Vormsnoei of topiary is afgeleid van het Latijnse woord topiarus, schepper van landschapsscènes. De kunst van het versieren van tuinen gebeurt al in de hangende tuinen van Babylon ver voordat onze jaartelling begint. Portugal, Madeira en de Azoren zijn rijk aan landschapsarchitectuur.
Griekse landschapschilderijen waren een grote inspiratiebron voor de Romeinen. Menig Romein echter, beschikte niet over geld en middelen om zijn tuin uit te dossen met marmeren beelden en bustes en als alternatief ontstond een traditie om taxus, buxus en laurier te snoeien, te knippen en om te vormen tot “groene” sculpturen.
Hoewel tuinieren populair was onder de hogere klassen, werd het fysieke werk vaak door slaven verricht. Historici gaan ervan uit dat Egyptische, Syrische Griekse en joodse slaven de vormsnoeikunst bij de Romeinen introduceerden.
Na de val van het Romeinse rijk blijven monniken in kloostertuinen de vormsnoeikunst uitoefenen. Zij halen hun kennis uit de geschriften van “de Ouden” en vervolgens dienen deze kloostertuinen als inspiratiebron voor de rijke, vrome (en meedogenloze) families tijdens de Renaissance. Op buxus en aromatische planten worden de namen van de eigenaars “gesnoeid” en rechttoe rechtaan bomen veranderen in groene olifanten, honden, herten en lammeren.
Tegen 1520 is ook Frankrijk in de ban van de landschapsarchitectuur. Daar is vormsnoei vooral een kwestie van strakke symmetrie tot in het oneindige. De absolute meester is André le Nôtre en zijn meesterwerk is het Versailles van koning Lodewijk de 14e.
De camelia
Eind 1600 vindt de camelia zijn weg naar Portugal en wordt deze struik geïntroduceerd als basis voor de Portugese vormsnoeikunst.
De Alentejo
In 1600 is er een levendige landschapskunsttraditie in Zuid-Portugal. Dit is vooral te danken aan het (rijke) rechterlijke apparaat, dat in die tijd in Évora en Vila Viçosa zetelt. Hun tuinen en hagen worden uitgedost met pracht en praal in een combi van mediterrane en islamitische klanken en kleuren.
De Minho
Iets later neemt in het Noorden de landschapskunst een vlucht. Begin 1700 “bloeit” de barok in de tuinen van de imposante quintas aldaar. Struiken als buxus, taxus, camelia en ceders worden voorzien van geometrische, gestileerde en dierlijke patronen en vormen.
Celorico de Basto
Een opvallend voorbeeld is de Casa de Campo-tuin in Celorico de Basto. Een 18e eeuwse tuin met een grote symmetrie van huizenhoge cameliastruiken waaruit “gangen en ramen” zijn uitgehouwen.
Of de tuin van Casa da Garandela in Vila da Garandela de Basto waar je door de “uitgehouwen” ramen in muren van camelia’s uitkijkt op een tuin waarin de meest bizar gesnoeide struiken en bomen staan, variërend van geometrische elementen (kolommen) tot onregelmatige excentrische elementen, zoals spiralen van 3 meter hoog (slangen), maar ook worden vogels en “fantastische” dieren uit buxus, camelia’s, magnolia’s, azalea’s en cipressen gemaakt. Een andere prachtige tuin is Paço de São Cipriano in Guimarães.
Een vormgesnoeide tuin, like it or not, symboliseert netheid, discipline en een perfect verzorgde uitstraling.
De techniek
Vormsnoei is een techniek die fantasie, geduld en behendigheid vereist. Niet alle planten en struiken zijn geschikt voor vormsnoei en voorkennis van materialen en struiken is nodig als je serieus met deze discipline aan de slag wilt. Het is het best om met snoeien te beginnen als de plant jong is en zich makkelijk aanpast aan het snoeiproces. Snoeien bevordert de vertakking, zodat een dichtere structuur ontstaat en de gesnoeide vormen beter gedefinieerd en dus mooier zijn.
