Tijdens de voorbereiding van onze campertocht door Portugal lees ik over de Buracas do Casmilo-grotten in het kalkstenen reliëf van het Sicó-massief. Daar wilde ik beslist naartoe en nu we er rijden ben ik zó nieuwsgierig. Volgens de TomTom bestaan de buracas niet, maar Google Maps heeft ze wel in de peiling en loodst ons door piepkleine dorpjes het gebergte in.
Van gastcolumnist Mieke Bastiaens (Voor deel 1 klik hier)
In de laatste paar kilometers voordat we onze bestemming bereiken verandert de weg in een stenen pad. Dat willen we onze camper de Nimbus niet aandoen, dus het laatste stuk naar de rotsen doen we lopend. Er staan Engelstalige informatieborden en ook parkeren is geen probleem. Overal liggen rotsen. Het heet hier ook wel rock cemetery en ja, daar lijkt het op. We moeten nog twee kilometer naar boven klimmen om de grotten te bereiken. Het is de moeite dubbel en dwars waard, want het uitzicht is spectaculair. De zwaluwen die er wonen zijn minder blij met ons.
Tegen zeven uur ’s avonds komen we aan bij de camping in Coimbrão. Er is weinig plek, want van heinde en verre zijn mensen toegestroomd voor het gastronomische feest in het dorp dat morgen losbarst. We krijgen een douche en wc toegewezen, die we met één ander stel moeten delen. De autoriteiten zijn op hun hoede omdat de Covid-cijfers weer oplopen. Het is heerlijk douchen na een lange en hete dag in het Karstgebergte.
Smoorverliefd op het geweldige Portugal
De Duitse campingeigenares wijst ons de weg naar de bar waar we eenvoudig en lekker kunnen eten. Het is al half negen en op het gebakje in Aveiro (deel I) na hebben we de hele dag niets gegeten. We krijgen een giga bord friet, veel salade, tomaten, wortel, komkommer, lapjes varkensvlees en gebakken ei. Jan twee biertjes en ik een enorme bel wijn, en het smaakt heerlijk. We komen helemaal bij en vergelijken dit maaltje met het saaie eten toen we in Porto waren. We moeten in totaal € 16,50 afrekenen. Voldaan, stom van verbazing over de prijs en supergelukkig na een werkelijk prachtige dag komen we terug op de camping.
Een domper
Ik word vroeg wakker en maak me zorgen over een mail die ik eergisteren al ontving. Morgen willen we naar de Berlenga-eilanden, een natuurgebied met koraalriffen en rotsen voor de kust van Peniche. Een maand geleden heb ik de boot naar het eiland geboekt en nu blijkt dat we eerst een pas moeten aanvragen. Een beetje laat om daar nu pas mee aan te komen. Ik stuurde al een mail, maar geen sjoege. Ik vraag of de campingbazin mij kan helpen. En dat wil ze, ze start haar computer op en begrijpt er ook niks van. ‘No foreigner can understand this‘, zegt ze. Ik voel me meteen minder stom. Zij ontdekt dat de pas vereist is met ingang van 1 juni 2022. Ze belt, maar er wordt niet opgenomen. Het is nog vroeg. Ik ga eerst ontbijten en dan zien we verder. Wat later is er nieuws. Ze heeft de toeristische dienst van Peniche gebeld en zij zeggen dat de kans groot is dat de boottrip afgelast zal worden in verband met het weer.
