perdeu o lugar | Opgestaan is plaats vergaan |
Quem gasta mais do que tem, a pedir vem | Wie alles opmaakt, raakt aan de bedelstaf |
Quem mais jura mais mente | Iemand die van alles belooft, is niet te vertrouwen |
Quem mais perto está do fogo, mais se aquece | Hoe dichter bij het vuur, hoe warmer je het hebt |
Quem mais sabe mais aprende | Hoe meer je weet, hoe minder je weet |
Quem mais tem mais quer | Hoe meer men heeft, hoe meer men wil |
Quem mal faz, por mal espere | Als je slechte dingen doet, zal het slecht met je aflopen |
Quem me avisa meu amigo é | Een gewaarschuwd mens telt voor twee |
Quem me dera | Kon ik maar/ Was het me maar vergund |
Quem muito abarca, pouco abraça | Wie veel wil, krijgt weinig |
Quem muito ama, muito sofre | Hoe meer je van iemand houdt, hoe meer je lijdt |
Quem muito bebe, tarde ou nunca paga o que deve | Wie veel drinkt betaalt zelden of nooit zijn schulden/ vertrouw nooit een dronkaard |
Quem muito corre, depressa cansa | Haastige spoed is zelden goed |
Quem muito dorme, pouco aprende | Als je teveel slaapt, leer je weinig |
Quem muito escolhe pouco acerta | Als je te kieskeurig bent, bereik je niet je doel of tref je niet de juiste persoon |
Quem muito espera desespera | Wie lang moet wachten wordt ongeduldig |
Quem muito fala pior ouve | Wie teveel praat luistert slecht |
Quem muito fala pouco acerta | Praatjes vullen geen gaatjes |
Quem muito promete, pouco cumpre | Wie veel belooft maakt weinig waar |
Quem muito quer, tudo perde | Wie teveel wil, verliest alles |
Quem não arrisca, não petisca | Wie niet waagt die niet wint |
Quem não conta, não erra | Waar gewerkt wordt worden fouten gemaakt |
Quem não é visto não é lembrado | Uit het oog, uit het hart |
Quem não entra na água, não se afoga | Als je geen risico’s neemt, bereik je niets |
Quem não gosta, não come | Je moet eten wat de pot schaft |
Quem não pede não ouve Deus | Wie niet waagt, die niet wint/ Vragen staat vrij |
Quem não sabe fazer, não sabe mandar | Wie iets niet kan maken kan ook geen uitleg, opdracht geven |
Quem não se aventurou, não perdeu nem ganhou | Wie niet waagt die niet wint |
Quem não tem cão caça com gato | Roeien met de riemen die je hebt |
Quem não semeia, não colhe | Wie niet zaait zal niet oogsten |
Quem não tem dinheiro não tem vícios | Geen geld, geen gebrek |
Quem não tem panos não arma tendas | Zonder doek kun je geen tent bouwen |
Quem não tem que fazer, faz colheres | Iemand die niets te doen heeft, verbeuzelt zijn tijd |
Quem tem unhas toca guitarra | Als je iets kunt, lukt het ook |
Quem não tem vergonha, todo o mundo seu | De brutalen hebben de halve wereld |
Quem não trabalha não come | Wie niet werkt, zal niet eten |
Quem não trabuca não manduca | Wie niet werkt, zal niet eten |
Quem nasceu para burro nunca chega a cavalo | Wie voor een dubbeltje geboren is wordt nooit een kwartje |
Quem o viu e quem o vê | Ik herkende je niet! |
Quem paga adiantado é mal servido | Je kunt beter niet vooruit betalen |
Quem paga é o Oliveiro | Ik moet betalen |
Quem parte velho paga novo | Wie iets kapot maakt moet betalen |
Quem passa o tempo a falar não terá tempo para pensar | Wie de hele tijd praat heeft geen tijd om na te denken |
Quem pergunta quer saber | Wie vraagt wil weten |
Quem planta colhe | Wie zaait zal oogsten |
Quem pode manda e quem não pode faz | Wie iets kan geeft orders wie het niet kan voert de orders uit |
Quem pouco sabe, pouco teme | Wat niet weet dat niet deert |
Quem primeiro vai à fonte, primeiro enche o cântaro | Wie het eerst komt, het eerst maalt |
Quem procura sempre acha, se não um prego, uma tacha | Zoekt en gij zult vinden |
Quem procura, sempre encontra | Zoekt en gij zult vinden |
Quem promete, deve | Belofte maakt schuld |
Quem queimou a língua nunca mais se esquece | Wie een keer zijn mond verbrandt zal voortaal eerst blazen |
Quem quer a bolota, trepa | Je moet er moeite voor doen |
Quem quer os fins, quer os meios | Het doel heiligt de middelen |
Quem quiser pescar, terá que se molhar | Dat is het risico van het vak |
Quem quiser um bom conselho, que consulte o travesseiro | Slaap er eens een nachtje over |
Quem ri por último, ri melhor | Wie het laatst lacht, lacht het best |
Quem sabe cria, quem não sabe copia | Wie het kan creëert iets, wie het niet kan kopieert |
Quem sabe e pode | Die het weten kan |
Quem sabe faz, quem não sabe ensina | Je hebt doeners en denkers |
Quem sabe sorrir, sabe viver | Met een glimlach krijg je veel gedaan |
Quem sabe, sabe! | Bewondering voor wat iemand weet |
Quem sabe, sabe, quem não sabe aprende | Wat je niet weet/kunt, kun je leren |
Quem se faz de cordeiro será comido pelo lobo | De sterken eten de zwakken op |
Quem se faz temer, não se faz amar | Wie zich gevreesd maakt, zal niet geliefd worden |
Quem semeia vento, colhe tempestade | Wie wind zaait zal storm oogsten |
Quem tarde vier, come do que trouxer | Wie te laat komt eet wat de pot schaft |
Quem te deu isso | Van wie heb je dat (gekregen)? |
Quem tem a informação, tem o poder na mão | Kennis is macht |
Quem tem amigos não morre na cadeia | Het is goed om vrienden te hebben |
Quem tem amores não dorme | Wie verliefd is komt slaap tekort |
Quem tem boca vai a Roma | Wie slim is komt er wel |
Quem tem cem filhos tem cadilhos | Kinderen zijn hinderen |
Quem tem cu tem medo | Iedereen kent angsten |
Quem tem dinheiro não lhe falta companheiro | Wie geld heeft vindt altijd een partner |
Quem tem fome, não olha ao que come | Honger maakt rauwe bonen zoet |
Quem tem fome, tudo come | Honger maakt rauwe bonen zoet |
Quem tem medo compra um cão | Wie bang is moet een hond kopen/ Je hoeft niet bang te zijn |
Quem tem pressa come cru | Voor koken moet je de tijd nemen |
Quem quer que seja, fosse | Wie dan ook |
Quem tem pressa, vai andando | Wie haast heeft gaat alvast |