In de vormsnoeikunst zijn grofweg drie categorieën te onderscheiden: de geometrische (kegel, piramide, cilinder, boog, portiek, spiraal, kubus, bal, koepel), de monumentale (kolom) en de speelse (dieren – echte of fantasie – en karakters).
We vergeten wel eens dat er strenge regels gelden voor artistieke disciplines en dat geldt zeker voor de vormsnoei, waar het gaat om een exacte esthetische weergave. Om dat te bereiken is veel kennis en ervaring nodig om precies te kunnen werken.
Ook belangrijk zijn de speciaal ontworpen gereedschappen, zoals de korte bladschaar, waarmee je schoon en nauwkeurig (symmetrisch) snoeit; de snoeischaar, voor de finishing touch; de heggenschaar voor het snoeien van korte takken en met de elektrische variant ga je de lange takken te lijf. De lijn en sjabloon gebruik je voor het maken van een patroon en met die lijn garandeer je ook de juiste afstand tussen de vormfiguren.
Egypte en Perzië
De vormsnoei vindt zijn hoogtepunt in 1600, maar is ook populair onder de Egyptenaren. Op schilderijen zien we hoe perfect symmetrisch zo’n oude Egyptische tuin eruit zou hebben gezien. Ook het Perzische rijk had prachtig geknipte heggen van mirte.
20e eeuw
Stuffed techniek maakt gebruik van mallen van verschillende materialen, waardoor vormen mogelijk worden die met de klassieke vormsnoei niet te verkrijgen zijn. Bij deze techniek hoort ook het gebruik van wijnstokken, mossen, kruiden, waardoor een grote diversiteit aan kleuren en texturen tot stand komt. Het Walt Disney-apparaat maakt gebruik van vormsnoei in zijn themaparken.
Landschapkunst op Madeira
In het centrale deel van de botanische tuin, worden planten en bloemen zo geplant dat ze geometrische patronen vormen, die sterk contrasteren, zodat een uniek ontwerp ontstaat.
Landschapsarchitectuur op de Azoren
Parque Terra Nostra is de botanische tuin van São Miguel. Het park bevat een van de grootste cameliacollecties (600 soorten) ter wereld en de grootste collectie tijgergrassen in Europa.
Brazilië
Burle Marx (1909–1994) is de maker van de moderne tuin, een visionaire landschapskunstenaar. Hij wil af van de wereldwijde import van exoten en gebruikt alleen plantengemeenschappen uit de eigen klimaatzone. De tuin in de moderne stad heeft een heel belangrijke functie, zei Marx, kleinzoon van. Hij vond ook dat een landschapsarchitect samen met sociologen en economen de openbare ruimtes moet organiseren. Hij wilde dat parken en tuinen fungeren als lesmateriaal voor de stadsbewoner en dat ze dus een gevoel voor schoonheid en waardering voor de natuur moeten opwekken.
Esthetiek en ethiek
Burle Marx vindt dat de landschapsarchitect verantwoordelijk is voor het ontwerpen van een duurzame, functionele en mooie leefomgeving in een verstedelijkte wereld. Net als een kunstschilder maakt hij in zijn tuinen composities en combinaties van planten op basis van contrast en textuur. Net als een kunstenaar ontwerpt hij landschappen met topografie als doek en planten en stenen & water als elementen.
Hanneke Rijkelijkhuizen zegt
Fascinerend artikel, dank je wel. Ik ben hierdoor meer films over de tuin van Burle Marx en Ono gaan bekijken, schitterend.
Lotte Akkerman zegt
Dank je, Hanneke, en inderdaad Burle Marx is een waanzinnig fascinerend fenomeen.
Kees van der Klauw zegt
Prachtig en interessant verhaal, weer veel van opgestoken! Ook de foto’s waren fraai.