We willen eerst naar het adres dat de campingeigenares heeft opgeschreven. Ondertussen ontvang ik een e-mail dat de boottrip definitief geannuleerd is en dat er pas vanaf maandag weer gevaren wordt. Maandag hebben we een bezoek aan Sintra gepland dus helaas, pindakaas. Het is dan ook zinloos om naar Peniche te gaan. We besluiten om verder naar beneden te rijden en daar een camping te zoeken. Er zijn er weinig, maar toch vinden we er een, niet ver van het strand. Wij er naartoe en na veel bochtige smalle wegen en eindeloze hoeveelheden dorpjes is eindelijk bestemming bereikt. Helaas, campers zijn er niet toegestaan. Jammer, want de ligging is prachtig. Een stuk zuidelijker vinden we een andere camping, maar bij aankomst weigert Jan verder te rijden. Het ziet er verschrikkelijk uit: rijen vaste stacaravans met groene tenten, hutjemutje. Het lijkt op een vluchtelingenkamp. Echt erg. Wat nu? Er zijn wel camperplekken, maar die zijn niet legaal of er komen quads stunten. Ik word er wanhopig van. Ten einde raad bel ik naar de camping waar we in principe overmorgen naar toe zouden gaan. Of we nu al mogen komen en ja dat kan. Na nog eens 100 kilometer rijden komen en eindelijk arriveren we er om half vijf ’s middags. Zonder boeking is het €20 per nacht duurder. Best veel en het was al een dure camping (€35 per nacht), maar het is de enige in de buurt van Sintra, dus we hebben geen keuze. We krijgen een plaats vlak naast het zwembad. Ik smeek om iets rustigers en we mogen drie plaatsen verder staan. Het scheelt iets in geluid, maar ik zie zoveel mooiere plekken met uitzicht op zee of tussen de bomen. Het is zo’n camping met animatie die wij altijd proberen te vermijden. Ondertussen begint het te stormen, stoelen waaien weg. De camper staat te schudden.
De volgende dag gaan we naar het strand via eindeloze houten plankieren met hekjes aan beide kanten dwars door (beschermd) duingebied. Het is prachtig.
De dag erop gaan we naar het Reserva Natural do Estuário de Sado voor de Moinho de Maré da Mourisca. Deze verbouwde oude watermolen doet nu dienst als natuurcentrum/vogelreservaat (er is een tentoonstelling, een winkel en er worden wandelingen en excursies met gids georganiseerd). Wij willen met onze verrekijker zelf wat rondlopen en ook dát kan. Van een vriendelijke vrouw krijgen we een kaart mee met een uitgestippelde route en op de andere kant staan alle vogels die je er kunt zien. Je kunt de vogels die je hebt gezien aankruisen en daar krijg je punten voor, hoe zeldzamer de vogels hoe meer punten je kunt scoren. België kan nog een puntje zuigen aan hoe goed alles hier geregeld is.
Arrábida
Vanmorgen opgestaan onder een grijze, dicht bewolkte lucht. We gaan richting Setúbal zonder de snelweg te nemen. We rijden over de Vasco da Gamabrug en zien de Toren van Belém liggen. De zon breekt door en de lucht is blauw. Het is even zoeken want ik wil over de kustroute, de N379-1, door het Parque Natural da Arrábida. De weg naar Portinho, een dorpje aan het water, is afgesloten. Er staat een hek en politieagenten laten alleen inwoners door. We rijden door en iets verder is de weg opnieuw afgesloten, weer een hek en weer politie. Openbaar vervoer mag er wel langs. Waarom staat het aan het begin niet duidelijk aangegeven dat de weg gestremd is? Maar ik moet toegeven dat het uitzicht meer dan prachtig is: de blauwe zee in de diepte, witte stranden en de landtong van Troia. Er zijn stopplaatsen op de plekken met het mooiste uitzicht en zo zigzaggen wij naar Setúbal.