Quem tem três e gasta quatro, depressa esvazia o saco | Men moet de tering naar de nering zetten |
Quem tem unhas (é que) toca guitarra | Als je ergens de capaciteiten voor hebt moet je het ook tot een goed einde brengen |
Quem toca o carrilhão não vai na procissão | Ieder zijn plek |
Quem trabalha no mar, avia-se em terra | Zijn zaken goed geregeld hebben |
Quem tudo quer, tudo perde | Als je alles hebt kun je veel verliezen |
Quem usa a cabeça não cansa os pés | Wie niet sterk is moet slim zijn |
Quem vai ao ar, perde o lugar | Opgestaan is plaats vergaan |
Quem vai ao mar avia-se em terra | Van tevoren zorgen dat je alles geregeld hebt, bijvoorbeeld boodschappen doen als je voorlopig geen winkel in de buurt hebt |
Quem vai ao vento, perde assento | Opgestaan is plaats vergaan |
Quem vê caras não vê corações | Je kunt niet op iemands uiterlijk afgaan |
Quem vier atrás que feche a porta | Neem de consequenties/ De laatste doet de deur dicht |
Quem vive em paz, dorme em descanso | Wie in vrede leeft, slaapt rustig |
Quem vive na taberna, morre no hospital | Wie leeft in de kroeg, sterft in het ziekenhuis |
Quer chova,quer neve, quem tem sede bebe | Drinken doe je in alle omstandigheden |
Quer queiras quer não | Of je wilt of niet |
Querer corda | Een gesprek willen (maar iemand negeert je) en |
Querer dizer e não lhe chegar a língua | Ergens niet op kunnen komen/ Op het puntje van zijn tong liggen |
Querer é poder | Waar een wil is, is een weg |
Querer sopas e descanso | Niet willen werken of zich inspannen voor de kost |
Queria um café | Een koffie graag |
Quero lá saber | Kan mij het schelen |
Radiante de orgulho | Zo trots als een pauw |
Ralham as comadres, descobrem-se as verdades | Kinderen en gekken zeggen de waarheid |
Rastejar diante de alguém | Voor iemand kruipen |
Rato de biblioteca | Boekenwurm |
Rebate na consciência | Gewetensonderzoek |
Rebentar a escala | Beter dan best bereiken/ De allerhoogste cijfers krijgen/ Door het plafond schieten, bijvoorbeeld kijkcijfers) |
Rebentar as águas | De vliezen breken |
Rebentar de febre | Hoge koorts krijgen |
Rebentar pelos costuras | Uit zijn voegen barsten |
Receber à semana | Per week betaald krijgen |
Receber de braços abertos | Met open armen ontvangen |
Rei morto rei posto | De koning is dood, leve de koning |
Relógio de repetição | Iemand die steeds dezelfde riedel afdraait/ Als een gebroken grammofoonplaat |
Remar contra a maré | Tegen de stroom oproeien |
Remédio santo | Een heilzaam geneesmiddel |
Resmas de dinheiro | Bakken geld |
Responder à letra | Adequaat antwoord geven |
Responder torto | Onbeschoft antwoord geven |
Resumindo e concluindo | Om een lang verhaal kort te maken |
Résvés Campo de Ourique | Past precies |
Reunir de toque | Optrommelen |
Revogar em dúvida | In twijfel trekken |
Rezar-lhe o padre nosso | Een preek geven/ Waarschuwen/ Tot de orde roepen |
Rico avarento não tem amigo nem parente | Een gierige rijkaard is alleen |
Rir(-se) de | Lachen om |
Rir a bandeiras despregadas | Zich slap lachen/ Goedlachs/ Veel lachen |
Rir à custa de | Iemand uitlachen |
Rir amarelo | Lachen als een boer die kiespijn heeft |
Rir às gargalhadas | Luidkeels lachen |
Rir para dentro | Een binnenpretje hebben/ In zijn vuistje lachen |
Riscar do mapa | Van de kaart vegen |
Ri-se o roto do esfarrapado e o sujo do mal lavado | Men lacht elkaar uit/ De een is geen steek beter dan de andere |
Roer na consciência | Gewetenswroeging/ Een knagend geweten |
Roer na pele | Aan den lijve ondervinden |
Roma e Pavia não se fizeram num dia | Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd |
Romance de cordel | Een stuiverroman |
Romper caminho | De weg openen |
Romper com alguém | Breken met iemand |
Romper em lágrimas | In tranen uitbarsten |
Roupa suja lava-se em casa | Men moet de vuile was niet buiten hangen |
Rua! | Weg!/ Eruit! |
Rumo de vida | Levenspad/ Levensweg/ Koers |
Saber a boca a ferro-velho | Een vieze smaak in de mond hebben (na dronkenschap) |
Saber a boca a papéis de música | Een vieze smaak in de mond hebben (na dronkenschap) |
Saber a pouco | Naar meer smaken |
Saber as linhas com que se cose | Zijn leven naar eigen richtlijnen inrichten |
Saber de cor | Van buiten kennen |
Saber levar a água ao seu moinho | In goede banen leiden/ Naar zijn hand zetten |
Saber lidar com | Kunnen omgaan met |
Saber na ponta da língua | Paraat hebben |
Saber o que a casa gasta | Zijn pappenheimers kennen |
Saber o terreno que pisa | Op de hoogte zijn van wat voorvalt |
Saber onde está o gato | Bedrog of fout doorhebben |
Saber os cantos à casa | Goed de weg weten/ Alle hoeken en gaten kennen |
Sacudir a água do capote | Zijn naam zuiveren |
Sacudir as moscas | Een tikje geven |
Sai à mãe | Dat heeft hij van zijn moeder |
Sair aos seus | Lijken in gedrag op je familie |
Sair a perder | Bakzeil halen/ Het onderspit delven |
Sair bem | Goed aflopen |
Sair caro | Veel kosten/ Duur uitvallen |
Sair com o rabo entre as pernas | Met de staart tussen de benen weglopen/ Afdruipen |
Sair com os pés para a frente | Met de voeten naar voren het huis uitgedragen worden/ Horizontaal het huis verlaten |
Sair da casca | Uit zijn schulp kruipen |
Sair da linha | Afwijken/ Van het rechte pad afdwalen |
Sair de uma situação sem um arranhão | Ergens zonder kleerscheuren vanaf komen |
Sair do armário | Uit de kast komen |
Sair do buraco | Het huis uit gaan |
Sair em frente | Verder gaan |
Sair fora de si | Uit zijn vel springen |
Sair ileso de uma situação | Ergens zonder kleerscheuren vanaf komen |
Sair mal | Slecht aflopen |
Sair-se da casca | Capaciteiten (positief en negatief) zichtbaar maken/ Uit zijn schulp kruipen |
Salgado como uma pilha | Erg zout |
Saltar ao eixo | Haasje over springen |
Saltar de um assunto para outro | Van de hak op de tak springen |
Salvar a pele | Zijn huid redden |
Salva-se quem puder | Maak dat je wegkomt/ Wegwezen (bij gevaar) |
Salvo seja | God beware |
Sangue-frio | Koelbloedig |
Santinho de pau carunchoso | Heilig boontje |
São coisas sem importância | Het zijn dingen die er niet toe doen |
São como um pero | Zo gezond als een vis |
São e salvo | Gezond en wel |
São muitos os… | Er zijn veel… |
São os olhos do dono que engordam o porco | Het oog van de meester maakt het paard vet |
Sardinha de S.João, pinga no pão | Rond S.João zijn de sardientjes het lekkerst |
Sarilho de saias | Een vrouwengeschil |
Se a esmola é grande o santo desconfia | Als men teveel geeft heeft men waarschijnlijk iets op zijn geweten |
Se bebes de mais, tropeças e cais | Als je teveel drinkt weet je niet meer wat je doet |
Se calhar | Misschien |
Sê lento na promessa e rápido no desempenho | Beloof niet te snel, maar los een belofte snel in |
Se muito come o tolo, mais tolo é quem lho dá | Als je iemand die teveel eet te veel voedsel geeft, ben je nog dommer bezig dan de eter zelf |
Se não arrancas a silveira, sofre a viedeira | Als je de braamstruiken niet weghaalt, kan de druivenstok niet groeien |
Se não é boi é vaca | Het is het een of het ander |
Se não fazes o que queres, ao menos, faz o que puderes | Als je niet doet wat je wilt, doe dan in elk geval wat je kunt |
Se não gostas, pões na beirinha do prato | Wat je niet lust, moet je laten liggen |
Se não gostou, coma menos | Is het niet bevallen, niet doen dan (heeft ook met eten te maken) |
Se não tens o que gostas, gosta do que tens | Als je niet hebt waar je van houdt, houd dan van wat je hebt |
Se o moço soubesse, e o velho pudesse, nada haveria que não se fizesse | Als de jongeren zouden weten en de ouderen kunnen, zou alles in orde zijn |
Se queres bom conselho, pede-o ao homem velho | Ouderen bezitten wijsheid |
Se queres manter limpa a tua rua, varre diante da tua casa | Verbeter de wereld, begin bij jezelf |
Se queres o menino correcto, vigia-o de perto | Wil je dat je kind een goed persoon wordt, houd het in de gaten, begeleid het |
Se queres paz, evita a guerra | Als je vrede wilt, voer dan geen oorlog |
Se queres ser um bom juiz, ouve o que cada um diz | Een goede rechter luistert naar ieders verhaal |
Se um diz mata, o outro diz esfola | De een is geen haar beter dan de andere |
Se vê burra de saias vai logo atrás | Hij is een vrouwengek |
Segredo de abelha | Strikt geheim |
Segredo muito encoberto, é sempre descoberto | Hoe geheim ook, elk geheim lekt uit |
Segundo me consta | Bij mijn weten |
Segundo se diz | Naar men zegt |
Seguro morreu de velho | Voor de zekerheid |
Sei lá | Weet ik veel/ Dat weet ik niet |
Seja como for | Hoe dan ook/ Wat dan ook |
Sem abrigo | Dakloos (dakloze) |
Sem atar nem desatar | Geen steek verder komen |
Sem cerimónia | Zonder plichtplegingen |
Sem conta, peso e medida | Zoals het uitkomt |
Sem dar cavaco | Niets terugzeggen/ Stiekem weggaan |
Sem dinheiro, nada feito | Zonder geld bereik je niets |
Sem dizer água vai | Zonder waarschuwing vooraf |
Sem eira nem beira | Kip noch kraai |
Sem mais nem menos | Zonder meer/ Zomaar |
Sem mais tardar | Meteen/ Ogenblikkelijk |
(Um) sem número | Ontelbare |
Sem olhar a quem | Zonder rekening te houden met |
Sem pés nem cabeça | Kop noch staart |
Sem ponta por onde se lhe pegue | Niks aan/ Oninteressant |
Sem problemas de maior | Zonder slag of stoot |
Sem querer | Per ongeluk |
Sem recurso | Onherroepelijk |
Sem se partirem ovos não se fazem omeletas | Zonder eieren te breken maak je geen omelet |
Sem sequer | Niettemin |
Sem ter noção de | Zonder ergernis |
Sem termos | Zonder einde |
Sem tirar nem pôr | Precies zo/ Niet meer en niet minder/ Letterlijk |
Semeia e cria, terás alegria | Zaait en gij zult oogsten |
Semeia e cria, viverás com alegria | Zaait en gij zult oogsten |
Sem-par | Enig in zijn soort |
Sempre a aviar | Zonder ophouden |
Sempre às ordens | Altijd tot uw dienst |
Senhor do seu nariz | Koppig, eigenwijs iemand/ Met zichzelf ingenomen/ Het met zichzelf getroffen hebben |
Sentir(-se) nas nuvens | In de wolken zijn |
Sentir na pele | Aan den lijve ondervinden |
Sentir um nó na garganta | Een brok in de keel hebben |
Separar o trigo do joio | Het kaf van het koren scheiden |
Ser a cara chapada | Sprekend op iemand lijken |
Ser cabeça dura | Koppig zijn |
Ser capaz de tudo | Tot alles in staat zijn |
Ser como cão e gato | Als kat en hond zijn |
Ser como peixe fora de água | Niet op zijn plaats zijn, voelen |
Ser da sua laia | Gelijk zijn |
Ser de carregar pela boca | Niets voorstellen/ Niets van waar zijn |
Ser de olhão | Scherpzinnig zijn/ Snedig zijn |
Ser do contra | In de contramine zijn |
Ser do domínio público | Algemeen bekend zijn |
Ser dono do seu nariz | Zijn neus in de lucht steken/ Arrogant zijn/ Een hoge borst opzetten |
Ser fora do normal | Buitengewoon zijn |
Ser para | Dienen voor |
Ser pau para toda a obra | Een manusje van alles zijn |
Ser pau para toda a colher | Een manusje van alles zijn |
Ser pena | Jammer zijn |
Ser por | Ergens vóór zijn |
Ser, estar posto na prateleira | Afgedankt zijn, worden |
Ser posto a um canto | Aan de kant gezet, geschoven |
Ser tempo de | Tijd worden dat |
Ser terra-a-terra | Open, direct zijn |
Ser um (grande) ponto | Vrolijk zijn/ Geestig zijn |
Ser um aborto | Een misbaksel zijn |
Ser um achado | Een lotje uit de loterij zijn |
Ser um alho | Een slimmerik zijn/ Een uitblinker zijn |
Ser um ás | Een slimmerik zijn/ Een uitblinker zijn |
Ser um chato de galocha | Een vervelende klier zijn |
Ser um fala-barato | Een kletsmajoor zijn |
Ser um mãos rotas | Een gat in zijn hand hebben |
Ser um nabo | Onbekwaam zijn/ Ongeschikt zijn |
Ser um número | Een joviaal iemand zijn/ Een nummer zijn |
Ser um palito | Mager als een lat zijn |
Ser um pau mandado | Iemand die alles doet op commando |
Ser um prato | Grappig, komisch zijn |
Ser um sapateiro | Incompetent zijn/ Slecht werk leveren |