We gaan de stad niet in, we moeten nog een stukje door naar een natuurreservaat en ook hier hebben de Portugezen het goed geregeld. Er zijn overal rotondes en weinig of geen stoplichten dus alles gaat heel vloeiend. De meeste stoplichten die je hier trouwens ziet zijn strafstoplichten. Bij het binnenrijden van een klein stadje staat er vaak een stoplicht langs de weg, eigenlijk zonder reden zo op het eerste gezicht, maar, als je te hard aan komt rijden springt dat op rood, voor straf. Na een paar keer zomaar voor het rood te hebben gestaan leer je het wel…
Een oude watermolen
Het natuurreservaat is fantastisch: waterplassen met groen ertussen, zoutpannen en daarachter de zee. Er is een vogelobservatorium maar daar is niets te zien, zelfs geen meeuw. Pas als we via kleine weggetjes tussen de plassen door naar de zoutpannen lopen zien we een soort steltlopers, die hier pernilongo genoemd worden maar waar ik de Nederlandse naam niet van ken. We zien meeuwen, witte en grijze reigers en een paar roofvogels die ik ook niet herken. En dan… flamingo’s, want daarom zijn we hier. Ze zijn niet zo roze, eerder wit met een rozige gloed. Ik weet dat de kleur afhankelijk is van het soort voedsel dat ze eten. Er zijn ook ooievaars, er vliegen er minsten zes tegelijk rond. Ik kan een foto maken van een vrouwtje en mannetje samen en eentje van een moeder met jong op een paal.
Het is bijna half vijf en de rest van mijn planning van die dag laten we voor wat het is. We zoeken een camping in de buurt. De eerste, die vlakbij ligt, heeft hele slechte beoordelingen maar er is verder niets in de buurt. Als ik op een andere app kijk heeft diezelfde camping wel goede commentaren dus we gaan er toch kijken. Een prima camping, mooi plekje, heel rustig, er lopen wel wat katten rond en de douches zijn gedateerd, maar alles is schoon en het water is heerlijk warm. De camping is voornamelijk voor vaste gasten, lanen vol caravans die je niet meer herkent door de verbouwingen erom heen en de prachtige tuintjes ervoor. Voor campers op doorreis zijn er maar vijf plekken. Wij hebben er daarvan een voor € 16,50 per nacht.
De rest van de dag lezen we wat, koken en eten. Ook lopen we naar het mini-minisupermarktje van het dorp om wat te drinken in te slaan. Een oud mannetje voor ons koopt op de pof, dat bestaat bij ons niet meer. Uiteindelijk is het vandaag best heet geworden, ondanks de grijze mist in de ochtend. Het was weer een geweldige dag en we gaan vast lekker slapen vannacht.
Setúbal
We rijden (terug) naar Setúbal richting haven. Daar willen we de ferry nemen naar het schiereiland Troia. De grootste attractie hiervan is de groep dolfijnen in de baai die je – met wat geluk – vanuit de boot kunt zien. De ferry is op zich stikduur, € 24,50 voor een overtocht van 20 minuten. Ik schrik me dood want had ergens een prijs van € 8,90 gezien, maar dat zal voor de voetgangers geweest zijn. Enfin, voor dat geld hoop ik wel dolfijnen te zien. Ik sta gespannen te kijken, maar na een dikke tien minuten geef ik de hoop op, en dan ineens zie ik daar een donkere rug omhoog komen en nog een. Geloof het of niet maar er zijn drie dolfijnen aan het rondspringen. Delfins, delfins klinkt het opgewonden. Ze zijn niet heel dichtbij maar ik heb ze toch kunnen fotograferen. Het is ondertussen de vierde keer dat we dolfijnen in het wild zien, maar ik blijf het geweldig vinden.
Opgetogen komen we aan de andere kant aan, en rijden over dat smalle schiereiland, een landtong eigenlijk, verder. Het landschap is mooi, zanderig met veel bomen. Het doet me af en toe aan de Veluwe denken. We rijden naar een vissersdorpje, Porto Palafita da Carrasqueira. Er zou daar een vogelreservaat zijn. We vinden het dorp al gauw. Het is eb en drooggevallen. Het ziet er niet zo mooi uit als op de foto’s, maar als we er lopen blijkt het toch wel leuk. Het is in ieder geval authentiek Portugees, die rare kotjes waar de vissers hun spullen in bewaren, sommige prachtig versierd. En dan het vogelreservaat, dat ernaast ligt, groene (natte) velden waar (volgens onze beperkte vogelkennis) een soort bruine Ibissen op lopen, een heleboel, en dan ook nog een heel stel witte reigers. Maar die Ibissen vond ik vooral heel bijzonder, en dat zo vlak na de dolfijnen, geweldig.