Ser um topa-a-tudo | Al te goed is buurmans gek |
Ser um troca-tintas | Een draaikont zijn/ Geen eigen mening hebben |
Ser um velho do restelo | Zwaar op de hand zijn |
Ser um ver se te avias | Vluchtig iets |
Ser um zero à esquerda | Niks waard zijn/ Niks kunnen/ Een nietsnut zijn |
Ser uma estampa | Een plaatje zijn |
Ser uma pintura | Een plaatje zijn/ Beeldschoon zijn |
Será que… | Zal (hij/het/zij) |
Serrar as pernas à própria cadeira | Zijn eigen glazen ingooien |
Servir a carapuça | Wie de schoen past, trekke hem aan |
Servir de | Dienst doen als |
Servir de capacho | Te onderdanig zijn |
Servir de pau de cabeleira | Chaperone zijn |
Sete cães a um osso | Veel gegadigden |
Sete ofícios, catorze desgraças | 12 ambachten, 13 ongelukken |
Sim com todas as letras | Een volmondig ja |
Sim ou sopas | Ja of nee |
Sinto muito | Het spijt me zeer/ Gecondoleerd |
Só nos lembramos de Santa Bárbara quando troveja | Men denkt er pas aan te bidden als te laat is |
Só perde quem tem | Als je niks hebt kun je ook niks verliezen |
Só visto | Eerst zien, dan geloven |
Soa bem! | Dat klinkt goed! |
Sob pena de | Op straffe van |
Sob todos os pontos de vista | In alle opzichten |
Sofrer de pancada | Niet goed bij zijn hoofd zijn |
Sol de pouca dura | Van voorbijgaande aard |
Sopa de pedras | Grappig verhaal over ‘gebakken lucht’ en maaltijdsoep, getrokken uit een steen/ Oplichterij |
Sopas de cavalo cansado | Brood met wijn en suiker |
Sopas e descanso | Eten en slapen |
Sou assinante | Ik heb een abonnement |
Sou todo ouvidos | Ik ben een en al oor |
Soube bem? | Was het lekker? |
Subir a mostarda ao nariz | Geïrriteerd raken |
Subir ao trono | De troon bestijgen |
Subir pelas paredes | Tegen de muren oplopen |
Sujeito a disponibilidade | Zolang de voorraad strekt |
Surdo que nem uma porta | Zo doof als een kwartel |
Surdo-mudo | Doofstom |
Surgir de nada | Uit het niets opduiken |
Taco de pia | Klein opdondertje |
Tal (a) mãe, tal (a) filha | De appel valt niet ver van de boom/ Zo moeder, zo dochter |
Tal e qual | Precies zo |
Tal (o) pai, tal (o) filho | De appel valt niet ver van de boom/ Zo vader zo zoon |
Tantas vezes | Zo vaak |
Tantas vezes vai o cântaro ao poço, que lá fica o pescoço | De kruik gaat net zo lang te water tot hij barst |
Tanto faz | Het maakt niet uit |
Tanto melhor | Zoveel te beter/ Des te beter |
Tanto quanto | Evenveel als |
Tanto se me dá como se me deu | Het maakt me niets uit/ Het is lood om oud ijzer |
Tão balalão cabeça de cão orelhas de gato não tem coração | Hop hop paardje… |
Tão certo como dois e dois serem quatro | Zo zeker als 1 en 1 is 2 |
Tão ladrão é o que vai à horta como o que fica à porta | Een dief is niet alleen degene die iets steelt maar ook de andere die meeloopt (op de uitkijk blijft) |
Tão ligeiro como o vento | Als een wervelwind |
Tapado como uma porta | Een stomkop |
Tapar a boca | Iemand de mond snoeren |
Tapar os ouvidos | Niet luisteren |
Tarefa que agrada bem depressa é acabada | Als je een klus leuk vindt, is hij zo geklaard |
Tau-tau | Kindertaal voor slaan, klappen |
Taxa arreganhada | Lachebek/ Iemand die lacht van oor tot oor |
Tecer um laço a alguém | In de val lokken/ Een hinderlaag leggen |
Teimoso que nem um burro | Zo koppig als een ezel |
Tem mais medo que vergonha | Zegt men over iemand die blijft ontkennen dat hij iets verkeerd heeft gedaan |
Tem medo que se pela | Hij doet het in zijn broek van angst |
Tem os dias contados | Zijn dagen zijn geteld |
Tem pilhas de sal | Het eten is veel te zout |
Tem tudo a ver | Het (dat) heeft er alles mee te maken |
Tem, tens horas? | Weet u, je hoe laat het is? |
Tempestade em copo de água | Een storm in een glas water |
Tempo das vacas gordas | (De zeven) vette jaren |
Tempo das vacas magras | (De zeven) magere jaren |
Tenha cuidado com o que diz | Pas op je woorden |
Tenha o nome que tiver | Hoe hij/het ook moge heten/ Als het beestje maar een naam heeft |
Tenho andado muito cansado | Ik ben de laatste tijd heel moe |
Tenho saudades tuas | Ik mis je |
Tenho trinta anos | Ik ben 30 jaar |
Tens (um) bom aspecto! | Je ziet er goed uit! |
Tens um parafuso a menos? | Ben je niet goed wijs?/ Ben je nou helemaal! |
Tentar a paciência | Het geduld op de proef stellen |
Tentar fortuna | Zijn geluk beproeven |
Tentar a sorte | Zijn kans wagen |
Ter a barriga a dar horas | Honger hebben |
Ter a cabeça arrumada | Alles op een rijtje hebben |
Ter a cabeça em água | Zijn hoofd is leeg (van vermoeidheid) |
Ter a cabeça em (no) lugar | Er goed over nadenken |
Ter a certeza | Zeker weten |
Ter a escola toda | Veel levenservaring hebben/ Alles weten |
Ter a escrituração em dia | De boekhouding op orde hebben, bijhouden |
Ter a faca e o queijo na mão (e cortar por onde quer) | De situatie onder controle hebben |
Ter a fazer | Iets te doen hebben |
Ter a lata | Het lef hebben om |
Ter à mão | Bij de hand hebben |
Ter a mão pesada | Bruut zijn/ Alles met teveel kracht doen |
Ter a patinha feita | Van andermans werk profiteren /Met andermans veren pronken |
Ter a ver com | Te maken hebben met |
Ter aceitação | In de smaak vallen |
Ter alguém por | Iemand houden voor |
Ter alma de poeta | Een dromer zijn |
Ter as cartas na mão | Alle kaarten in handen hebben |
Ter as costas largas | Een brede rug hebben |
Ter as costas quentes | Er warmpjes bij zitten |
Ter as horas, os dias contados | Zijn dagen zijn geteld |
Ter as mãos rotas | Een gat in de hand hebben/ Vrijgevig, gul zijn |
Ter as orelhas a escaldar | Voelen dat over je gepraat wordt |
Ter autoridade sobre | Invloed hebben op |
Ter barbas | Een baard hebben/ Ouwe koek zijn/ Dat zijn oude verhalen |
Ter bicho carpinteiro | Geen moment stil kunnen zitten/ De kriebel in zijn benen hebben |
Ter boa cara | Er gezond, goed uitzien |
Ter boa embocadura | Teveel drinken |
Ter boa mesa | Goed te eten hebben |
Ter boa (má) boca | Alles (niets) lusten |
Ter boas mãos | Handig zijn |
Ter bom corpo | Sterk zijn |
Ter bom estômago | Veel kunnen incasseren |
Ter bom génio | Een goed karakter hebben |
Ter bom parecer | Er goed uitzien |
Ter bons dentes | Alles (op)eten |
Ter cabeça | Wijs, intelligent zijn/ Koppie koppie |
Ter caco | Wijs, intelligent zijn |
Ter cabidela | Goed uitkomen |
Ter calo | Ervaren zijn |
Ter cara para isso | Stoutmoedig zijn/ Durven |
Ter carradas de razão | Alle gelijk van de wereld hebben |
Ter categoria | Klasse hebben |
Ter coragem | Durven/ De moed hebben |
Ter costela de | Van hetzelfde ras |
Ter culpas no cartório | Schuldig zijn/ Ergens in verwikkeld zijn |
Ter de seu | Geld hebben/ Gefortuneerd zijn |
Ter debaixo de mão | Bij de hand hebben |
Ter dias | Zo zijn dagen hebben |
Ter dois palmos de testa | Iemand met weinig intelligentie/ Het verstand van een garnaal hebben |
Ter dois pesos e duas medidas | Met twee maten meten |
Ter duas caras (como o feijão frade) | Een draaikont zijn/ Onbetrouwbaar zijn/ Twee gezichten hebben |
Ter em conta | In acht nemen |
Ter em mãos | Onder handen hebben |
Ter em mira | Aspireren/ Het oog hebben laten vallen op |
Ter em olho | Aspireren/ Het oog hebben laten vallen op |
Ter em vista | In gedachten hebben/ In aanmerking nemen/ Voor ogen hebben |
Ter boa embocadura | Veel drinken |
Ter entre mãos | Onder handen hebben |
Ter espirito santo de orelha | Voorkennis hebben/ Geheime info hebben |
Ter expediente | Voortvarend zijn/ Assertief zijn |
Ter falta de | Hard nodig hebben/ Gebrek hebben aan |
Ter falta de caco | Geen greintje gezond verstand hebben |
Ter faro (de cão) | Bovennatuurlijke gaven bezitten |
Ter fraca figura | Een onopvallende figuur zijn |
Ter galo | Pech hebben |
Ter jeito para | In de vingers hebben |
Ter lume no olho | Scherpzinnig zijn/ Bij de pinken zijn/ Van wanten weten |
Ter lata | Het lef hebben/ Schaamteloos zijn |
Ter má boca | Niets lusten |
Ter macacos (ou macaquinhos) no sótão | Rare ideeën hebben |
Ter mais buracos que um crivo | Zo lek als een mandje |
Ter mais olhos que barriga | Zijn ogen zijn groter dan zijn maag |
Ter mão leve | Losse handjes hebben |
Ter mau parecer | Er slecht uitzien |
Ter maus figados | Slechte impulsen hebben/ Slecht zijn |
Ter medo que se pela | Zo bang zijn als een wezel |
Ter minhocas na cabeça | Muizenissen in zijn hoofd hebben |
Ter miolo | Verstandig zijn |
Ter miolos de galinha | Niet erg slim zijn |
Ter muita saída | Goed verkocht worden |
Ter o dom da palavra | Een begenadigd spreker zijn/ De gave van het woord hebben |
Ter o nariz empinado | Met zijn neus in de lucht lopen/ Zijn neus ophalen voor/ Snon zijn |
Ter o pavio curto | Een kort lontje hebben |
Ter o rei na barriga | Zich een hele piet voelen/ Arrogant zijn |
Ter o sono pesado | Vast slapen |
Ter os dias contados | Zijn dagen zijn geteld |
Ter os pés assentes no chão | Goed zijn voorgelicht, voorbereid/ Behoedzaam zijn |
Ter palpite | Een voorgevoel hebben |
Ter pancada | Niet goed bij zijn hoofd zijn |
Ter pano para mangas | Een slepende zaak of verhaal zijn |
Ter para dar e vender | Steenrijk zijn |
Ter para os seus alfinetes | Genoeg geld hebben om van te leven/ Zijn schaapjes op het droge hebben |
Ter para si | Genoeg hebben om van te leven/ Zijn schaapjes op het droge hebben |
Ter pé | Vaste grond onder de voeten hebben |
Ter pêlo na venta | Stuurs zijn/ Een slecht karakter hebben |
Ter pena | Iets jammer vinden |
Ter peneiras | Kapsones hebben |
Ter que chegue | Genoeg hebben |
Ter raiva de alguém | Iemand een kwaad hart toedragen |
Ter teias de aranha na cabeça | Spinsels hebben |
Ter treta | Veel praten/ Bla bla |
Ter um bom petisco | Ergens een flinke kluif aan hebben |
Ter um bom tacho | Een goede baan hebben/ Een goede boterham verdienen |
Ter um filho | Een kind krijgen |
Ter um grande patriotismo | Een grote boezem hebben |
Ter um palminho de cara | Een knap gezicht hebben |
Ter um parafuso frouxo | Niet goed wijs zijn/ Niet goed snik zijn |
Ter um pó | Haten/ Verfoeien/ Een hekel hebben aan/ De pest hebben aan/ Het land hebben aan/ Niet kunnen uitstaan |
Ter uma (grande) escola | Veel weten/ Veel kunnen |
Ter uma zanga com | Ruzie hebben met/ Heel boos zijn op |
Ter vergonha na cara | Het schaamrood op de kaken hebben/ Zich dood schamen |
Ter vontade de | Zin hebben om |
Ter voto na matéria | Verstand hebben van |
Ter voz activa | Een belangrijke stem hebben |
Teres e haveres | Bezittingen |
Teso como um carapau | Platzak/ Geen stuiver op zak hebben |
Timtim por timtim | Stukje bij beetje |
Tintim por tintim | Haarfijn/ Tot in de kleinste bijzonderheden |
Tira daí as manápulas | Blijf met je poten van me af |
Tira o cavalinho da chuva | Maak je geen illusies |
Tirar a barriga de misérias | Zich vol vreten/ Zijn buikje vol vreten |
Tirar a camisa a alguém | Iemand in zijn hemd zetten |
Tirar a limpo | De waarheid boven tafel (water) krijgen |
Tirar a(s) palavra(s) da boca | Iemand de woorden uit de mond halen |
Tirar a pele | Iemand het vel over de oren halen |
Tirar a prova dos nove | Het zekere voor het onzekere nemen |
Tirar a saca-rolhas | Iemand de woorden uit de mond (moeten) trekken |
Tirar a vez | Voor zijn beurt gaan/ Voorkruipen |
Tirar água do joelho | Plassen |
Tirar nabos da púcara | Omzichtig ergens achter zien te komen |
Tirar o cavalo da chuva | Niet meer zoveel illusies hebben |
Tirar o pêlo a alguém | Iemand het hemd van het lijf vragen |
Tirar o ventre de misérias | Zich vol vreten/ Zijn buikje vol vreten |
Tirar partido de | Profiteren van |
Tirar proveito | Profiteren |
Tirar um peso (de cima) | Een last van zich afwerpen/ Een pak van zijn hart |
Tirar uma fotografia | Een foto nemen |
Tocar a rebate | Alarm slaan |
Tocar castanholas | Het heel erg koud hebben/ Klappertanden |
Tocar na corda sensível | De tere snaar treffen |