Dan zetten we koers verder naar het Zuiden, ik heb een camping uitgezocht bij Vila Nova de Milfontes, 90 km verderop. We rijden nog door het zanderige landschap met dennenbomen, de weg is rustig, heerlijk ontspannen rijden, en zo komen we bij de camping, onverwacht want we zijn nog niet eens bij de stad. Ik had deze camping uitgekozen vanwege de enthousiaste beoordelingen. Velen hadden het over de relaxte sfeer en de inrichting in Ibizastijl. Op eentje na dan, die mopperde dat het een hippiecamping was. Enfin, mij trekt dat juist. We worden vriendelijk ontvangen door Antonio. Het is eigenlijk een kruising tussen een camperplaats en een camping voor surfers. De zee is hier drie kilometer vandaan. Er is een biologische boerderij waar ze zelfgemaakte wijn, olijfolie en likeur verkopen. Er is een gemeenschappelijke zitruimte, twee badkamertjes met douche, wastafel en wc, netjes, zelfs wc-papier en zeep. En sterker nog: we hebben wifi, de eerste keer deze vakantie. De kosten per nacht zijn €9 plus €4 voor de elektriciteit, echt geweldig allemaal. En halleluja, er is zelfs een wasmachine, een zeldzaamheid hier. En dat was dringend nodig want mijn waszak puilt uit, en mijn schone ondergoed is net op. We waren hier al om een uur of twee, en hebben dus gewassen, en ook de camper eens grondig schoongemaakt, dat was ook hard nodig.
We zijn pas twee weken onderweg. Gek, want het lijkt veel langer, al zoveel gezien. Het weer wordt steeds grijzer en na een half uur regent het, maar na vier minuten is het over. Later is er wat onweer, maar tegen de tijd dat Jan de luifel goed heeft vastgesjord is dat ook weer voorbij. We blijven twee nachten, morgen een dagje niets doen. Hoewel, we doen het eigenlijk best rustig aan, zeker vergeleken met Italië vorig jaar, korte afstanden rijden, niet 2-3 dingen per dag bezoeken. Heel rustig is het, ook omdat het rijden hier zoveel meer ontspannen is, minder drukte, bijna altijd goede wegen, rotondes overal.
Ja, Portugal ligt me enorm, alleen het weer valt tegen. Of nee, dat is niet het goede woord, het valt best mee. De weerapps voorspellen echter nooit zon, ja, over een dag of vier, maar dat schuift dan telkens op, de zon is er niet, of hij komt nog, of het weer is net lekker geweest. Maar om eerlijk te zijn, het half bewolkte en (slechts) 23-25 graden ligt ons eerlijk gezegd veel beter. En we zijn allebei best bruin, dus die zon hebben we echt wel gehad. Een rustdag vandaag. De was, lakens en handdoeken gedaan. Nu is alles schoon. Alleen het drogen gaat moeizaam.
Gisteren was het rustig op de camping maar vandaag stroomt het vol. Naast ons staat een grote groep van drie campers die ze in een u-vorm gezet hebben zodat er in het midden voldoende plek is om met elkaar te zitten. Ik voorzie een hoop lawaai maar het valt mee, geen harde muziek, ze praten en eten en om half elf is het stil. Wij zijn er vroeg ingekropen, want morgen gaan we naar de Algarve, naar Lagos, maar dat loopt anders dan gepland.
Autopech
Die ochtend worden we vroeg wakker dus om half tien stappen we al in de auto om te vertrekken. Maar het ongeluk slaat meteen toe, de koppeling doet het niet. Jan kijkt ernaar, de campingbaas kijkt ook, die belt nog twee bevriende automonteurs, en die zeggen beiden dat de pomp van de koppeling kapot is. Op zich geen drama maar vervanging van de pomp is noodzakelijk, maar niemand heeft tijd. Maandag zijn we aan de beurt. Het is net een feestdag geweest en iedereen heeft het druk. Dus ik bellen met onze verzekeringsmaatschappij, daar hebben we ze tenslotte voor en destijds in Kroatië hebben ze ons heel goed geholpen.