Toda a moeda tem duas faces | Elke medaille heeft zijn keerzijde |
Toda a brincadeira tem sempre um pouco de verdade | In elke grap zit een kern van waarheid |
Todas as flores do futuro estão nas sementes de hoje | Wie heden zaait, zal morgen oogsten/ Wat je zaait, zul je oogsten |
Todo o homem tem o seu preço | Iedereen heeft zijn prijs |
Todo o santo dia | De godganse dag |
Todos eles | Zij allemaal |
Todos nós | Wij allemaal |
Todos os caminhos vão a Roma | Alle wegen leiden naar Rome |
Todos os diabos têm sorte | De brutalen hebben de halve wereld |
Todos têm a sua cruz | Elk huisje heeft zijn kruisje |
Toma e embrulha | Dit kun je in je zak steken |
Tomar a liberdade de | Zo vrij zijn te |
Tomar a peito | Ter harte nemen |
Tomar em consideração | In overweging nemen |
Tomar em conta | In overweging nemen |
Tomar embocadura | Initiatief nemen/ Ergens voor gaan |
Tomar gosto | Enthousiasmeren |
Tomar gosto a | Behagen scheppen in |
Tomar partido | Partij kiezen voor |
Tomar por | Aanzien voor/ Verwarren met |
Tomar outro rumo | Veranderen van koers |
Torcer o nariz | Zijn neus ophalen |
Torcer-se com dores | Kronkelen van de pijn |
Tornar a coisa mais negra | Het erger maken dan het is |
Tornar-se mais difícil | Moeilijker worden |
Torvar-se com | Zich ergeren aan (over) |
Trabalhar no duro | Keihard werken |
Trabalhar para aquecer | Werken voor noppes |
Trabalhar para esquecer | Werken om te vergeten |
Trabalhar para o boneco | Werken om te vergeten |
Trabalho de casa | Huiswerk |
Trabalhos de casa | Huiswerk |
Traduzir à letra | Letterlijk vertalen |
Trás trás | Boem boem (iets valt) |
Tratar por tu | Met jij aanspreken/ Tutoyeren |
Travar conhecimento | Kennis maken met elkaar |
Trazer consigo | Bij zich hebben/ Op zak hebben |
Trazer o coração aos pulos | Ergens mee zitten/ Het hart in zijn keel voelen kloppen |
Trazer pelo beiço | Inpalmen (op gebied van liefde) |
Trazer, levar água no bico | Verborgen intenties hebben/ Een verborgen agenda hebben |
Três por semana | Drie per week |
Trinca-espinhas | Magere lat |
Trinta cães e um osso | Veel gegadigden |
(Um) trinta e um | Een lastig probleem |
Trinta por uma linha | Veel dingen op een hoop/ Dwaasheden/ Onrustig zijn |
Tripeiro | Iemand uit Porto |
Triste como um cipreste | Diep bedroefd |
Tristezas não pagam dívidas | Voor verdriet koop je niets/ Kop op |
Trocar as voltas | Bedriegen/ Een blokje om gaan om iemand niet te hoeven tegenkomen |
Trocar ideias | Van gedachten wisselen |
Trocar os pés pelas mãos | Alles door elkaar halen (in een verhaal) |
Trocar, misturar alhos com bugalhos | Het niet zo nauw nemen met de waarheid |
Trocas e baldrocas | Fraude, trucs en bedrog |
Tu cá tu lá | Het is jij en jou wat de klok slaat/ Amicaal met elkaar omgaan |
Tu és que sabes | Jij mag het weten/ Zeg jij het maar |
Tudo está bem quando acaba em bem | Eind goed, al goed |
Tudo falta a quem tudo quer | Wie alles wil, komt altijd tekort |
Tudo o que é bom, dura pouco | Als iets fijn is, vliegt het voorbij |
Tudo o que é pequeno tem graça | Alles wat klein is, is leuk, grappig, schattig |
Tudo o que é violento não dura muito tempo | Geweld duurt niet lang |
Tudo o que entra sai | Alles wat binnenkomt, gaat er ook weer uit |
Tudo o que está à mão | Alles wat bij de hand is |
Tudo o que vier é ganho | Alles is meegenomen |
Tudo que não mata engorda | Als je er niet ziek van wordt, kun je het eten |
Tudo se lava, menos a má-língua | Alles is te wassen behalve roddels |
Tudo tem explicação | Voor alles bestaat een verklaring |
Tudo tem o seu preço | Alles heeft zijn prijs |
Tuta e meia | Van weinig waarde/ Een prul |
Última palavra | Het laatste woord |
Um abismo chama outro | De ene pech roept de andere op/ Een ongeluk komt zelden alleen |
Um amigo fiel é o melhor remédio que se encontra na vida | Een trouwe vriend is het beste wat je kan overkomen |
Um bom livro é o melhor dos amigos | Een goed boek is je beste vriend |
Um burro carregado de livros não é um doutor | Een ezel vol boeken is nog geen geleerde |
Um burro com fome até cardos come | Honger maakt rauwe bonen zoet |
Um coca-bichinhos | Een pietje precies |
Um com o outro | Met elkaar |
Um dente de alho | Een teentje knoflook |
Um dia do sábio vale mais que a vida do ignorante | Een dag van wijsheid is meer waard dan een heel leven van onwetendheid |
Um dia em cheio | Een goede dag |
Um dia não são dias | Voor deze ene keer |
Um em cada sete mil | Een op de 7000 |
Um gesto diz mais que muitas palavras | Een gebaar zegt meer dan duizend woorden |
Um grama de exemplos vale mais que uma tonelada de conselhos | Een gram voorbeelden is meer waard dan een ton adviezen |
Um homem não está onde mora, mas onde ama | Een mens is niet waar hij woont maar waar hij liefheeft |
Um mal nunca anda só | Een ongeluk komt nooit (of zelden) alleen |
Um mãos-rotas | Een verkwistend iemand/ Iemand met een gat in de hand/ Een vrijgevig iemand |
Um para cinco | Een op de vijf |
Um passo em falso | Een misstap |
Um sancho pança | Een flierefluiter |
Um segredo é pouco para um, suficiente para dois e de mais para três | Een geheim betekent weinig voor een, is genoeg voor twee en teveel voor drie |
Um sem número | Een oneindig aantal |
Um vaso cheio de veneno | Een kreng/ Een vat vol venijn |
Uma agulha em palheiro | Een naald in een hooiberg |
Uma andorinha não faz a Primavera | Eén zwaluw maakt nog geen lente, zomer |
Uma data de tempo | Heel veel tijd |
Uma desgraça nunca vem só | Een ongeluk komt nooit alleen |
Uma gota de água no oceano | Een druppel op een gloeiende plaat |
Uma imagem vale por mil palavras | Een beeld zegt meer dan duizend woorden |
Uma imperial | Getapt biertje/ Een pilsje |
Uma Madalena arrependida | Een vrouw met spijt |
Uma mão atrás, outra à frente | Zegt men van iemand die niets heeft |
Uma mão lava a outra (e juntas lavam a cara) | Zij werken samen/ Zij zijn twee handen op een buik |
Uma mulher de armas | Een kei van een vrouw |
Uma nóticia daquelas | Een dergelijk nieuwtje |
Uma ova! | Niets ervan!/ Daar komt niets van in! |
Uma pouca vergonha | Een onbeschaamde actie |
Uma tempestade num copo de água | Een storm in een glas water |
Uma única árvore não faz uma floresta | Eén boom is nog geen bos |
Uma vez sem exemplo | Exceptioneel/ Ongeëvenaard |
Uma vista de olhos | Een snelle blik |
Unha com carne | Twee handen op een buik |
Unhas de fome | Gierig/Op zijn centen zitten |
Uns cem euros | Ongeveer honderd euro |
Upa | Hop |
Usa e serás mestre | Oefening baart kunst |
Vá | Toe maar/ Ga maar |
Vaí à fava | Loop heen/ Ga weg |
Vai chamar pai a outro! | Ga maar naar iemand anders! |
Vai dar banho aos cães | Doe niet zo vervelend/Ga toch heen |
Vai falar com o Camões | Ga toch fietsen |
Vai falar com o D. Pedro | Ga toch fietsen |
Vai haver fita | Daar komt ruzie van |
Vai meter-lhe logo no rabo | Die hangt het meteen aan de grote klok |
Met tegenzin iets doen | |
Vai num pé e volta no outro | Hij gaat snel heen en weer |
Vai para aquele lado? | Gaat u die kant op? |
Vai para o raio que te parta! | Loop naar de duivel!/ De duivel hale hem! |
Vai passar-se dos carretos | Hij zal erg boos, geïrriteerd worden |
Vai passear | Hoepel op/ Loop naar de pomp, maan |
Vai pastar caracóis | Loop naar de duivel |
Vai pentear macacos | Doe niet zo vervelend |
Vai-te lixar | Loop naar de maan |
Valer a alguém | Iemand te hulp komen |
Valer a pena | De moeite waard zijn |
Valer de muito | Veel waard zijn |
Valer de pouco | De moeite niet waard zijn |
Valer ouro | Goud waard zijn |
Valer por dez | Voor tien gelden |
Valer tudo (menos tirar olhos) | Alles is toegestaan om je te verdedigen |
Valhe-me deus | Zo waarlijk helpe mij god |
Vamos então? | Gaan we dan?/ Zullen we gaan? |
Vamos lá ver! | We zullen zien |
Vaso ruim não quebra | Onkruid vergaat niet |
Vassoura nova é que varre bem | Nieuwe bezems vegen schoon |
Vê lá | Zie maar |
Velhos são os trapos | Men is nooit te … |
Vem mesmo a calhar | Komt op het juiste moment |
Vender a sua honra | Zijn eer te grabbel gooien |
Vender banha da cobra | Met misleidende praat iets verkopen |
Vender caro a vida | Zijn huid duur verkopen |
Vender o seu peixe | Zijn zaak aanprijzen |
Vender-se como pão quente | Als warme broodjes over de toonbank gaan |
Ver(-se) a braços com | Zich belast weten, zien met |
Ver(-se) livre de | Zich bevrijden van |
Ver a luz ao fundo do túnel | Licht zien aan het eind van de tunnel |
Ver a vida a andar para trás | Het wordt er niet beter op/ Het gaat bergaf/ Alles zit tegen |
Ver com olhos de ver | Goed bekijken en nog eens kijken |
Ver e crer como S.Tomé | Een ongelovige Thomas zijn |
Ver em que param as modas | De dingen aanzien/ Behoedzaam zijn |
Ver o caso mal parado | Iets gaat niet goed/ Iets zien vastlopen |
Ver para crer | Eerst zien dan geloven |
Ver passar os comboios | Zijn tijd verbeuzelen |
Ver por alto | Oppervlakkig bekijken |
Verbo de encher | Stopwoord/ Stoplap/ Nutteloos woord of persoon |
Verdade nua e crua | De naakte waarheid |
Vermelho que nem um tomate | Zo rood als een biet |
Ver-se à rasca | Bang zijn/ Het benauwd hebben In de knoei zitten |
Ver-se em apuros | Zich in een hachelijke situatie bevinden |
ver-se em apertos/apuros/alhada | In het nauw gebracht |
Ver-se em maus lençois | In een slechte situatie belanden |
Ver-se grego | In moeilijkheden zijn |
Vida airada | Losbandig leven/ Een zwerversleven |
Vida, vida, é mais curta que comprida | Het leven is kort |
Vinho a martelo | Slechte wijn/ Hoofdpijnwijn |
Vir à cabeça | In je opkomen |
Vir a dar na mesma | Dat is precies hetzelfde |
Vir à luz | Geboren worden |
Vir a ser | Worden |
Vir à tona | Aan het licht komen/ Voor de dag komen |
Vir ao de cima | Boven water komen |
Vir ao mundo | Ter wereld komen |
Vir às mãos | In de schoot geworpen krijgen/ In handen krijgen |
Vir da parvónia | Uit een achterlijk dorp komen |
Vira o disco (e toca o mesmo) | Het is steeds hetzelfde liedje |
Vira-casacas | Een draaikont |
Vira-latas | Een straathond |
Virar a cara | Zich afwenden |
Virar a casaca | Van mening veranderen |
Virar as costas | Weigeren/ Negeren/ Iemand de rug toekeren |
Virar contra | Zich keren tegen |
Virar do avesso | Alles overhoop halen/ Alles binnenste buiten keren |
Virar o miolo | Gek worden |
Vir ao de cima | Boven water komen |
Visita de médico | Een bliksembezoekje |
Vistas curtas | Kortzichtigheid |
Viva | Hoera/ Hallo/ Hoi |
Viver às sopas | Op andermans zak teren |
Viver à grande | Op grote voet leven |
Viver ao deus dará | Bij de dag leven |
Viver da algibeira dos outros | Op andermans zak teren |
Viver nas nuvens | Verstrooid zijn |
Você ja comeu comigo no mesmo prato? | Zeg je tegen iemand die je te na komt, die je op afstand wilt houden |
Volta dos tristes | (Afgezaagd) tochtje rond Lisboa/ Een rondje om de kerk |
Volta e meia | Om de haverklap |
Voltar a si | Weer tot bewustzijn komen/ Bijkomen |
Voltar atrás é melhor que perder-se no caminho | Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald |
Voltar com a palavra atrás | Zijn belofte intrekken/ Zijn woord herroepen |
Voltar contra | Zich keren tot |
Volte sempre | U bent altijd welkom |
Vomitar as tripas | De darmen uit zijn lijf spugen |
Vou para o mesmo sítio que tu | Ik ga naar dezelfde plek als jij |
Vou sair já | Ik ga zo weg |
Voz de garrafão | Schorre stem (van een roker, dronkenlap) |
Xarope de marmeleiro | Slaag |
Zé-ninguém | Onbelangrijk persoon |
Zé-povinho | Jan met de pet |
Zé povinho | Jan met de pet |
Zero à esquerda | Waardeloos |
Bronnen
We hebben indertijd vele bronnen geraadpleegd. Als uitgangspunt hebben we een aantal standaardwerken genomen. Deze waren allemaal meer dan 25 jaar geleden uitgegeven, recentere hebben we uiteraard gezocht maar niet gevonden.