Een vriendelijke jongen zou een dossier opstarten, maar ik hoor niks meer van hem, dus bel ik nog maar eens. Nu met een vriendelijk meisje die voorstelt om de auto naar de garage te slepen. Wij mogen naar een hotel. Ik vraag of dat, qua kosten en ligging, een hotel in Lagos mocht zijn, dan kunnen wij ondertussen gewoon verder met onze vakantie. Dat mag en dat zal zij zo gaan regelen, ondertussen moet ik allerlei gegevens doorsturen, foto’s van onze identiteitsbewijzen, waar we precies zitten en zo. Verder niets meer gehoord. Wel belt er een jongen om de sleepdienst te regelen. Alles zal dus in orde komen. Alleen horen we maar niets meer, dus wij maar wachten. We waren allang blij dat we gewoon op de camping stonden en niet ergens langs de kant van de weg. Het is wel raar dat we zonder enig probleem vooraf of zonder indicatie deze panne hebben. Aangezien we niets meer horen maar weer naar België gebeld, degene die ik ‘s morgens heb gesproken is niet beschikbaar, maar ze zal terugbellen wordt beloofd. Niets meer gehoord, wel die Portugese jongen verschillende keren gesproken. Rond 14:00 uur krijg ik een sms dat de sleepdienst er om 15:00 uur zal zijn. Drie kwartier later heb ik er weer achteraan gebeld, want niemand is gekomen. De campingbaas is superlief. We mogen zelfs in zijn huis in Milfontes gaan zitten. Echt aardig, maar niet nodig, wij gaan naar Lagos.
Om 17:15 uur komt de taxi. De chauffeur is niet blij. Hij komt van Lissabon en is voor nop naar de garage gestuurd (50 km verder van de camping en daar werd hem verteld dat hij hier naar toe moest). Hij moest toen weer 50 km terugrijden om ons 90 km zuidelijker te brengen. Hij had de naam van een hotel in Silves doorgekregen, dus niet Lagos. Dus ik weer naar België bellen. Degene die ons dossier heeft behandeld is er niet meer, maar Sophie is heel behulpzaam en Silves blijkt het het beste dat ze kunnen doen. Tja, dan moet het maar. We hadden al onze wandelrugzakken en twee draagtassen ingepakt met kleren, toestellen en alles wat we konden verzinnen wat we de komende dagen nodig zouden hebben. Net als we willen vertrekken komt de sleepdienst om 17:30 uur. We zien nog net dat onze Nimbus de vrachtwagen op wordt getrokken terwijl we zelf wegrijden in de taxi.
Om 19:30 uur komen we bij het hotel in Silves aan. We krijgen een keurige kamer met balkon dat een schitterend uitzicht heeft op het kasteel van Silves. Op aanraden van de manager gaan we in een kiprestaurant eten. Het zit helemaal vol, maar na wat schuiven met tafeltjes is er toch plaats. Er is keuze tussen gewone en pikante gegrilde kip. Wij nemen de pikante versie. Frietjes erbij, een gemengde salade, fruit toe, een soort gekonfijte sinaasappel met kaneel, best lekker. We vragen de rekening. €70 wordt gezegd. Wij kijken elkaar verbaasd aan, want dat is superduur voor wat het was. En ik dacht ook meteen, een toeristenval. We zijn stom geweest, we hebben niet naar de prijs gevraagd, omdat we zo blij waren dat we een tafeltje hadden. Jan haalt €50 boven en zoekt nog naar een briefje van €20. Het meisje begrijpt dan dat we haar verkeerd hebben verstaan. We moeten €17 betalen en niet €70. We hebben er met zijn drieën om gelachen. We geven haar €20 en de rest mag ze houden.
34 jaar getrouwd
Vandaag is onze 34e trouwdag. Vannacht heb ik amper geslapen. Ik maakte me zorgen over mijn planning en was in gedachten aan het schuiven maar het lukte niet om het programma zo aan te passen zodat alles nog steeds klopte. De oplossing was simpel: we moesten per direct naar Lagos. Omdat ik zo vroeg wakker was heb ik al een mail gestuurd naar de verzekeringsmaatschappij met een opsomming van de gebeurtenissen van gisteren en dat we in de verkeerde stad terecht zijn gekomen en dat ik zelf in Lagos heb gezocht naar hotels, en een appartementje/studio heb gevonden, en of ik die per direct mag boeken, en of ze mij dringend hierover willen bellen. Eerst gaan we ontbijten in de eetzaal, een ontbijtbuffet, en daarna zitten we nog wat op het terras van het hotel in de zon met dat prachtige uitzicht.
Lagos
Ik krijg een sms van de behulpzame Nashua. Zij vindt het vervelend dat het allemaal fout is gelopen. Ze zal terugbellen en dat doet ze ook. Hoera! We mogen in Lagos gaan boeken. Wij pakken snel onze spullen in en nemen een taxi naar Lagos. We hebben in ons leven nog nooit zoveel taxi’s genomen als tijdens deze vakantie, dit was nummer 5 geloof ik. De taxi brengt ons naar het appartement waar we om 12:00 uur aankomen, maar we mogen pas om 15:00 uur inchecken. We krijgen de sleutelcode al en kunnen naar binnen om de bagage achter te laten. De schoonmaakploeg is duidelijk nog niet geweest. Badpak aan, handdoek en spullen in een tas gepropt en wij weer weg op naar Ponte de Piedade.
Het mooiste stuk van de Algarve, zegt men, en mooi is het. Het is heel druk en toeristisch. Op de strandweg is het een af- en aanrijden van auto’s, campers en bussen en de moed zinkt een beetje in mijn schoenen. Maar eenmaal aangekomen valt de drukte eigenlijk mee. We klauteren over rotsen en lopen trappen op en af en hebben het ene wow-moment na het andere. Het is perfect en zó fotogeniek. Ik blijf maar foto’s maken en het lukt ook om foto’s te maken zonder iemand er op. We hebben nog een wandeling gemaakt aan de andere kant op van die prachtige houten plankieren/wandelpaden. Ze hebben het hier echt mooi voor elkaar.
Daarna lopen we naar een prachtig strand omgeven door rotsen, Praia do Camilo. Ik herken het beeld dat ik eerder op de foto zag, maar op dat beeld stond er niemand en in het echt is het kneiterdruk. We vinden een plekje en liggen ruim een uur op het strand, wat uitzonderlijk is voor ons. Ik ga zelfs nog met mijn voeten in zee maar vind dat toch iets te koud. Daarna lopen we terug naar het appartement.
Het is een mooie studio met dubbel bed, tafel en stoelen, kitchenette met ijskast, microgolf en twee inductieplaatjes, waterkoker, kastjes vol borden en glazen en keukengerei. Heel compleet. Een mooie nieuwe badkamer en een heel groot terras. We zitten op tweehoog en overzien de hele buurt. Geweldig.
Ik ben zo blij met de mooie locatie. We besluiten om eerst eens naar de winkel te gaan, wat om te drinken kopen, en vooral, een lader voor de telefoons en tablets. In de camper laden we alles direct op usb. Dat kan nu niet en alles begint pijlsnel leeg te lopen, onze batterijpacks (meegenomen tijdens het haastige inpakken voor een drietal dagen) zijn ook al leeg. Kortom, we moeten dringend een adapter kopen voor het stopcontact. Gelukkig is er een elektronicawinkel van FNAC. Daarvan zijn er veel in Portugal. Met adapter weer terug naar onze tijdelijke woning en we gaan lekker op het terras in de zon zitten.