Voor het Portugees idioom zijn dit:
- Dicionário Expressões Populares Portuguesas – auteur: Guilherme Augusto Simões- 1985 – Uitgever: perspectivas & realidades
- Frases feitas – auteur: Orlando Neves – uitgeverij: Lello & irmão – 1991
- Novos Dicionários de expressões idiomáticas – auteur António Nogeira Santos
Edições João Sá da Costa 2000 (derde druk)
Voor het Nederlands:
- F.A. Stoett, Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden – W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923-1925 (vierde druk).
Mijn creatieve Portugalvriendin Brenda Aben heeft heel wat uurtjes gestoken in het speuren naar Nederlandse equivalenten, waarvoor ik haar zeer dankbaar ben.
Verder hebben we op allerlei manieren het internet afgestruind. Daar hebben we antwoorden gevonden op vragen, en ook nieuwe ideeën opgedaan. Niet altijd was de herkomst duidelijk en misschien hebben we ook niet altijd nauwkeurig gekeken naar de bron, vanuit het idee: de taal is van iedereen…
Het belangrijkste instrument waarmee we hebben gewerkt is onze eigen woordenschat en taalervaring. Ook als het ging om de keuze een bepaalde uitdrukking wel of niet in ons overzicht op te nemen. Hierbij hanteerden we het subjectieve criterium van ‘vaak voorkomend’ of anderszins interessant.
Omdat we beseffen dat ons overzicht niet perfect, noch compleet is, staan we wagenwijd open voor opmerkingen, correcties en aanvullingen.
Lees ook: Tavira, wereldhoofdstad van de spreekwoorden.
Ton Haak zegt
Dit is dus wat men wel het werk van een monnik noemt. Toen ik begon met lezen dacht ik nog: dit ga ik printen. Nu denk ik: hoeveel jaar heb ik nodig als ik er eentje per dag in mijn geheugen opsla. Okay, twee per dag dan. Groot respect voor het doorzettingsvermogen van beide redacteuren.
Cees Groenewegen zegt
Leuke lijst!! Aanvulling: Discutir o sexo dos anjos – Discussiëren of engelen mannelijk of vrouwelijk zijn (zinloze discussie)
Winy Schalke zegt
Bedankt voor deze aanvulling, Cees. Ik heb het toegevoegd aan de lijst.
Ellen zegt
Hallo Cees
Ik zoek contact met je en hoop dat langs deze weg te bereiken.
Ik wil graag met je van gedachten wisselen over de vraag: ‘hoe gaat het met Portugal onder Costa’. Ik ben hierover aan het schrijven voor Portugal Portal.
Laat je me even weten of je wilt meedoen?
Hartelijk groet
Ellen
Paul Jongenelen zegt
Wat een leuk initiatief en wat levert dat een leerzaam resultaat op. Ik ben er heel blij mee en ga er mijn voordeel mee doen..
Jean-Marie zegt
Wat een toeval! Ik volg Portugese les, in de volgende les, aanstaande woensdag hebben we het over … spreekwoorden, gezegden, uitdrukkingen! Deze lijst komt precies op tijd. Ik denk dat ik de lerares gewoon ga omverblazen. Hoje sou eu o professor 🙂 Dank je wel Ellen!!! Schitterend werk!
Els zegt
Ellen chapeau! Petje af! Of wacht… ik had eigenlijk een Portugese uitdrukking moeten gebruiken uit je uitzonderlijk lange en uitgebreide idioomlijst… Keus te over! Wat hebben jullie hier serieus werk van gemaakt zeg! Geweldig! Het moet, wat Ton Haak al zei, monnikenwerk geweest zijn! Misschien heb ik nog één aanvulling… betekent hetzelfde als “vai pentear macacos” deze: “vai dar banho aos cães”. Letterlijk: Ga je honden in bad doen!”… “Doe niet zo vervelend!” “Ga toch heen!”
(Ik weet niet of ik het juist schreef!)
Dank je wel Ellen! Heel leerzaam! Goed om weer eens op te halen! Alhoewel er in onze Portugese les zeker niet zó veel voorbij kwamen! En of ik ze ooit allemaal kan onthouden???? Ik vrees dat ik er hetzelfde over denk als Ton …
Ellen Damen zegt
Hallo Els ‘Petje af’ noch ‘chapeau’ levert in de zoekmachine een Portugese uitdrukking op. Jammer.
Wat zou een Portugees zeggen in dit verband: que lista, impecável! Geen uitdrukking, ik weet het… 😉
Maja Kersten zegt
Jawel hoor, ook het Portugees kent ‘petje af’: é de se lhe tirar o chapéu.
Ellen Damen zegt
Leuk om te weten Maja!
Jean-Marie zegt
Had je deze al ? ” Nem que a vaca tussa”. Ik doe het echt niet, zelfs niet als de koe hoest. En ook, ” Não vai ser pêra doce”. Het zal niet makkelijk worden. ” Quem não tem cão , caça com gato”. Als het op de ene manier niet lukt, dan maar op een andere proberen.
Ellen Damen zegt
Hallo Jean-Marie
Succes woensdag!
En dank voor je suggesties. Twee van de drie zijn ‘nieuw’… en zullen we binnenkort toevoegen.
Hanneke Rijkelijkhuizen zegt
Heel veel dank voor deze schitterende lijst!
janine verhoeven zegt
Fantastisch dit! Wat een werk. We zijn net ook bezig met uitdrukkingen en gezegdes. Nu met dieren erin. Kan wel wat aanvullen als jullie dat leuk vinden.
Ellen zegt
Ja Janine, graag! Stuur ze maar naar ellendamen76@gmail.com, dan zet ik ze ertussen. Alvast hartelijk dank!
Otilia zegt
Excelente trabalho, muitos parabéns e muito obrigada pela divulgação.
Muito educativo para quem conhece ambas as línguas e para quem se quer aprofundar sobre os dizeres portugueses.
Sou professora de português e sei o quanto é difícil explicar as expressões. Se se der uma tradução fica mais fácil.
Eu sou uma colecionadora efervescente de expressões e provérbios e escrevi um livro sobre ditados populares juntamente com o meu filho que os ilustrou todos.
Cumprimentos