Daarna maken we ons mooi om uit eten te gaan. We twijfelen waar we zullen eten. Tijdens de voorbereiding had ik mij een etentje op een leuk terras in de oude stad voorgesteld, maar die middag had ik ook andere leuke restaurants met een prima kaart gezien. We besluiten om buiten het centrum, op 400 meter van het appartement, ver van de toeristen, te gaan eten en dat blijkt een goede keuze. Het is superlekker en spotgoedkoop. Jan heeft Portugese biefstuk, perfect klaargemaakt, en ik kies voor lulinhas (kleine pijlstaartinktvisjes), gebakken in knoflook. Als dessert nemen we tarta romantica, een lekkere ijstaart, passend bij ons huwelijksverjaardagsetentje. Het is een feest en een perfecte afsluiting van een geweldige dag.
Wordt vervolgd.
Maja Kersten zegt
De pernilongo heet in het Nederlands steltkluut (Himantopus himantopus). De bruine ibis die jullie zagen heet íbis-preta of zwarte ibis (Plegadis falcinellus). Op http://www.avesdeportugal.info kun je alle in Portugal voorkomende vogels vinden middels hun wetenschappelijke naam.
Mieke zegt
Oooooh bedankt voor de Nederlandse naam van de pernilongo, ik kon het niet uitstaan dat ik het niet wist, ben er echt naar op zoek geweest en hier is hij dan zomaar opeens☺️
Jean-Marie zegt
“As pernas” zijn de benen in het Nl. “Pernaslongo” of pernilongo zou je dus kunnen vertalen als “langpoten”. Stelten dus.
Janwillem van der Ent zegt
Een groot compliment voor Mieke Bastiaens, die zo positief over Portugal is en er in vlotte stijl heel plezierig over vertelt. Ik herken er veel van mijn enthousiasme in terug uit mijn eerste vakantie-ervaringen met Portugal in de jaren 80 en 90 (niet dat dat enthousiasme verflauwd is trouwens).
‘Het is dan ook zinloos om naar Peniche te gaan’? Ja, wél als de Berlenga-eilanden de enige reden zijn, maar Peniche, het plaatsje zelf en zeker de kliffenkust van het schiereiland, zijn zéér de moeite waard, juist bij zulk ruig weer dat de boot niet vaart (ik spreek uit verschillende ervaringen). Vlakbij de vuurtoren zijn trappen uitgehakt in de rotsen waarvan je op spectaculaire manier van de (woeste) zee kunt genieten. Tip voor een andere keer!
Over de FNAC: ‘Daarvan zijn er veel in Portugal’.
‘Veel’ is relatief, maar het zijn inderdaad fijne winkels. Die in bijv. Porto en zeker die in Guimarães zijn ook behoorlijk groot, en je kunt daar boeken, cd’s, computers, telefoons en zelfs muziekinstrumenten kopen. Het is van huis uit een Franse keten: ik heb er dit jaar een bezocht aan de Parijse Champs Elysees. Ik loop al vijf, zes of meer jaar rond met een linnen FNAC-tasje met de tekst ‘Um gesto ecológico’ (een ecologisch gebaar), waarvan de typografie suggereert dat het óók een ‘geste lógico’ is, een logisch iets. Maar ze waren per stuk verpakt in plastic en toen ik er twee kocht, kreeg ik ze mee in een plastic tasje. Vond ik dan weer niet zo(eco)logisch …
Ik ben benieuwd naar deel 3!
Jan zegt
prachtig verhaal!
met veel genoegen gelezen
Iepe zegt
prachtig verhaal en luchtig omschreven.Tip : niet te veel en ver vooruit plannen.Het loopt vaak anders dan gepland.Nog veel reisplezier
Mieke Bastiaens zegt
Bedankt voor de tip hoor. Maar voor mij is plannen en me inlezen juist een deel van de vakantie, veel voorpret eigenlijk. Op deze manier weet ik ook zeker dat ik alles gezien heb wat ik wilde zien. Het is ook wat beroepsmisvorming want ik heb jarenlang reizen georganiseerd en begeleidt, dus daar komt het ook wel een beetje van. Ieder zijn manier, persoonlijk vind ik het op deze manier leuker. 😊